Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In onze eigen taal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In onze eigen taal

6 minuten leestijd

Tijdens het Pinksterfeest waren Joden uit de gehele diaspora aanwezig in Jeruzalem. Elk sprak zijn eigen taal, waarin hij geboren was (Hand. 2:8). Tot hun ontzetting en verwondering hoorden zij de apostelen in hun eigen taal spreken. Verwonderd waren zij, want de apostelen waren afkomstig uit Galilea. Op een Galileeër werd neergekeken. Zij waren doorgaans niet geletterd en spraken slechts de taal waarin zij waren opgevoed. Petrus had zichzelf verraden door zijn tongval: ‘Uw spraak maakt u openbaar’ (Matth. 26:73).

Wonderlijk dat de Heere Jezus het merendeel van Zijn discipelen had geroepen uit het verachte Galilea. Galilea had geen aanzien, het telde niet mee, er was nooit een profeet uit die streek opgestaan en uit Nazareth kon al helemaal niets goeds komen. Als de Heilige Geest wordt uitgestort beginnen de apostelen in andere talen te spreken. Door de Geest bezield spreken zij hoorbaar, verstaanbaar, luid, duidelijk en ordelijk.

De menigte die hen aanhoort, afkomstig uit een groot gebied, zich uitstrekkend van Klein-Azië tot Iran (Perzië) en de gehele kust van Noord-Afrika van Egypte tot Libië, hoort hen de grote werken Gods spreken. Sommigen weten niet wat ze ermee moeten en wat men ervan moet geloven, anderen drijven er de spot mee.

Taal, Gebied En Cultuur

Elk mens spreekt zijn taal. Taal maakt deel uit van een cultuur en van iemands identiteit. Het spreken van verschillende talen in een land kan leiden tot een diepgaand etnisch conflict. Denk aan de taalstrijd in België tussen het Vlaams en het Waals (Frans). In ons land wordt Nederlands en Fries gesproken. Sinds enkele jaren is het Nedersaksisch een officieel erkende taal. Het bestaat uit een groep niet-gestandaardiseerde dialecten die gesproken worden in het noorden van Duitsland en de Nederlandse provincies Groningen, Drenthe, Overijssel en delen van Gelderland. In ons land is gelukkig nooit echt sprake geweest van een taalstrijd.

Wel valt op dat de regionale verschillen groot kunnen zijn. Wie een onvervalst Nedersaksisch dialect spreekt wordt in het westen van Nederland niet verstaan. Dat geldt andersom ook. De Lage Landen aan de Noordzee kennen een enorme diversiteit in natuur en landschap, gesproken taal of dialect, gewoonten en mentaliteit. Terecht wordt in verband met het stikstofdebat en de boerenprotesten gewezen op de langzamerhand gegroeide kloof tussen Den Haag en het platteland. Doorgaans is de westerling open, toegankelijk en direct, de oosterling is voorzichtig, kijkt meer de kat uit de boom en geeft niet meteen zijn mening. In politiek en maatschappij wordt de vraag gesteld hoe het komt dat wij Nederlanders de laatste jaren zover uiteen zijn gegroeid, elkaar niet meer begrijpen.

Boeren klagen dat er over hun hoofden heen ver strekkende beslissingen worden genomen die hun bedrijfsvoering keer op keer raken. Denk ook aan de onvrede rond de toeslagenaffaire en het feit dat Nederland jarenlang heeft geprofiteerd van de aardgasbaten maar dat de Groningers nu zitten met het probleem van de aardbevingsschade.

Communicatie heeft niet alleen te maken met het spreken van dezelfde taal en het gebruik maken van dezelfde woordenschat. Het ligt dieper, het gaat om het luisteren naar dieperliggende intenties, gevoelens, verlangens, tradities, soms jarenlange of zelfs eeuwenoude gebruiken. Iemand spreekt niet slechts de taal of het dialect van de plaats waar hij geboren is, hij is gevormd en gestempeld door de plek waar hij is opgegroeid, de school waar iemand als kind naar toe ging, de kerk waar men bij behoort, het vak dat je leert en het beroep dat je uitoefent, iemands familie en de geschiedenis ervan, inclusief het voorgeslacht.

