Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Boek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Boek

26 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als je iemand vraagt een aantal opzienbarende veranderingen te noemen die in de vorige eeuw hebben plaatsgevonden, zal hij ongetwijfeld wijzen op allerlei ontwikkelingen in wetenschap en techniek. Zelden zullen echter de ingrijpende veranderingen in de Nederlandse taal worden genoemd.

Het Nederlands heeft in de twintigste eeuw een sterke ontwikkeling doorgemaakt. Dat is niet vreemd, want Nederlands is immers een levende taal en wat leeft, verandert. In Van Dale Handwoordenboek van hedendaags Nederlands (2e dr. 1995) schrijft de redacteur: 'Door vele taalkundigen wordt de woordenschat van een taal gezien als een spiegel van maatschappelijke veranderingen. Verandert de maatschappij, dan heeft dat taalgroei, maar ook taaireductie tot gevolg'. Dat onze maatschappij veranderd is, kan iedereen gemakkelijk vaststellen. Die verandering weerspiegelt zich in onze taal en dat heeft consequenties voor de communicatie, ook in het kerkelijke leven.

Een levende taal blijft zich ontwikkelen en de taalgebruikers moeten daarin meegaan, of zij dat nu prettig vinden of niet. Ook bij bijbelvertalingen speelt dit een rol. De taal van de Statenvertaling, de belijdenisgeschriften en de liturgische formulieren wijkt ten aanzien van woordkeus en zinsbouw sterk af van het hedendaagse Nederlands. Vele ouderen en jongeren begrijpen die taal niet meer en dat verklaart voor een deel de grote populariteit van Het Boek, dat als een eigentijdse verwoording van de Bijbel gepresenteerd wordt. Voordat wij over deze uitgave gaan spreken, eerst nog enkele opmerkingen vooraf over vertalen in het algemeen.

'In onze eigen taal'

In Handelingen 2:11 staat: 'Wij horen hen in onze eigen taal van de grote werken Gods spreken.' Dat is in de loop der eeuwen maatstaf en norm geweest in prediking en bijbelvertaalwerk. Zendelingen en evangelisten hebben geprobeerd in begrijpelijke taal het christelijk geloof door te geven. Aanvankelijk konden zij daarbij gebruik maken van het koinè-Grieks en het Latijn. In de Middeleeuwen bediende de westerse kerk zich in de liturgie van het kerklatijn, maar in pastoraat en prediking ook van de volkstaal. Dat verklaart waarom er zoveel bijbelse woorden en begrippen in de Germaanse talen zijn opgenomen. Met grote vindingrijkheid zijn de zendelingen erin geslaagd Germaanse equivalenten te vinden voor de vaak moeilijk te vertalen Hebreeuwse of Griekse begrippen, als 'zonde' en 'genade', 'hemel' en 'hel'.

In de Reformatie heeft men de waarde van de volkstaal voor de communicatie van het christelijke geloof goed begrepen. Luther, Calvijn en andere reformatoren ontworstelden zich aan het kerklatijn en eisten dat de prediking en de Schriftlezing in de volkstaal zouden geschieden. Tijdens de Reformatie verschenen er dan ook tal van bijbelvertalingen.

Vooral Luther heeft benadrukt dat het Evangelie in de taal van de gewone mensen vertaald moet worden. Hij schreef in zijn Zendbrief over het vertalen (1530): 'Men moet niet aan de letters van de Latijnse taal vragen, hoe men Duits moet spreken. Men moet de moeders in huis, de kinderen op straat, de gewone man op de markt vragen en er goed op letten, hoe zij spreken en daarna moet men vertalen. Dan verstaan ze het en merken, dat men Duits met hen spreekt'. Dat was de aanpak van Luther: het Evangelie in de omgangstaal. In zekere zin koos hij voor wat nu in de vertaalwetenschap genoemd wordt de dynamisch-equivalente vertaalmethode: een gedachte-voor-gedachte-vertaling.

Een interessant voorbeeld van deze manier van vertalen is het volgende. Luther zit met het probleem dat hij uit het Grieks moet vertalen: 'Uit de overvloed van het hart spreekt de mond' (Matth. 12:34). In de genoemde Zendbrief over het vertalen tekent hij daarbij aan: 'Zeg mij, is dat Duits? Wat is overvloed van het hart voor een ding? Je kunt dat in het Duits niet zeggen. Het zou betekenen, dat iemand een hartvergroting heeft of teveel hart heeft. Je kunt ook niet zeggen: overvloed van het huis, overvloed van de kachel. Maar moeder de vrouw en de gewone man zeggen: Waar het hart vol van is, daar vloeit de mond van over.'

