PASEN, leven UIT GODS WERKELIJKHEID
Pasen predikt ons Jezus’ overwinning. Toen Hij op Goede Vrijdag de kruisdood stierf, leek alles verloren. Zijn vijanden juichten. De duivel en zijn demonen vierden feest. Zijn vrienden treurden en weenden. Maar op de Paasmorgen blijkt – en de contouren daarvan werden al op Goede Vrijdag zichtbaar: Hij is niet de grote Verliezer maar de grote Overwinnaar. Als Hij opstaat uit de dood liggen de macht van de zonde, de duivel en de dood als evenzovele vijanden verslagen aan Zijn voeten. Het oude Paaslied getuigt: ‘Wees gegroet, gij eersteling der dagen, morgen der verrijzenis/ bij wiens licht de macht der hel verslagen/ en de dood vernietigd is’. Dat is een onuitsprekelijk rijke werkelijkheid. Maar hoe vaak lijkt de werkelijkheid van alledag daar niet totaal mee in strijd?
JOHANNES
Ik denk aan de apostel Johannes. Hij is oog- en oorgetuige geweest van Jezus’ kruisdood, opstanding en hemelvaart. Hij heeft uit de volheid van zijn hart gesproken van de liefde Gods geopenbaard in Christus. Maar aan het einde van zijn leven wordt hij wel gevangen genomen en gedeporteerd naar Patmos en dat ‘om het Woord Gods en om de getuigenis van Jezus Christus’ (Openb. 1:9). Hij was en is niet de enige. Integendeel, wat zijn er de eeuwen door een felle christenvervolgingen geweest en ze gaan door tot op de dag van vandaag. Kijkt u de cijfers die Open Doors jaarlijks publiceert, er maar op na. Wij mogen in ons land nog in vrijheid samenkomen, maar als de voortekenen ons niet bedriegen, zullen we ook in ons vrije Westen ermee moeten rekenen dat de vrijheid om God naar Zijn Woord te dienen al meer zal worden ingeperkt.
Nochtans blijft de boodschap van Pasen staan. Juist als naar het uiterlijke alles in strijd lijkt met Pasen, verschijnt Christus in Zijn alles overtreffende paasglorie aan Johannes. Johannes ziet Hem, terwijl Hij wandelt in het midden van de zeven gouden kandelaren die Zijn gemeente van alle tijden en plaatsen symboliseren. Als een onderstreping van wat Hij eerder beloofde: ‘En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot aan de voleinding der wereld’ (Matth. 24:20). Maar daar blijft het niet bij. Want zijn Meester geeft hem ook een indrukwekkend vergezicht op Zijn troon.
Als Johannes op de dag des Heeren vanaf het strand van Patmos zijn ogen laat gaan over de Egeïsche Zee brengt Gods Geest hem in een vertrekking van zinnen en ziet hij een geopende deur in de hemel. Het is de deur die uitzicht geeft op eeuwige werkelijkheid van God. Wat Johannes dan te zien krijgt, moet op hem een onuitwisbare indruk hebben gemaakt: ‘En ziet, er was een troon gezet in de hemel’ (Openb. 4:2). Op de troon ziet hij één grote flonkering van licht en edelstenen: ‘En Die daarop zat, was in het aanzien de steen jaspis en sardius gelijk’. Het weerspiegelt Gods immense macht, glorie en heerlijkheid. Deze troon is een beeld voor Gods koninklijke heerschappij. Van die troon gaat de prediking uit dat Hij de Koning der koningen is en de Heere der heerscharen. De God Die het al gebiedt!
