Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

LUISTEREN NAAR WAT NIET GEZEGD WORDT - 2

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LUISTEREN NAAR WAT NIET GEZEGD WORDT - 2

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na alles wat ik in het vorige artikel over dit onderwerp al gezegd heb en waaruit kan blijken dat luisteren naar wat er niet wordt gezegd niet alleen geoorloofd en in bepaalde gevallen zelfs geboden is, wil ik nog op een woord van de Heere Jezus wijzen. Ook dat woord geeft aan dat we in ons luisteren uiterst zorgvuldig te werk hebben te gaan. Met name als het gaat om luisteren naar de boodschap van het Evangelie.

Ik doel op het woord uit Luk. 8:18: ‘Ziet dan, hoe gij hoort’. Dat woord sprak de Heiland nadat Hij de gelijkenis van het zaad had gesproken en uitgelegd en nadat Hij daarna ook nog een paar andere dingen had gezegd die met luisteren te maken hebben, zoals het woord over de openbaring van wat verborgen was. Toegepast op de gelijkenis van het zaad zal Hij bedoeld hebben dat we met simpelweg horen niet kunnen volstaan maar dat het gehoorde ook dient te worden verwerkt en geestelijk verstaan moet worden. Het zaad moet vrucht dragen. Toegepast op de openbaring van wat verborgen is betekent dit woord van Christus dat we met voorzichtigheid hebben te luisteren.

Ik denk dat de apostel Johannes dit vermaan van de Heere Jezus begrepen heeft en dat hij vanuit dit vermaan schrijft: ‘Geliefden, gelooft niet een iegelijke geest, maar beproeft de geesten of zij uit God zijn’ (1 Joh. 4:1). En dan herinnert de apostel eraan, dat er ook valse profeten zijn.

Hebben we meer schriftwoorden nodig om overtuigd te worden van de noodzaak van goed en zorgvuldig luisteren en daarbij ook te luisteren naar wat niet wordt gezegd? Ik acht van niet. Welnu, hoe passen we dit dan toe? Allereerst in de kerk, waar we de prediking horen.

Is er wat te horen?

Dat we in de kerk op een terrein zijn waar het vooral op luisteren aankomt is duidelijk. Lees slechts Rom. 10 waar Paulus schrijft dat het geloof is uit het gehoor en het gehoor door het Woord Gods. En het is dat Woord dat de Heere laat verkondigen. Daartoe zendt Hij Zelf predikers uit. Er is wat te horen in de kerk en wat daar te horen is is van levensbelang. Het heeft namelijk te maken met onze zaligheid.

Dat is een delicate zaak, waarbij het alles heel precies toe dient te gaan. Dan moeten we wel op de juiste wijze worden geinformeerd. Vergeet niet dat de duivel ook heel alert is en actief wordt als het over de zaligheid van zondaren gaat. Immers, over een zondaar die zalig wordt, verliest hij zijn greep en van zo’n zondaar moet hij erkennen, dat Christus hem die ontnomen heeft. Dat soort verliezen wil de duivel liefst tot een minimum beperken. Vandaar dat hem er alles aan gelegen is, dat mensen het Woord niet horen en als hij niet kan beletten dat ze het evenwel horen, dan zal hij alles erop richten dat ze het niet volledig en niet juist horen. Dus zal hij aan het werk gaan aan hun oren en proberen die toe te stoppen of selectief te laten luisteren. Of hij zal zijn activiteiten richten op hem die het Woord spreekt om hem ertoe te brengen de boodschap onvolledig te laten brengen.

Ja, er is in de kerk wat te horen. Tenminste, als de kerk getrouw is aan haar roeping en niet heeft toegegeven aan de altijd-door wisselende smaak van de kerkgangers. Gebeurt dat wel, dan zien we gebeuren, dat er meer en meer te zien is in de kerk en dat het gehoor vervangen moet worden door het gezicht. Dan wordt de eredienst een schouwspel. Zijn we eenmaal op dat spoor gekomen, dat moeten de kerkgebouwen natuurlijk aangekleed worden en dan moeten de dienaren der kerk ‘aangekleed’ worden (steeds weer met andere gewaden) en dan moeten er methoden gebruikt worden waarbij het Woord vooral wordt uitgebeeld. Enfin, u begrijpt wel op welke poespas ik doel.