In ons land hebben vrijwel alle protestanten tot in de twintigste eeuw gebruik gemaakt van de Statenvertaling, waarin zo letterlijk mogelijk wordt weergegeven wat er in de grondtekst staat. De taal daarvan blijkt echter nu voor de meeste Nederlanders erg moeilijk te zijn, zelfs voor degenen die ermee opgegroeid zijn. Toen in 1988 Het Boek uitkwam, naar het voorbeeld van The Living Bible, was de vraag ernaar dan ook direct zeer groot. Tot op heden zijn er volgens de uitgever meer dan 200.000 exemplaren in allerlei uitvoering en formaat verkocht.

The Living Bible

De Amerikaanse theoloog en bijbelleraar, dr. Kenneth N. Taylor, had de goede gewoonte met zijn gezin bij de maaltijd een gedeelte uit de Bijbel te lezen. Hij gebruikte als vertaling de Authorized Version - zeg maar de Engelse 'Statenbijbel' uit het jaar 1611. Deze uitgave wordt ook wel aangeduid als de King James Version, omdat de vertaling gemaakt werd onder auspiciën van koning Jacobus I (1566-1625).

Toen zijn kinderen wat ouder werden, begon hij hun vragen te stellen over het gelezen Schriftgedeelte. Al gauw kwam hij tot de ontdekking dat de dagelijkse lezing uit de King James Version voor een groot deel aan zijn kinderen voorbijging, omdat zij de oude taal niet of nauwelijks begrepen.

Op een avond sluit hij de gezamenlijke maaltijd af met de lezing van 2 Timotheüs 2:1-8. Als hij vervolgens aan de kinderen vraagt wat Paulus in dit gedeelte bedoelt, ziet hij aan hun gezichten dat zij dat niet kunnen zeggen. Daarop legt hij geduldig uit, dat wij, 'als soldaten van Christus, ook altijd moeten doen wat Hij van ons vraagt en niet alleen de dingen die wij zelf leuk vinden. Wij moeten de regels van de Heere opvolgen, net zoals een sporter zich aan de spelregels moet houden.' Nu begrijpen zij het wel, waarop de achtjarige Janet ineens zegt: 'Maar waarom hebt u dat dan niet direct zo gelezen, papa?'

Dit zet Taylor aan het denken. Hij beseft dat de oude taal van de King James-vertaling de kinderen niet echt bereikt en dat zij daardoor in feite verstoken blijven van de rijke inhoud van de Bijbel, tenzij het keer op keer in gewone, hedendaagse woorden aan hen wordt uitgelegd. Maar wie komt daaraan toe? Na enige aarzeling en gedegen overweging krijgt Taylor een idee. Hij neemt zich voor om voor zijn kinderen de brieven van Paulus te gaan herschrijven in gewoon, begrijpelijk Engels. Op weg naar zijn werk - een treinreis van een uur - schrijft hij elke dag een stukje. Hij werkt in die tijd bij de Moody Press Uitgeverij in Chicago.

Taylor, die als theoloog de Bijbel in de grondtalen kan lezen, vertelt over zijn ervaringen: 'Het was een worsteling om de teksten zo precies mogelijk weer te geven. Om dat ook zo eenvoudig mogelijk te doen en waar nodig met iets meer woorden dan de King James Version gebruikte. De schrijvers van de bijbelboeken bedienden zich vaak van beelden en dachten in patronen die voor ons tegenwoordig moeilijk te volgen zijn. Soms was de diepgang van hun gedachten zo groot dat die bijna niet te verwoorden viel. Andere keren werd in een of twee woorden zo'n veelomvattende boodschap doorgegeven, dat in onze taal een veel groter aantal woorden nodig bleek te zijn. Toch genoot ik ervan dit te doen. Het gedeelte dat ik die dag in de trein geschreven had, las ik 's avonds aan tafel aan de kinderen voor. Nu zaten zij wel geboeid te luisteren en konden ze mijn vragen beantwoorden!'

Tijdens de dagelijkse schrijfuurtjes in de trein dringt zich aan Taylor de gedachte op om alle nieuwtestamentische brieven opnieuw te gaan verwoorden. En zo verschijnt in 1961 de eerste voorloper van de Living Bible onder de titel: Living Letters. Ondanks veel tegenslagen en moeilijkheden zet hij zijn werk voort. Omdat uitgevers er geen brood in zien, is hij gedwongen zelf een uitgeverij op te richten: Tyndale House Publishers geheten. Terzijde: die naam was een hommage aan William Tyndale (1480-1536), die de eerste Engelse vertaling van het Nieuwe Testament uit het Grieks verzorgde. In 1523 maakte Tyndale in Wittenberg persoonlijk kermis met Luther en nam hij diens bijbels-reformatorische opvattingen over. Op aandrang van de Engelse regering werd hij in 1534 in de buurt van Brussel gevangen genomen en op 6 oktober 1536 als ketter gewurgd en daarna verbrand. Zijn vertaling van het Nieuwe Testament is vrijwel ongewijzigd overgenomen door de Authorized Version van 1611.

