Boekbesprekingen
Herman Paul, Shoppen in advent. Een kleine theorie van secularisatie (Utrecht: KokBoekencentrum, 2020) 142 p., € 13,99 (ISBN 9789043532983).
De mens is een verlangend wezen, zei Augustinus. Secularisatie vandaag houdt in dat verlangen naar God wordt overschaduwd door verlangen naar wat hij het saeculum noemt, de tijd tussen Christus’ komst en wederkomst. Zo valt de hoofdlijn te typeren van dit essay, dat verscheen ter gelegenheid van het afscheid van Herman Paul als bijzonder hoogleraar secularisatiestudies aan de Rijksuniversiteit Groningen (2012-2020). Het gaat dan niet alleen om kerkverlaters want ook kerkgangers kunnen zich verliezen ‘in verlangens naar status, succes en welvaart’, zodat God in hun leven op de achtergrond raakt. Met het essay bedoelt Paul een dialoog te voeren tussen theologie en sociale wetenschappen, waarbinnen men zich ‘inmiddels’ interesseert voor religieuze ervaringen. Voor sociologen is secularisatie geen trend maar een optie, contextueel bepaald; als zodanig ook geen onafwendbaar historisch proces maar ‘een historische optie’. Zo werd kerkverlating in de jaren zestig geassocieerd met nieuwe levensstijlen, mogelijk gemaakt door stijgende welvaart, die een nieuw ‘zelf’ van mensen creëerde.
‘De kerk legde het niet af tegen concurrerende ideologieën, maar tegen zondagse motortrips en nieuwe meubels. Al bleven mensen bidden voor hun eten en hun kinderen uit de kinderbijbel voorlezen, gesteld voor de keuze tussen een kerkdienst en een uitje op zondag kozen velen voor het laatste.’ Hun geloof bleek intussen moeilijk op volgende generaties over te dragen.
Een hoofdstuk lang gaat Paul dan in op de religie van het consumentisme (‘hoe shoppen mensen vormt’), dat appelleert aan menselijke verlangens ‘om het goed te hebben, succesvol te zijn en door anderen te worden gezien’, alles behorend tot het saeculum dat voorbijgaat. Paul laat hier niet onbenoemd consumentisme bij christenen die al shoppend de ene kerk voor de andere verruilen, waarbij geloof ‘een spiritueel consumptieartikel’ wordt.
Als Paul de ‘historische, sociologische, antropologische en psychologische bouwstenen’ bijeen heeft gebracht, plaatst hij ten slotte alles in theologisch perspectief. Als het saeculum de tijd tussen Christus’ komst en wederkomst is (in het Grieks de aioon: αἰών), dan staat voor een christen deze periode in het teken van verlangend uitzien naar de adventus, de komst van hun Heer. Secularisatie laat zich dan verstaan als adventsverlegenheid, met Martin Buber Gottesfinsternis. En zo komt Paul tot de these dat shoppen in het consumentisme en advent als christelijke verwachting de polen zijn waartussen de secularisatie zich voltrekt. Secularisatie behoeft intussen geen langetermijnproces te zijn maar is ‘een transformatie van het ik’, dat ook onderhevig kan zijn aan deseculariserende krachten.
Rest de vraag hoe de kerk de mensen kan oefenen in ‘adventsverlangen’. Nu sociaal wetenschappers (vooral) aandacht hebben voor de culturele betekenis van religie, geeft (de jonge) antropologie van het christendom aanzetten tot een antwoord. ‘Advent in shopping mall’ heet de laatste paragraaf. Conform het bijbelse ideaal van ‘een zoutend zout’ en een ‘lichtend licht’ zou adventsverlangen, het saeculum voorbij, de levens van christenen toch alle dagen van de week moeten doortrekken?, vraagt hij. Mensen die consciëntieus ‘consuminderen’, stellen hem de vraag hoeveel waarde hij hecht aan huis, auto, restaurantbezoek. Om met Augustinus af te sluiten, die betoogde dat de kerkelijke kalender is gevuld met heiligendagen ter herinnering aan christenen die zo compromisloos verlangen naar God, dat ze hem aanspoorden niet tevreden te zijn met halfslachtig christen-zijn. De alledaagse praktijk van werken, zorgen, eten, reizen raakt namelijk directer aan secularisatie ‘van het ik’ dan grote woorden over rationalisering en individualisering. Maar de verscheurdheid van het ik zal vóór het eschaton niet worden opgelost (opnieuw Augustinus). Laat de kerk dan in haar lezen, bidden, preken en zingen vergezichten blijven openen waartegen ‘het shoppende zelf’ met zijn nauwe focus op het hic et nunc schamel afsteekt. Mensen die op hun ziekbed getuigen van hun verlangen om bij God te zijn, stellen ‘preoccupatie met het hier en nu’ ter discussie.
Paul schreef een hoogwaardig essay – hij noemt het zelf bescheiden ‘een kleine theorie’ – waarvan men zou mogen hopen dat het bij de sociaal wetenschappers evenveel respons oproept als hun gedachten dat bij hem doen. Wel moet worden gezegd dat het boek niet direct toegankelijk is voor het ‘gewone’ gemeentelid, mede door de vele Engelse quotes. Het boek vraagt om doorvertaling, vooral ook omdat Paul sterk de binnengemeentelijke secularisatie benadrukt. Rest voor mij nog wel de vraag in hoeverre geloofsleven, dat meer is dan rationeel, zeg bevindelijk van aard, ook meer weerstand zou bieden tegen de door Paul gedefinieerde secularisatie. Wat doet de Heilige Geest met ‘het ik’? Zo bezien smaakt dit boek naar (nog) meer.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2020
Theologia Reformata | 139 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2020
Theologia Reformata | 139 Pagina's