Wat zijn we dan trouwens ver verwijderd van de apostelen en de eenvoudige methoden en middelen waar zij zich van bedienden. Paulus had er zelfs geen behoefte aan om gebruik te maken van de kunstgrepen waar de griekse wijsheidsleraren zich van bedienden. Zijn prediking was niet ‘in bewegelijke woorden der menselijke wijsheid’ (1 Cor. 2:4). Hoewel hij kennelijk leefde in een tijd waarin men in het algemeen veel waarde hechtte aan kunstgrepen en visuele middelen, wees de apostel dat alles af als niet dienstig in de verkondiging van het Woord. Hij preekte. Meer niet. Minder ook niet. En wat gebeurde? Aan dat middel gaf God Zijn zegen. Met gebruikmaking van dat middel opende de Heilige Geest blinde ogen en werkte Hij geloof in ongelovige harten. Door de verkondiging van het Woord, toegepast door de Geest, bouwde Christus Zijn kerk. Zo is het begonnen. Gaan we het dan nu anders doen?

Er is dus wat te horen in de kerk. En dus is luisteren een zeer belangrijk werk daar. Want het gaat niet om ditjes of datjes, maar om onze zaligheid. Aangenomen dat dit inderdaad zo is -laat de praktijk evenwel niet zien, dat dit niet altijd zo is? - hoe zal ons luisteren dan zijn? Kunnen we voetstoots en kritiekloos alles geloven?

Ouderlingen

Ik kom nog even terug op de activiteiten van de duivel, die hij met name in de kerk ontplooit. Ik doe dat op gevaar af dat ik als negatief zal overkomen. Maar ik doe het omdat het wel degelijk nodig is om erg te hebben in wat de duivel najaagt. Paulus ging ons daarin voor. Ik denk aan het ontroerende hoofdstuk, waarin ons verteld wordt van zijn afscheid van de ouderlingen van Efeze (Hand. 20). In zijn afscheidswoorden roept hij die ouderlingen ertoe op acht te hebben op zichzelf en op de kudde waarover de Heilige Geest hen tot opzieners gesteld heeft. En die oproep krijgt des te meer klem als Paulus eraan toevoegt dat hij voorziet dat er na zijn vertrek mensen zullen komen die ook het woord zullen nemen. Mannen die verkeerde dingen spreken om zo de discipelen achter zich aan te trekken. Met andere woorden: de gemeente loopt gevaar van de waarheid te worden afgevoerd. Voor hen die dat zullen proberen, heeft Paulus geen goed woord over. Hij spreekt over hen niet als over dwalende broeders, die het verder toch wel goed bedoelen. Zoveel tolerantie kent de apostel niet. Hij noemt hen ‘zware wolven’ die de kudde niet sparen.

Welnu, omdat dit staat te gebeuren, hebben de ouderlingen een niet geringe taak. Zij hebben dit gevaar te bezweren. Zij dragen immers zorg voor de kudde. Dat is ook voor het voedsel, dat de kudde krijgt. Een van de dingen waar zij toe geroepen worden is dan ook de wacht houden. Zij dragen de verantwoordelijkheid voor wat de gemeente te horen krijgt. Het formulier voor de bevestiging van de ouderlingen wijst hier dan ook heel terecht op. We lezen daar: ‘Ten derde is hun ambt inzonderheid mede toezicht te nemen op de lering en de wandel van de Dienaren des Woords, ten einde alles tot stichting der Kerk gericht moge worden en dat geen vreemde leer worde voorgesteld, volgens hetgeen we lezen in Hand. 20:28, waar de apostel vermaant naarstige wacht te houden tegen de wolven, die in de schaapskooi van Christus mochten komen’.

Inderdaad, het is een van de verantwoordelijkheden van de ouderlingen om scherp te luisteren en het gehoorde te toetsen aan de Schrift. Is dat hetzelfde als op ‘elke slak zout leggen’? Natuurlijk niet. Met name met jonge, pasbeginnende verkondigers van het Woord mag best enige clementie worden betracht. Alles is nog niet doordacht. Alle dingen staan ook nog niet op de juiste plaats. Het zicht op veel zaken is nog onhelder. Wanneer en bij wie is dat trouwens allemaal wel uitgekristalliseerd? Het nodige geduld dus, met name bij ‘beginners’! Op voorwaarde echter, dat - en zo zei men dat vroeger wel eens - ‘de wortel der zaak in hen gevonden wordt’. Maar gewaakt moet er worden. En dat betekent ook: luisteren naar wat niet wordt gezegd.

Maar dat is niet alleen de taak van de ouderlingen. Iedere kerkganger draagt een eigen verantwoordelijkheid. Wat Christus zei, geldt ons allen: ‘Ziet dan, hoe gij hoort!’

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 2002

Bewaar het pand | 8 Pagina's

LUISTEREN NAAR WAT NIET GEZEGD WORDT - 2

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 2002

Bewaar het pand | 8 Pagina's