Al spoedig publiceert Taylor nieuwe uitgaven: Living Gospels (1966), Living Psalms and Proverbs (1967) en uiteindelijk in 1971 de complete Living Bible. Binnen zeven maanden worden daar anderhalf miljoen exemplaren van verkocht. Hij neemt ontslag bij de Moody Press en gaat zelfstandig verder. Wat begon als een handreiking aan zijn kinderen, werd zo een zegen voor tallozen in de Verenigde Staten.

Taylor vertelt daarover: 'Als iemand mij vraagt of al het werk wel de moeite waard is geweest, moet ik denken aan een 23-jarige jongeman die mij vanuit de gevangenis schreef hoe een predikant hem in de cel een exemplaar kwam brengen van de Living Gospels. Hij had het uit beleefdheid aangenomen, maar in een hoek gegooid toen de predikant weg was. Later ging hij het uit nieuwsgierigheid lezen en raakte gefascineerd, omdat hij eindelijk begreep wat in de Bijbel stond. Hij kwam tot een levend geloof in de Heere Jezus Christus.'

Living Bibles International

Sinds de uitgave van de eerste editie in 1971 zijn er meer dan 40 miljoen exemplaren van de Living Bible verkocht. Toch mag de werkelijke invloed van de Living Bible niet afgemeten worden aan verkoopcijfers, maar moet deze gezien worden in de levens van de honderdduizenden mensen die veranderd zijn omdat zij voor het eerst het Woord van God konden lezen in voor hen begrijpelijke taal. De voornaamste doelstelling van dr. Taylor was de Bijbel in eenvoudig, hedendaags Engels toegankelijk maken voor Engelssprekenden die niet zijn opgegroeid met de King James-vertaling, zoals onkerkelijken en ongelovigen, vreemdelingen die weinig Engels kennen, aanhangers van andere religies. Maar ook zij die wel de 'oude vertaling' kennen, zouden gebaat zijn met een hedendaagse verwoording als hulp bij het bijbellezen, zo meende Taylor terecht.

Omstreeks 1970 voelde Taylor zich geroepen gelijksoortige 'verwoordingen' voor andere taalgebieden tot stand te laten komen. Om dit doel te bereiken richtte hij de organisatie Living Bibles Overseas op. In 1973 werd het totale werk ondergebracht in Living Bibles International (LBI). In zo'n 45 talen is inmiddels de complete Bijbel beschikbaar, in de taal van nu, in een verwoording naar de principes van de Living Bibles International.

Inmiddels is Living Bibles International in 1992 gefuseerd met de International Bible Society, een van de oudste bijbelgenootschappen, opgericht in 1809. Het werk wordt voortgezet onder de laatste naam: IBS.

Het Boek in voorbereiding

In 1979 kwamen de eerste contacten tot stand tussen Living Bibles International en de grondleggers van de Nederlandse organisatie. Onderwerp van gesprek was de vraag of een Nederlandse uitgave van de Living Bible ook voor het Nederlandse taalgebied nuttig en nodig zou kunnen zijn. Als vervolg op deze oriënterende besprekingen werden gesprekken gehouden met leidinggevenden van christelijke organisaties, theologen en andere leidinggevende figuren in kerken en groepen. De mensen die The Living Bible reeds kenden en op de hoogte waren van de erachter liggende motivatie, waren direct enthousiast. De conclusie was dat er voor een dergelijke uitgave in Nederland zeker plaats zou zijn.

Bij de totstandkoming van deze bijbeluitgave zou een geheel andere methode worden toegepast dan bij de andere bijbelvertalingen gebruikelijk was. De Nederlandse Living Bible zou tot stand komen overeenkomstig de vertaalprincipes die Living Bibles International had geformuleerd. Deze hielden in dat men zich niet richt op het traditionele woordelijke vertalen, maar dat men zo goed mogelijk probeert, in vrijere woorden dan bij een letterlijke vertaling gebruikelijk is, de oorspronkelijke betekenis van de tekst weer te geven. Die methode noemt men wel een 'gedachte-voor-gedachte'-vertaling. Daarom spreken de uitgevers van Het Boek van een 'verwoording' in plaats van een vertaling. Het woord 'parafrase' gebruiken zij zelden of nooit - dat gebeurt overigens wel in de oorspronkelijke Engelse editie van The Living Bible -, maar wie Het Boek leest, dient er wel rekening mee te houden dat hij een parafrase van de Heilige Schrift en geen vertaling voor zich heeft. Een parafrase kan men omschrijven als 'hetzelfde met andere woorden nog eens zeggen' ofwel: 'omschrijvend verduidelijken'.

