Jouw vragen

Ds. B.L.P. Tramper, Oud-Beijerland

Hoe kan ik op je vragen het beste ingaan? De ruimte die ik heb, zo’n 600 woorden, is eigenlijk te beperkt. Er valt zo veel over te schrijven. En wat ik zeg, lokt bij jou wellicht nieuwe vragen uit. Daarmee ben je overigens altijd welkom!

Ik denk dat wij de uitbraak van de crisis, in maart dit jaar, niet snel zullen vergeten. Samenlevingen gingen wereldwijd in lockdown: scholen sloten de deuren, vliegtuigen bleven aan de grond, ouderen moesten in quarantaine en op zondagen kon slechts een handjevol mensen naar de kerk. Overal was de spanning voelbaar. Van meet af aan was duidelijk dat Covid-19 de economie wereldwijd diep zou raken. Beurshandelaren zaten met de handen in het haar. Overheden spraken over „de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog.” In die periode heb ik vaak moeten denken aan Openbaring 17 en 18: de val van Babylon. Wat Johannes in beide hoofdstukken optekent, heeft opmerkelijke parallellen met wat wij meemaken. Onze crisis lijkt veel op wat dit Bijbelgedeelte beschrijft. Met Babylon bedoelt Johannes niet één specii e- ke stad van één specii eke supermacht, maar een wereldrijk dat wordt beheerst door een geest die ingaat tegen wat de Heere zegt. Babylon is een rijk met een door en door on-Bijbels klimaat. Dat klimaat doortrekt heel het leven: opvoeding en onderwijs, handel en recreatie, wetenschap en techniek. Johannes heeft het over de ”zonden” van Babylon (Openb. 18:4). Hij noemt er drie in het bijzonder. De eerste is die van overspel. Babylon is vergeven van hoererij en seksuele losbandigheid. De tweede is die van materialisme. In Babylon draait het om spullen en hebbedingen: kleding, sieraden, meubels, parfums (Openb. 18:12, 13, 14). Alles moet, zegt Johannes letterlijk, ”lekker” zijn (Openb. 18:14). Denk het woordje ”leuk” er gerust bij. De derde zonde waarbij Johannes de vinger legt, is die van hoogmoed. Babylon zegt: „Ik zal zeker geen rouw zien” (Openb. 18:7) : Wij kunnen elke crisis aan. Proef je de geest van Babylon? Is deze geest niet vergelijkbaar met die van onze westerse samenleving? Ik ben ervan overtuigd dat het zo is. En dan lijkt mij de vraag terecht: loopt onze samenleving niet het levensgrote gevaar dat zij te kampen krijgt met dat waarop Openbaring 18:4 wijst: vreselijke ”plagen” van dood en verderf? Die plagen zullen komen „in één uur”, zo lezen we. In een mum van tijd zal de wereld worden getroffen door rampspoed. Koningen, politici en handelaren zullen met de handen in het haar grijpen. Opmerkelijk detail in de tekst: de stem van een bruidegom of bruid zal er niet meer klinken (Openb. 18:23). Bruiloften moeten worden geannuleerd.

Zijn de overeenkomsten niet opmerkelijk? Opeens was daar het virus. Opeens stond de samenleving stil. In de media verschenen foto’s van regeringsleiders bij wie de tranen over de wangen vloeiden. Leven we in het laatste der dagen? Ga niet rekenen, zei iemand, maar let wel op de tekenen. Want één ding is zeker: in het licht van de eeuwigheid is Christus’ wederkomst zeer nabij. Nóg klinkt Zijn oprechte, ernstige en liefdevolle roepstem vanuit Openbaring 18:4: „Gaat uit van haar.” Heb Babylon niet lief. Doe niet met Babylon mee. Bekeer je, bekeer je, want waarom zou je sterven?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen