Praktische theologie
Harmen van Wijnen, Faith in small Groups of Adolescents: Being together as a basic given (Delft: Eburon Academic Publishers, 2016) 191 p., € 29,90 (ISBN 9789463010740).
Hoe betrekken we de jeugd bij de kerk? Dat is een vraag die vaak terugkomt in vergaderingen van kerkenraden of het onderwerp is van conferenties en symposia. Hierover verschijnen regelmatig nieuwe boeken, vooral met strategieën en programma’s om de jeugd te bereiken. Deze dissertatie van Harmen van Wijnen biedt echter meer dan het volgende nieuwe programma.
Basis voor dit boek is een onderzoek dat hij heeft gedaan onder vijf groepen jongeren.
Het onderzoek is gericht op de manier waarop kleine groepen van betekenis zijn voor het geloof van jongeren en hun verhouding tot de kerk. Van Wijnen was van 2004 tot 2011 directeur van de HGJB (Hervormd- Gereformeerde Jeugdbond) en van 2006 tot 2013 eindverantwoordelijk voor JOP (Jeugdorganisatie Protestantse Kerk). Vanaf 2009 is hij begonnen met zijn onderzoek, waarbij er bewust gekozen is voor een kwalitatief onderzoek. Dus niet het onderzoeken van cijfers over hoe betrokken de jeugd is, maar in groepen luisteren naar wat er leeft onder jongeren om dat te analyseren en te verwerken. Voor de verwerking wordt gebruikgemaakt van onderzoeksresultaten naar informele groepen en netwerken uit andere vakgebieden, vooral de sociologie.
‘De belangrijkste conclusie van dit onderzoek kan worden samengevat als volgt: “zijn” gaat vooraf aan “organiseren” en het individu kan niet “zijn” zonder anderen’ (167). Tijdens de adolescentie gaan jongeren op zoek naar wie ze zijn, tegelijk ontwikkelen ze zich als sociaal wezen. Het samenzijn met leeftijdsgenoten is een basisgegeven (de subtitel van de studie). De manier waarop ze die verbondenheid zoeken is echter wel anders dan vroeger. Minder gericht op het onderdeel zijn van een grotere organisatie of van de kerk als instituut. Juist die kleinere groep van jongeren is bepalend voor hun geloofsbeleving. Tegelijk is die geloofsbeleving niet slechts individueel, maar verbonden met wat ze samen ervaren als groep, de gesprekken die ze hebben over levensvragen, samen bidden en omzien naar elkaar. Voor de jongeren sluit de kleine groep meer aan bij het geloof in het dagelijks leven dan de zondagse eredienst. Van Wijnen stelt daarom in hoofdstuk 5 de vraag of dit samenzijn in kleine groepen gezien kan worden als (onderdeel van) ‘kerk zijn’. Hiervoor gebruikt hij het beeld van verbonden zijn met de bron in combinatie met de oude uitdrukking ‘ubi Christus, ibi Ecclesia’. Waar men verbonden is met de bron, met het evangelie, met de Geest van Christus, daar is men kerk. Onze focus in de kerk moet met het oog op jongeren (en de huidige maatschappij) volgens Van Wijnen minder op het instituut en de organisatie gericht zijn.
‘Wordt de kracht van het organische niet overschaduwd door het institutionele en organisatorische?’ (171).
Deze studie biedt een grondig onderzoek waarbij degelijk gebruikgemaakt is van theologische en sociologische bronnen. Vandaaruit worden kritische vragen gesteld en opbouwende aanbevelingen gedaan aan de kerk en het jeugdwerk. Het is daarmee een zeer relevante studie voor het jeugdwerk, maar ook breder voor kerk-zijn in de hedendaagse samenleving. Twintigers, dertigers en veertigers zijn eveneens minder gericht op instituten en organisaties en verhouden zich makkelijker in netwerken en andere organische verbanden.
In het nawoord worden al enkele kritische opmerkingen gemaakt bij het eigen onderzoek. Bijvoorbeeld bij de verdeling van de onderzoeksvraag in vijf deelvragen. Dat heeft volgens mij een voordeel en een nadeel: het is overzichtelijk met afgebakende deelconclusies, maar het levert af en toe wel wat herhaling op. Mijns inziens is een van de grootste pluspunten van deze studie ook een van de minpunten. De gebruikte methodologie is uitstekend, maar de beschrijving daarvan in het eerste hoofdstuk was voor mij iets waar ik doorheen moest worstelen. Dat maakt de studie minder toegankelijk voor de gemiddelde gemeentepredikant of jeugdwerker terwijl het onderzoek en de resultaten juist voor hen relevant zijn. Misschien dat een meer populaire versie in het Nederlands met minder technische termen juist daarin zou kunnen voorzien.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2019
Theologia Reformata | 112 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2019
Theologia Reformata | 112 Pagina's