Werkwijze

Hoe is men te werk gegaan? Om te beginnen werden de voorwaarden opgesteld die moesten gelden voor elk van de medewerkers aan het project. Men moest van harte de Bijbel als het door God geïnspireerde Woord aanvaarden. Verder werd deskundigheid vereist op het terrein van de Nederlandse taal of van een specifiek theologisch gebied (Oude of Nieuwe Testament). Een nog belangrijker voorwaarde was dat ieder die meewerkte een persoonlijke relatie met de Heere God had en daarvan ook een oprecht getuigenis kon afleggen. Diezelfde voorwaarden gold in de zeventiende eeuw ook voor de vertalers en revisoren van de Statenvertaling.

De eerste fase van het project omvatte het vervaardigen van het basismanuscript. Er werd gewerkt met twee taalkundigen en een theoloog, die tot taak hadden het basismanuscript gereed te maken voor de eerste beoordelingsfase. Daarbij werd uitgegaan van de volgende bijbelvertalingen:
- Statenvertaling;
- Nieuwe Vertaling (1951);
- King James-Version;
- Elberfelder vertaling (Duits);
- The Layman's Parallel Bible (King James / Modern Language Bible / Living Bible / Revised Standard Version);
- een uitgave waarin acht hedendaagse Engelse vertalingen van het Nieuwe Testament zijn opgenomen.

Wie Het Boek kritisch leest, bemerkt van bladzij tot bladzij dat de samenstellers vooral sterk op de Nieuwe Vertaling van 1951 hebben gesteund.

De samenstellers van het basismanuscript hadden de opdracht de teksten uit bovengenoemde bijbeluitgaven te vergelijken en in eenvoudig Nederlands waarheidsgetrouw weer te geven. Er mocht niet letterlijk uit de gebruikte edities vertaald worden. Let erop dat in deze fase dus nog niet naar de grondtekst werd gekeken. De zinnen moesten kort en duidelijk zijn en men moest uitgaan van een gemiddeld taalniveau van een mavo-leerling van 15 jaar. Een niet geringe taak, die regelmatig voor hoofdbrekens zorgde.

In de tweede fase werd het basismanuscript in eerste instantie globaal theologisch beoordeeld, alvorens het naar de reviewers - dus deskundigen die het geheel moesten nazien - te sturen. Daarna volgde de derde fase. Als vervolg op het werk van het basis-team werden reviewers (theologen en taalkundigen) aangezocht die de opdracht kregen om van een of meer bijbelboeken het manuscript theologisch of taalkundig op de inhoud te beoordelen. Ook werden er twee wetenschappelijke leestests uitgevoerd: één om de leesbaarheid van de tekst te meten en een andere om de moeilijkheidsgraad ervan te beoordelen.

Bij de eerste test lazen de deelnemers de betreffende tekst en vulden direct daarop een schema in, waarbij de gevoelswaarde van de teksten gemeten werd door gradaties aan te geven. Bij de tweede ging het erom het gewenste taalniveau te testen. In de proeftekst werd elk zesde woord weggelaten. De deelnemers lazen de tekst en moesten op basis van de context elk zesde woord zelf invullen. Hoe meer woorden goed werden ingevuld, des te begrijpelijker de tekst bleek te zijn.

De tests werden uitgevoerd met de hulp van 762 proefpersonen, in allerlei soorten testgroepen en variërend in leeftijd van 18-75 jaar. Er waren deelnemers met kerkelijke, maar ook met niet-kerkelijke achtergrond. Behalve de teksten van Het Boek werden gelijksoortige teksten uit andere bijbelversies getest (zoals de Statenvertaling, de Nieuwe Vertaling en de Groot Nieuws Bijbel), alsmede een niet-bijbelse tekst uit Het Beste uit Reader's Digest. Overigens waren alle testteksten volgens de officiële voorschriften 'blind' gemaakt, zodat niemand enig vooroordeel kon laten gelden. De resultaten van de beide tests gaven een gunstig beeld voor deze verwoording van de Bijbel en waren een duidelijke bevestiging om het project van Het Boek voort te zetten.

In de vierde (en laatste) fase volgde de definitieve beoordeling; toetsing van de theologische implicaties en, wat het Nederlands betreft, stilistische en grammaticale toetsing en bijzondere aandacht voor het communicatieve aspect en pas nu vergelijking van de verwoording met de grondtekst.

