Wijsbegeerte
Alvin Plantinga, Knowledge and Christian Belief (Grand Rapids: Eerdmans, 2015) 129 p., $ 26.00 (ISBN 9780802872043).
Deze uitgave is bedoeld als een ‘user-friendly’ versie van Warrented Christian Belief (2000). Die uitgave was destijds niet alleen een dikke pil van meer dan 500 bladzijden, maar vormde ook nog de afsluiting van een trilogie over epistemologische vraagstukken.
Wie enigszins op de hoogte is van het oeuvre van Plantinga, weet dat godsdienstwijsgerige vraagstukken als het ware ontspringen aan strikt wijsgerige discussies. Zo werd Warrented Christian Belief voorafgegaan door Warrant: The Current Debate en Warrent and Proper Function (beide uit 1993). Dat protestantse theologen geïnteresseerd zijn geraakt in Plantinga’s werk komt wellicht mede hierdoor dat in wijsgerige kringen (waar hij bekendstaat als een uitmuntend en gezagsvol analytisch filosoof) zijn visie op het gebied van de epistemologie wel wordt aangeduid als ‘Reformed epistemology’. Deze term werd overigens door Plantinga zelf al in 1980 gebruikt.
De onderhavige uitgave veronderstelt wel de nodige kennis van het wijsgerig debat, maar gaat toch meer dan de vorige publicaties in op het eigensoortige karakter van het christelijk geloof. Opvallend vond ik bijvoorbeeld zijn uiteenzettingen over het (dis) functioneren van onze cognitieve vermogens in verband met de zonde. De vraag of geloof als kennis kan worden aangemerkt en of die kennis dan ook nog redelijk gerechtvaardigd kan worden, wordt door Plantinga niet primair in verband gebracht met de redelijke fundering van onze kennis (geloofskennis is immers ‘properly basic’), maar met het op de juiste wijze functioneren van onze cognitieve vermogens. Op de achtergrond spelen oude discussies een rol, namelijk de gedachte dat geloofskennis irrationeel zou zijn en niet op waarheid stoelt, maar ‘misleidende kennis’ is die afleidt van de reële maatschappelijke vragen (Marx) of een illusie najaagt (Freud).
Plantinga beweert juist dat het geloof geen product is van ‘cognitive malfunction’ en dat het juist wel gaat om de waarheid van de geloofsinhoud die tot stand is gekomen door goed functionerende ‘belief-producing pocesses’. Het lijkt erop dat in dit geschrift van Plantinga naast de logische analyse er ook sprake is van een soort fenomenologische descriptie.
Welnu, volgens Plantinga is een ‘belief rational if it is produced by cognitive faculties that are functioning properly and successfully aimed at truth’ (46). Maar stuurt de zonde dit procedé van kennisverwering niet in de war? In dat verband worden interessante opmerkingen gemaakt over de aard van de zonde, maar is de conclusie wel dat de zonde toch primair een ‘affectieve disfunctie’ is (48-52). De zonde beschadigt de sensus divinitatis, maar heft die niet op. Niet alleen Calvijn en Jonathan Edwards worden aangevoerd als theologische bronnen, maar ook Thomas van Aquino. In de argumentatie merk je dat de cognitieve dimensie – en dus de propositionele waarheid – van het christelijk geloof een belangrijke factor blijft, maar dat opvallend genoeg de affectieve dimensie en het inwendig getuigenis van de Heilige Geest eveneens een constitutieve rol spelen. Als voer voor theologen is dit laatste boek van Plantinga een geslaagde onderneming te noemen. We mogen er gevoeglijk van uitgaan dat hiermee het oeuvre van de bijna 87-jarige filosoof is voltooid. In de serie Profiles blikte Plantinga in 1985 vooruit en voorzag hij nog wel een publicatie over ‘Calvinist epistemology’. Het werd een trilogie en met Warranted Christian Belief konden zelfs theologen uit de voeten. Echter, in de wereld van de vakfilosofen zal vooral zijn werk op het gebied van de ontologie en de modale logica als baanbrekend worden beschouwd (The Nature of Necessity, 1974).
Dat hij heilige huisjes omverstootte in het toen gangbare postkantiaanse seculiere klimaat werd mij duidelijk in 1979 toen ik bij hem studeerde. Tijdens een congres op Notre Dame University ontstond er een debat tussen Alvin Plantinga en de atheïst Kai Nielsen. Op een bepaald moment riep Nielsen ten einde raad uit: ‘Where have you been the last two hunderd years?’ Waarop Plantinga, met een brede grijns om de mond, doodgemoedereerd antwoordde: ‘I am not that old’.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2019
Theologia Reformata | 130 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2019
Theologia Reformata | 130 Pagina's