Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

NOACH

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

NOACH

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

(14)

„En God zegende Noach en zijn zonen, en Hij zeide tot hen: eest vruchtbaar en vermenigvuldigt, en vervult de aarde!" Genesis 9 : 1—7

De mens is naar het beeld van God geschapen, of zoals we eigenlijk lezen: n het beeld van God. En daarin is de fundering aangegeven van het verbod tot het vergieten van het bloed van een mens. Van de dieren geldt, dat zij geschapen zijn naar hun aard, maar van de mens wordt de verhouding tot zijn Schepper, als wezenlijk kenmerk genoemd. God wil met de mens een verhouding en ook een geschiedenis aangaan. Als geschapen in het beeld van God staat de mens onder bijzondere bescherming van God. En deze beschutting is er met het oog op de voortplanting en op het vruchtbaar zijn van de mens. Vandaar worden de woorden van Genesis 9 : 1 in enigszins gewijzigde vorm in vers 7 herhaald: Maar gij, weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt; teelt overvloedig voort op de aarde, en vermenigvuldigt daarop."

We vernemen hier het positieve gebod om de aarde te bewonen. De mens heeft zich te verspreiden over de ganse aarde en hij heeft zich te verspreiden door de tijd heen, van geslacht tot geslacht. In de ruimte en in de tijd zal het vol zijn van het beeld van God, zo zouden we mogen samenvatten. In plaats van het bloed van een medemens te vergieten heeft de mens het leven te bewaren en door te geven. Letten we er op dat hier van een gebód tot vruchtbaarheid sprake is. In oude joodse uitleg wordt de nadruk er op gelegd, dat degene, die weigert vruchtbaar te zijn en nageslacht voort te brengen gelijkt op degene, die het bloed van zijn naaste vergiet. En dat verband laat de tekst ons duidelijk horen: het verbod tot bloedvergieten staat aan begin en einde als het ware omklemd door het gebod voor de mens om vruchtbaar te zijn op aarde. Trouwens heeft niet elk verbod in de Schriften zulke positieve keerzijde van een gebod? Het zeggen en aanzeggen „hoe het niet moet" staat van Godswege immer in de kontekst van het heilzaam gebod „hoe het wel mag".

Na de zondvloed zal de mensheid zich over de aarde hebben te verspreiden. En wanneer dit gebod op verzet stuit, zoals in de bouw van de stad en toren van Babel straks tot uiting komt, dan daalt God Zelf neer en brengt door middel van de verwarring van de taal toch de bedoelde verstrooiing tot stand. Hij wil dat de mens over het aangezicht van de aarde — zo staat het letterlijk geschreven — zich verspreidt. De aarde zal een gezicht hebben, dat voor Zijn Schepper toonbaar is. En daartoe zal de mens de aarde bebouwen en bewaren, zij het tussen de doornen en de distels en zij het ook in het zweet van zijn aanschijn.

Zo zien we de zegen van God over Noach en zijn zonen heel aanschouwelijk voor ons. God wil na de zondvloed de ganse aarde en de gehele geschiedenis van deze wereld vervullen met de mens, die naar Zijn beeld geschapen werd.

Intussen dringt de vraag uit de diepten van ons bestaan zich op: waarom deze geschiedenis na de zondvloed? Waarom dit instand houden van het menselijk geslacht? Is niet het leven op aarde, naar de toon van de Prediker, mateloos vermoeiend? Het vergezicht, dat zich hier van meet af na de zondvloed opent is dat van het Koninkrijk van God. Dat tóch komen zal. Omdat de HEERE het niet opgeeft, ondanks de ongehoord diepe kloof die de zondige mens dwars door de schepping heenslaat, deze aarde te dragen en te verdragen vooral ook. Gaan wij mensen bij onszelf te rade, en

geven we ons enigermate over aan moedeloze invallen, dan kunnen we nauwelijks begrijpen dat God — ook vandaag — deze wereld blijft dragen. In het verbond met Noach heeft God Zijn beschermende wetten gegeven tegen het blijvend aanstormen van vernietiging en chaos. Deze aarde, zoals zij zich aan ons voordoet in gebrokenheid en ook wanhoop, is en blijft gedragen door het verbondswoord van de God van Noach. En dat Hij na de zondvloed verder wil gaan, geeft ons de eigenlijke grond om ook verder te mogen gaan. Over deze aarde heen en door de tijd heen. Totdat de vuurdoop de doortocht zal inluiden naar de nieuwe aarde onder de nieuwe hemel...

De zegen van God na de watervloed geeft de mens verlof voortaan ook vlees van dieren als voedsel te gebruiken. Terwille van het leven van de mens op aarde sterven dieren. Zo vanzelfsprekend als we dit wellicht kunnen vinden, zo volstrekt ongewoon zou het ons moeten voorkomen. Immers een dier geeft nu het eigen leven terwille van de mens. Er is sprake van een offer! Er wordt een lam afgezonderd van de kudde en het wordt geslacht om de mens bij het leven te behouden.