Nederlandse aanpak

Hoewel gewerkt werd volgens het principe van de Living Bible, zijn er duidelijke verschillen te bespeuren tussen de Engelse Living Bible en Het Boek. Zo is in Het Boek terdege rekening gehouden met de protestantse traditie in de Nederlandse situatie en de diversiteit van de Nederlandse kerken en groepen. Het Boek is, zoals uit bovengenoemde werkwijze blijkt, geen vertaling van de Living Bible, zoals wel eens wordt beweerd. Heel duidelijk is ervoor gekozen om belangrijke bijbelse termen (bijvoorbeeld 'zonde' en 'genade') te handhaven, temeer omdat iedereen heel goed weet wat daarvan de betekenis is. Voor de naam van God is, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament, bewust besloten gebruik te maken van 'HERE' en 'Here' in plaats van 'HEER' en 'Heer'.

Halverwege de voorbereidingsfase werd in 1983 de Nederlandse stichting Living Bibles International/Holland opgericht. Deze stichting werd de dragende organisatie voor het project van de Nederlandse Living Bible, Het Boek. De doelstelling van deze stichting luidt: 'Het lezen van de Bijbel te bevorderen, teneinde mee te werken aan de opdracht van Jezus Christus om het evangelie aan alle mensen bekend te maken en derhalve de Gemeente van Christus te helpen in evangelisatie en bij te dragen in de geestelijke groei van christenen en de opbouw van de kerk.'

Om inzicht te krijgen in de reacties van het lezende publiek werden twee proefuitgaven gemaakt: in 1984 verscheen het boek Genesis en in 1985 volgde het boek Jesaja. Zo kon gepeild worden of deze wijze van verwoording goed overkwam en of een behoefte bestond om de gehele Bijbel op die manier uit te brengen. Deze uitgaven werden positief ontvangen.

De laatste jaren voorafgaand aan de introductie van Het Boek werden gebruikt om het totale manuscript zowel theologisch als redactioneel nog eens geheel te controleren en te corrigeren. Kennelijke fouten en misgrepen werden verbeterd. Zo werd bijvoorbeeld de gegronde kritiek op de verwoording - zoals bijvoorbeeld mevr. A.E.M.A. van Veen-Vrolijk in het tijdschrift Bijbel & Wetenschap (jrg. 1986) naar aanleiding van Genesis had geformuleerd - ter harte genomen en in de definitieve tekst verwerkt. Dat pleit voor de samenstellers.

Living Bibles International had inmiddels het beleid ontwikkeld om de namen van personen die aan de uitgaven hadden meegewerkt, niet te publiceren. Het bestuur van de Nederlandse stichting besloot dit beleid te volgen: enerzijds ter bescherming van het product, anderzijds ter bescherming van de personen zelf. Er was een brede kring van medewerkenden ontstaan, die met elkaar het totale werk hadden gerealiseerd. Voor eer aan mensen werd zo geen ruimte gelaten. Dat laatste is een goede overweging, maar een nadeel is wel dat men blijft gissen vanuit welke theologische achtergronden de medewerkers zijn uitgegaan. Vertalen is immers nooit waardevrij.

Gedurende de jaren van de voorbereiding werden de oriënterende gesprekken met leidinggevenden van christelijke organisaties en kerken voortgezet. Een zeer belangrijke overweging bij de uitgave van Het Boek was, dat deze niet als zelfstandige Bijbel zou moeten gaan functioneren, maar slechts als een hulpmiddel om de bestaande bijbeluitgaven beter te begrijpen.

De vraag hoe en bij welke uitgever Het Boek zou verschijnen, was moeilijk en gecompliceerd. Eén mogelijkheid was het uit te brengen via een bestaande christelijke uitgeverij. Als nadeel daarvan werd gezien dat de Stichting promotie, informatie en prijsbepaling dan niet meer in eigen hand zou hebben en dat commerciële overwegingen teveel zouden meespelen. De uitgave werd en wordt immers nog steeds gezien als een zendingsmiddel en niet als een commerciële bron van inkomsten. Uiteindelijk werd het besluit genomen dat de Stichting Living Bibles / Holland zelf als uitgever zou functioneren.

Presentatie

Op 27 augustus 1988 werd de uitgave van Het Boek een feit. In zijn introductierede stelde wijlen professor dr. L. Strengholt, hoogleraar in de Nederlandse taaien letterkunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, dat 'elke vertaling van de Bijbel zijn eigen waarde heeft, zo ook deze van Het Boek.'