Grote Werken Gods

Op de Pinksterdag hoorden Joden uit allerlei windstreken de grote werken Gods verkondigen. De Heilige Geest maakte dat de apostelen verstaan werden. Op machtige wijze brak het Woord in het leven van de hoorders in, het greep in op hun voorstellingen en gedachten, hun wereld waarin zij leefden en werkten, hun specifieke context. Zij wisten zich aangesproken, stonden versteld en raakten verslagen. Het Woord deed kracht, werkte ontwrichtend op hun denkbeelden, wierp hun opvattingen ondersteboven en deed hen ten slotte uitroepen: ‘Wat zullen wij doen, mannen broeders?’ (Hand. 2:37). De grote werken Gods cirkelen rond de persoon van Jezus Christus, Zijn dood aan het kruis, Zijn opstanding, hemelvaart en terugkeer op de jongste dag. Het spreken over de grote werken Gods mondt in Petrus’ toespraak uit in het machtige slotakkoord: ‘Zo wete dan zekerlijk het ganse huis Israëls, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk dezen Jezus Dien gij gekruist hebt’ (Hand. 2:36). Petrus sprak het Woord Gods. Ieder hoorde hem spreken in zijn eigen taal. Het Woord landt in het binnenste of het landt in het geheel niet. Het wordt verstaan of het wordt niet verstaan, ter harte genomen of juist niet. Het Woord maakt scheiding, tussen degene die de boodschap gelooft en degene die de boodschap verwerpt. Het is de Heilige Geest Die niet alleen het Woord doet horen, maar ook toepast aan het hart van de zondaar. In het hart komt het geloof dat Hij eenzijdig werkt, daar ontstaat kennis van en omgang met God.

Verborgen Omgang

Die kennis is niet slechts rationeel, verstandelijk en talig. Het is een doorleefde, een geestelijke, bevindelijke en op de gehele persoon betrokken kennis, die onder meer tot uitdrukking komt in Psalm 25:7 (berijmd): ‘Gods verborgen omgang vinden / zielen waar Zijn vrees in woont; / ’t heilgeheim wordt aan Zijn vrinden, / naar Zijn vreêverbond, getoond.’ Het vervolg van dit berijmde psalmvers drukt uit dat er niet altijd wordt gesproken. De regels ‘D’ ogen houdt mijn stil gemoed / opwaarts om op God te letten’ laten zien dat de gelovige weet heeft van een sprekend zwijgen of een zwijgend spreken. Waar God met majesteit spreekt ontstaat stilte. Aäron zweeg stil (Lev. 10:3) toen de Heere twee van zijn zonen door het vuur verteerde. Aäron murmureerde niet tegen het rechtvaardige oordeel Gods. Maar méér nog wanneer God in Zijn genade spreekt, ontstaat er stilte. Dat is de stilte van de aanbidding. Psalm 62:2: ‘Immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn heil.’ Het slot van Psalm 25:7 berijmd spreekt van redding uit de nood en de strik van duivel, wereld en eigen zondige vlees: ‘Hij Die trouw is, zal mijn voet / voeren uit der bozen netten’. De gelovige is niet zonder bestrijding. Hij kent verlating, duisternis, verharding, ongevoeligheid, dorheid, verzoeking, vleselijke lusten en ga zo maar door. In de Psalmen wordt hier uitdrukking aan gegeven. Ook onze Psalmberijming, waarvan onlangs herdacht werd dat we deze 250 jaar geleden gekregen hebben, vertolkt de klacht, het besef van zonde, de afstand tussen de heilige God en de onheilige mens, maar ook de jubel, het heil, de zaligheid, het verlangen, het offer, de verzoening en het aangezicht van God in gunst tot mij gewend.

Slot

Het geestelijke en bevindelijke leven onder ons is gestempeld door de taal van de Statenvertaling en de psalmberijming van 1773. Het is ook de taal die Nederland gevormd heeft. Er is van deze erfenis niet veel meer zichtbaar in de breedte van de 21e-eeuwse Nederlandse samenleving. Toch is het er nog. Ook in onze eigen taal moeten en mogen de grote werken Gods verkondigd worden. Het grote werk van Jezus Christus, dat Hij verrichtte op aarde. Maar ook het werk dat de Heilige Geest in het hart verricht, het geloof dat Hij ontsteekt, de nieuwe geboorte die Hij werkt, de overgave en het rusten in God. En dat werk kent zijn vruchten, in geloof, in wandel en het antwoord in de taal die men spreekt, waarin men bidt, klaagt, zucht en jubelt van het heil in Christus dat nooit vergaat.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 2023

Zicht op de kerk | 32 Pagina's

In onze eigen taal

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 2023

Zicht op de kerk | 32 Pagina's