En hier worden christenen bepaald bij het offer van het Lam van God. Jezus Christus is het Lam van God, dat geslacht is. Hem horen we zeggen, dat Zijn vlees waarlijk spijs is en Zijn bloed waarlijk drank. Zulke ondoorgrondelijk diepe woorden kunnen we slechts horen en bewaren bij het zien van de gegeven tekenen van brood en wijn. Het lichaam en het bloed van Christus worden in tekenen en zegels aan de gemeente gegeven tot versterking van geloof, dat zwak is. Want de ogen willen opnieuw verlicht zijn. het lichaam wil opnieuw gesterkt zijn, de ziel wil opnieuw gelaafd zijn. Zonder de gegunde tekenen van het offer van Christus kan het geloof niet door de woestijn heen komen. De taal van het klassieke avondmaalsformulier vertolkt de zegen in het eten en drinken van het lichaam en het bloed des Heeren.

Vanuit het offer van het Lam van God komt vervolgens een oude vraag in nieuw licht te staan. En dat is de vraag of het geoorloofd is bloed te eten. Genesis 9 verbiedt uitdrukkelijk het eten van bloed. En we w r eten dat in het boek Handelingen deze vraag terugkeert. Wanneer de indringende vraag aan de orde is of het gebod de wet van Mozes te onderhouden ook de gemeente uit de volken geldt, dan horen we dat aan de heidenen die zich tot God bekeerd hebben geschreven zal worden, dat , , zij zich onthouden van de dingen, die door afgoden besmet zijn. en van hoererij, en van het verstikte en van bloed" (Hand. 15 : 20). Waarom zouden we deze woorden niet ernstig en letterlijk hebben te verstaan met het oog op ons leven vandaag?

Bescherming tegen bloed-dorst, tegen moord-zucht is blijvend nodig. Wanneer iemand zegt , , Ik kan geen bloed zien", klinkt een diepe huiver en schroom vanwege het stromende bloed, waarin het leven wegvloeit. We zouden vanuit de viering van het Heilig Avondmaal, en in dat licht, over deze vragen opnieuw in onze dagen hebben na te denken. Wanneer in het Evangelie ons wordt toegesproken, dat het bloed van Jezus Christus. Gods Zoon, reinigt van alle zonde, welk licht werpt deze belofte over het leven na de zondvloed? We kunnen daardoor des te dieper gaan beseffen wat het betekent te mogen leven van het offer van de Ander. Heel het leven kan daardoor in ander licht komen te staan: aan het brood op tafel is de stervende graankorrel voorafgegaan, aan het vlees op tafel is het offer van een dier voorafgegaan. Zo kunnen we ontdekken hoe heel ons bestaan gedragen wordt door het offer. Aan wie hebben we ons leven te danken? Waaraan hebben we ons leven te danken? Dan wordt het vol van verwondering om ons heen. en dringt het langzaam maar heel zeker tot ons hart door wat het wil zeggen, dat in deze aarde na de zondvloed het kruis van Golgotha heeft gestaan. Maar ook wat het betekent, dat Johannes het Lam heeft gezien, staande als geslacht. De Gekruisigde is de Opgestane, en daarom is er leven op aarde mogelijk.

En dan ook dit: eseffen we in deze wereld van moord en doodslag — dag in dag uit de zeeën van bloed — dat de mens geschapen is naar het beeld van God? De Schepper mag niet beroofd worden doordat de mens het leven wordt genomen. Elk mensenleven is kostbaar in Zijn ogen. En ook de dieren mogen niet het mensenleven nemen, zoals de wetten van Mozes aangeven. Vandaar dat wilde dieren ook getemd kunnen worden. Dat geldt wilde dieren, vogels, kruipende dieren, zeedieren. Zij worden naar het woord van Jacobus getemd door de menselijke natuur. Des te meer moet het ons treffen dat de menselijke tong, in tegenstelling daarmee, niet te temmen is. De tong is een onbedwingelijk kwaad, vol van dodelijk venijn, waardoor wij zowel God kunnen loven als onze medemens kunnen vervloeken (Jak. 3 : 9). En die medemens, zegt ook Jakobus, is naar de gelijkenis van God gemaakt. Daarmee is ons helder voor ogen gesteld, dat het doden van een medemens ook betrekking heeft op het dodelijke kwaad dat de tong aanricht. Moord en doodslag kan zich ook voltrekken in het dood-zwijgen van een medemens, of in het dood-kijken van de ander. Laten we dan in het hart van de gemeente bedenken dat onze naaste geschapen is naar het beeld van God, en dat ook dit mensenleven van God en voor God bestemd is. In de liefde van Jezus Christus is de mogelijkheid geopend — als een opstanding uit de doden en een wedergeboorte ten eeuwigen leven — de naaste lief te hebben in plaats van naar het leven te staan...

Zo mag ons om Christus' wil ten diepste vervullen de verwondering, dat God met deze wereld een geschiedenis wil gaan. Als mens, naar het beeld van God geschapen, zijn we midden in die geschiedenis gezet. Ergens op deze aarde. En nu, in de wereld geworpen, hebben we er doorheen te komen, of ons er doorheen te slaan? Nee, zulke taal hoeft ons niet over de lippen te komen. We mogen schuilen in de zegen van God over Noach en zijn zonen. En die zegen maakt het leven op aarde dragelijk. Zelfs méér dan dat: die zegen maakt het leven op aarde vruchtbaar. Tot méérdere lof aan God.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

NOACH

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's