Het Boek wil andere bijbelvertalingen geen concurrentie aandoen, maar dienen als een hulpmiddel om de mogelijk storende 'taairuis' van oude en archaïsche woordkeus en zinsbouw weg te nemen en te helpen om de boodschap van God duidelijker tot de mensen te brengen, aldus de uitgever. Zowel de uitvoering (kleurrijke omslag, moderne typografie) als het taalniveau zijn aantrekkelijk en vormen een stimulans tot lezen. In bijna alle kerkelijke kringen in Nederland wordt inmiddels Het Boek gebruikt, ook al blijven velen bezwaar maken tegen de eigentijdse aanpak.

Overal in Nederland en ook in andere landen waar Nederlands wordt gesproken, wordt Het Boek gelezen. Tot in gevangenissen toe: uit Suriname, de Antillen en Nederland komen bij de IBS/Holland brieven en kaarten van gedetineerden binnen, die Het Boek via het gevangenispastoraat hebben gekregen. Het bereikt hen in de cel, zij begrijpen de eenvoudige taal en door de werking van Gods Geest worden zij in het hart geraakt!

Positieve reacties zijn er ook gekomen van geëmigreerde Nederlanders in Canada, Australië en Nieuw- Zeeland. Vooral de kinderen van emigranten, die de Nederlandse taal vaak nauwelijks kunnen spreken, vinden het een verrijking nu de Bijbel in de taal van hun ouders te kunnen lezen.

Beoordeling

Zoals we reeds zagen, zijn er verschillende manieren om de Bijbel te vertalen, zonder dat men bij voorbaat kan zeggen dat de ene manier beter is dan de andere. Het ene uiterste is dat men de Hebreeuwse of Griekse tekst woord voor woord vertaalt, bijvoorbeeld op een werkcollege, zonder daarbij te letten op de leesbaarheid. Wil men er een goed leesbare vertaling van maken, dan moet soms iets worden toegevoegd, de zinsbouw aangepast e.d. Doel blijft echter: zo dicht mogelijk bij de grondtekst blijven. Men spreekt dan van een woord-voor-woord-vertaling of een formeel-concordante vertaling (concordant = lett.: eensgezind zijn). Het andere uiterste is het weergeven van de strekking van de oorspronkelijke tekst in een gedachte-voor-gedachte-vertaling of een dynamisch-equivalente vertaling (Grieks: dynamis = kracht; equivalent = gelijkwaardig).

Voorbeelden van concordante vertalingen zijn de Statenvertaling van 1637 en de Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap van 1951.

Een voorbeeld van een dynamisch-equivalente vertaling is de Groot Nieuws Bijbel van 1983. Het Boek hoort ook bij de gedachte-voor-gedachte-vertalingen, met dien verstande dat dit dus niet een directe vertaling is uit de grondtalen, maar een parafrase of omschrijvende verduidelijking, een 'verwoording' van de Bijbel in gewoon Nederlands.

Een enkel tekstvoorbeeld kan dit verduidelijken. Psalm 25:1 luidt in concordante vertaling: 'Tot U, o HEERE, hef ik mijn ziel op.' De gedachte-voor-gedachte-vertaling ziet er als volgt uit: in de Groot Nieuws Bijbel: 'Ik wend mij tot u. Heer' en in Het Boek: 'Mijn hele wezen is op U gericht, HERE.' De GNB-vertaling is vlak, die van Het Boek geeft veel beter weer wat bedoeld wordt.

Het gevaar bij dynamisch-equivalent vertalen is dat zaken worden wegvertaald of zo kort samengevat, dat de Icracht van de oorspronkelijke tekst verdwijnt. Een voorbeeld daarvan vinden we in Jesaja 17:12. Het Boek heeft daar: 'Wee de legers, die in de richting van Gods land denderen.' De Groot Nieuws Bijbel heeft hier veel beter: 'Hoor, machtige volken gaan te keer, zij gaan te keer als de bulderende zee; de naties razen, zij razen als een donderende waterval.'

Kritiek

Het Boek wil geen vervangende Bijbel zijn, betoogde de Stichting LBI/Holland in de beginjaren, maar meer een aanvulling en stimulans tot bijbellezen. Na verloop van tijd werd Het Boek echter steeds vaker als 'echte' Bijbel gepresenteerd, bijvoorbeeld als een fraaie trouwbijbel.

Meestal wordt Het Boek gelezen naast de eigen vertrouwde bijbelvertaling, soms ook onafhankelijk daarvan. In de gereformeerde gezindte maken velen gebruik van de Parallelbijbel, waarbij de tekst van de Statenvertaling en die van Het Boek in twee kolommen naast elkaar worden weergegeven. In de praktijk, bijvoorbeeld bij het gemeenschappelijk lezen van de Bijbel na de maaltijd, blijkt dat in gezinnen met kinderen de voorkeur wordt gegeven aan de tekst van Het Boek en men de Statenvertaling vaak ongelezen laat.