VERTROOSTEND
Hoe vertroostend moet dit alles voor de apostel zijn geweest. Als hij alleen met zijn lichamelijke ogen ziet en let op alles wat zich rondom hem in deze wereld afspeelt, dan is er ontzettend veel dat hem benauwt. Dan ziet hij hoe er in Rome een keizer regeert, die zich als een god laat vereren en de christenen te vuur en te zwaard vervolgt. En dan ziet hij hoe in dat immense Romeinse Rijk miljoenen en nog eens miljoenen mensen verblind worden door de afgodendienst. En hoe in dat rijk Gods gemeente slechts een uiterst minieme minderheid vormt. En we kunnen ons voorstellen dat dat Johannes met vele zorgen vervult. Hoe zal het gaan met de voortgang van Gods werk? Hoe zal het gaan met de gemeenten, waarvan sommige nog jong zijn en onervaren in het geloof? Hoe blijft Gods kudde staande te midden van alle verleiding, verzoeking en vervolging? Maar door middel van dit visioen bemoedigt zijn Meester hem. Hij zegt: ‘Johannes, kijk niet alleen naar beneden, maar kijk vooral omhoog. Want er is nog een andere werkelijkheid. Kijk door die geopende deur. En zie, Wie het nu werkelijk voor het zeggen heeft en Wie er nu werkelijk regeert. Dat is niet de keizer. Dat zijn niet de afgoden. Dat is evenmin het ongeloof. Maar dat ben Ik. Ik regeer. Ik zit op Mijn troon in de hemel!’
Wat is het van het grootste belang dat ook wij daaruit leven. Want ook vandaag maakt de macht van de duisternis zich breed. Er is velerlei verzet tegen God, Zijn Woord en Zijn gemeente. In ons eigen land maar ook wereldwijd. Maar Pasen predikt ons: Christus is Overwinnaar. En de visioenen die Johannes op Patmos ontvangt, laten ons zien: God regeert. Het wordt ons getoond opdat ook wij ons niet door de schijn van de dingen laten bedriegen. Ons niet zullen laten imponeren door alles wat de media en de complotdenkers ons voorschotelen of regeringsleiders en rechters doen. Maar dat we slechts voor Eén beven. Slechts voor Eén met diep ontzag vervuld zullen zijn. Slechts naar Eén zullen horen en op Eén ons vertrouwen zullen stellen. En dat is de levende God en Zijn Zoon, Jezus Christus.
Hij regeert. Hij is de Eerste en de Laatste. En dwars door alles heen gaat Hij soeverein Zijn weg. Hij volvoert Zijn raad. Hij zamelt Zijn onderdanen in. En Hij werkt met grote haast en ijver aan op Zijn toekomst. Dat is op de volkomen ondergang van het rijk der duisternis en van allen die zich ten einde toe tegen Hem blijven verzetten. Maar ook op Zijn volkomen overwinning. De eeuwige thuiskomst van Zijn gemeente.
De nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Waar Hij zal zijn alles en in allen. Daarom moet ten diepste maar één zorg ons vervullen: dat wij van Hem zijn. Dat wij door geloof en bekering Hem en Zijn Zoon toebehoren. Dat we Hem dienen en gehoorzamen. Daar liggen beloften voor. Dat is leven met Paasuitzicht.
EENS KOMT DE GROTE ZOMER
Dat brengt bij nog een laatste element. Want boven de troon ziet Johannes ook een grote, indrukwekkende regenboog. Een herinnering aan Gods verbond met Noach. Tegelijk een machtig symbool van Gods trouw. Dat God trouw blijft aan Zijn schepping en Zijn volk. Maar er is met deze regenboog iets bijzonders. Normaal valt de regenboog in zeven kleuren uiteen. Maar de boog die Johannes ziet heeft maar één kleur, namelijk die van de smaragd. Dat is een edelsteen met een lichte, zachtgroene kleur.
Dat bevat een ontroerende prediking. Want dat lichte, zachte groen is de kleur van de lente. Als in het voorjaar het nieuwe leven ontluikt, ziet u overal dat tere, lieflijke groen tevoorschijn komen. Het is een profetie van de zomer die komt. Zo is de regenboog boven de troon van God niet alleen een teken van Gods trouw, maar ook een teken van hoop. Die smaragdgroene regenboog predikt: ‘Eens komt de grote zomer…’! De dag waarop de Heere het in al zijn volheid zal waarmaken: ‘Ziet, Ik maak alle dingen nieuw…’! Hoe is het? Leven we uit deze werkelijkheid van Pasen?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 april 2021
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 april 2021
Zicht op de kerk | 32 Pagina's