Een dapper en heilig sonnet
Lezen: Mattheüs 26:36-46
Als u, geliefde lezer, wist dat u omstreeks tien uur vanavond zou worden weggeleid om bespot, veracht en gegeseld te worden en de ochtendzon u vals beschuldigd zou zien hangen als een veroordeelde misdadiger om aan het kruis te sterven, denkt u dan dat u vanavond na uw laatste maaltijd nog zou kunnen zingen? Ik weet zeker dat u dat niet zou kunnen, tenzij u met bovennatuurlijke moed en berusting in uw ziel zou kunnen zeggen: ‘Bindt het feestoffer met touwen tot aan de hoornen van het altaar’ (Ps. 118:27). U zou kunnen zingen wanneer uw geest zou zijn als die van de Heiland. Als u net als Hij zou kunnen uitroepen: ‘Doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt’ (Matth. 26:39). Maar als er maar een beetje egoïsme in u zou overblijven, enig verlangen om gespaard te blijven van de bitterheid van de dood, zou u het ‘Hallel’ niet met de Meester kunnen opzeggen. Gezegende Jezus, hoe hoog bent U verheven! Hoe volmaakt gewijd! Terwijl andere mannen zingen wanneer ze opmarcheren naar hun genoegens, zong U toen U op weg was naar Uw dood. Terwijl andere mannen hun opgewekte stemmen verheffen als eer hun deel is, had U een dapper en heilig sonnet op Uw lippen toen schaamte en spuug en dood Uw deel zouden worden.
Deze meditatie is ook gepubliceerd in Zondagen met Spurgeon, Apeldoorn, 2019. ISBN: 978 90 8718 1963.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 oktober 2024
Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 oktober 2024
Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's