In het boek Naar een nieuwe bijbelvertaling? schrijft de journalist Sj. Knijper Pzn.: "Hoe onaantastbaar de positie van de Statenvertaling in 'bevindelijk gereformeerde' erediensten ook is, het is evenzeer bekend dat binnen de gezinnen in toenemende mate de schriftlezing plaats maakt voor 'Boek-lezing'. Het Boek (...) geniet meer dan welke NBG-vertaling ook het vertrouwen van de bevindelijke gereformeerden. Zij tonen hiermee hun piëtistische verwantschap met de evangelische kring: in Het Boek herkent men meer dan in de Nieuwe Vertaling of Groot Nieuws het gevoelsleven dat als bij het christelijk geloof behorend wordt beschouwd. Ook de achtergrond van Het Boek draagt bij aan een positieve ontvangst in bevindelijke en evangelische kring: dat de vertellers van Living Bibles 'bijbelgetrouw' zijn, is belangrijker dan dat ze de grondtekst van de Bijbel getrouw zouden doorgeven. De onorthodoxe inleidingen van Groot Nieuws en de soms schriftkritische opvattingen van de theologen en taalkundigen die in '51 en '83 hun vertaling presenteerden, maken deze NBG-uitgaven verdacht in de eerder aangeduide kringen."

Kuijpers opmerking over de 'bevindelijk gereformeerden' is overdreven, zijn conclusie is echter in grote lijnen juist. Wat men ook kan aanmerken op Het Boek, de samenstellers gaan er dan toch maar van uit dat de Bijbel het geïnspireerde Woord van God is, zo redeneren velen binnen de gereformeerde gezindte.

De Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) te Leerdam heeft daarentegen vanaf het begin Het Boek afgewezen, ook als hulpmiddel naast de Bijbel. De GBS beschouwt voor het Nederlandse taalgebied uitsluitend de Statenvertaling van 1637 als zuiver en betrouwbaar. Voor de kritische kanttekeningen die deze Stichting gemaakt heeft bij Het Boek, leze men de brochure van de hand van L.M.P. Scholten, Het Boek: een onbetrouwbare gids.

In het boven geciteerde boek Naar een nieuwe bijbelvertaling? wordt eveneens kritisch gesproken over Het Boek. De redacteur, G.W. Lorein, merkt onder meer op: 'De Amerikaanse editie van de Living Bible werd van twee grote tekortkomingen beschuldigd: inconsistentie en een te zeer door de theologie bepaalde inkleuring of zelfs verkleuring van de bijbeltekst.'

Dat laatste is natuurlijk eigen aan een parafrase: technische termen (en in het geval van bijbelvertaling gaat het dan om theologische basisbegrippen) worden omschreven, en daarbij is een flinke portie theologie nodig. Het gevaar van een parafrase is dus dat de theologie van de parafrase-schrijver wordt vermengd met de bijbelwoorden zelf, zodat de lezer niet meer weet wat uit welke bron komt. Natuurlijk ligt de Schriftbeschouwing altijd mee aan de basis van het vertalen, maar er is nog een verschil tussen het maken van bepaalde keuzes op theologische gronden en het binnensmokkelen van hele theologische uitspraken in de tekst. Nu is de theologie van The Living Bible een 'rigid evangelical position' (blz. 21).

Bij de Nederlandse versie tekent hij aan, dat deze in de praktijk beter is dan de Engelse. Wel noteert hij specifieke problemen. "In 1 Timótheüs 2:15 wordt de inhoudelijk moeilijke tekst gladgestreken. Datzelfde vinden we bij een aantal teksten rond 'negatieve uitverkiezing': Romeinen 9:22 en 1 Petrus 2:8. Dit is inderdaad een bijzonder moeilijk onderwerp, maar daarom mag het nog niet worden wegvertaald. Een bepaalde visie op het aandeel van de mens ontwaren we ook in Matthéüs 6:9b, Matthéüs 6:33 en Johannes 1:7. Verder worden bepaalde eschatologische denkbeelden opgenomen in de vertaling: dat gebeurt in Daniël 9:24, Daniël 10:1, Markus 13:30, Romeinen 11:26 en 1 Thessalonicensen 4: 14. Ook in Markus 1:4 wordt een flinke hoeveelheid interpretatie binnengebracht. Dat wil niet zeggen dat die interpretatie altijd fout is." (blz. 22). Het Boek is een vlot leesbare parafrase, concludeert Lore in, maar juist daarom is Het Boek ongeschikt voor bijbelstudie.

Wie vanuit de reformatorische theologie Het Boek gaat beoordelen, dient rekening te houden met de doelstelling ervan. Wie Het Boek toetst als ware het een volwaardige vertaling, overvraagt. Als wij Het Boek eerlijk willen beoordelen - en dat zijn we op grond van zondag 43 van de Heidelbergse Catechismus toch verplicht -, moeten wij ons goed realiseren wat het niet en wat het wel is.

Uit het voorgaande is al duidelijk geworden dat Het Boek niet een zo letterlijk mogelijke vertaling is, zoals bijvoorbeeld de Statenvertaling. Het is een parafrase, met alle voor- en nadelen van dien. Het Boek is ook geen bijbelkritisch product. De samenstellers, zowel die van The Living Bible als die van Het Boek, verklaren plechtig dat zij uitgaan van 'verbal inspiration' {Handbook for Living Translations, 1982, p. 40).

Het Boek is wel: een eigentijdse verwoording, een parafrase van de Bijbel in eenvoudig Nederlands. Het wil een hulpmiddel zijn naast moeilijke vertalingen als de Statenvertaling en de Nieuwe Vertaling van 1951. Men moet zich er dan ook nooit op beroepen in theologische kwesties. Het is een navertelling van de complete Bijbel in tegenstelling tot wat kinderbijbels en bijbels voor jongeren bieden. Het kan ook goed gebruikt worden bij de voorbereiding van een bijbelles, zeker als men eens over minder bekende gedeelten wil vertellen.

Ook als evangelisatiemiddel onder volwassenen - en zeker onder hen die het Nederlands niet als moedertaal hebben - is het goed bruikbaar. Wel dient men steeds erop te wijzen dat het nooit de Bijbel in concordante vertaling kan vervangen. Trouwens, het is bekend dat pas bekeerde mensen die niet-kerkelijk opgevoed zijn, na verloop van tijd zelf gaan vragen naar een 'echte' Bijbel.

Duidelijk is ook dat de meeste samenstellers een evangelische achtergrond hebben, die bewust of onbewust doorwerkt in de parafrase. Er zijn helaas heel wat teksten aan te wijzen die niet goed weergegeven zijn. In de reeds genoemde GBS-brochure staan tal van voorbeelden. Ook heeft men soms zaken weggelaten die niet gemist kunnen worden. Een enkel voorbeeld: vergelijk Mattheüs 5:44, Handelingen 9:5-6, Romeinen 8:1 en 11:6 in de Statenvertaling en in Het Boek. Wel moet hierbij aangetekend worden dat de samenstellers van Het Boek openstaan voor eerlijke correcties en die ook willen verwerken in een verbeterde editie. Aan deze editie wordt reeds gewerkt, maar het zal nog wel enige jaren duren voordat deze klaar is.

Kritiek blijft dus altijd mogelijk. Wie kritiek heeft, dient te bedenken dat het primaire doel is die mensen te bereiken die van de Bijbel niets weten of die een beperkte kennis van de Nederlandse taal hebben. In ons land beleven wij tegenwoordig dezelfde situatie als op de zendingsvelden. Ook daar moet men beginnen met een bijbelvertaling in eenvoudige taal. Het zou voor hen die de Statenvertaling als enige betrouwbare vertaling zien, een mooi project zijn om deze in eenvoudig Nederlands te herschrijven voor buitenkerkelijke en allochtone Nederlanders. Dan hoeft de Statenvertaling ook niet gereviseerd te worden, maar kan de eenvoudige hertaling een hulpmiddel zijn om zelfstandig de Statenbijbel te leren lezen.

Literatuur

J. van Bruggen, De toekomst van de Bijbelvertaling, 2^ dr. Amsterdam 1976, blz. 53 e.v.
Lars B. Dunberg, Handbook for Living Translations, Living Bibles International/Naperville 1982.
N.C. van Velzen, 'Het Boek', in: H.W. Hollander (red.). Spectrum van bijbelvertalingen: een gids, Zoetermeer 1994, blz. 78-87.
G.W. Lorein (red.), Naar een nieuwe bijbelvertaling? Leiden 1994.
L.M.P. Scholten, Het Boek: een onbetrouwbare gids. Leerdam (GBS) 1982 (of herdruk).
Scott Munger, Bible, Babel and Babble: The Foundation of Bible Translation, International Bible Society 1999.

Dit artikel werd u aangeboden door: Driestar Educatief

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 2002

Driestar bundels | 191 Pagina's

Het Boek

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 2002

Driestar bundels | 191 Pagina's