Boekbesprekingen
Sara van der Mast, De weg die tot het leven leidt, gebonden, 158 blz., € 14,90. Uitgeverij Den Hertog, Houten, ISBN 978 90 331 3154 7,
Sara van der Mast (1620-1649) trouwde in 1649 met Franciscus Ridderus, predikant te Den Briel. Na een huwelijk van slechts acht maanden is zij overleden. Acht jaar na haar overlijden heeft Ridderus in Rotterdam haar handgeschreven schriftelijke nalatenschap uitgegeven. Het ging Sara van der Mast in haar geestelijke overdenkingen om de weg die tot het ware leven met God leidt. Op blz. 149 en 150 schrijft zij over ‘Vreugde gemengd met droefheid’. We geven de volgende regels aan u door: “De oorzaak van droefheid is bij een christen van drieërleid aard. Eerst komt hij tot het besef van wat hij geweest is, vervolgens ziet hij in wie hij nu is, en ten slotte realiseert hij zich wie en wat hij graag wil zijn maar nog niet is. Wat de eerste oorzaak betreft, zien we dat wanneer de Heere een zondaar losmaakt van zijn zonde, Hij hem die zonden ook doet haten met een eeuwige haat. En al heeft God dan de schuld van die zonden weggenomen, toch wil Hij dat de zondaar zich die zonden zelf zal blijven herinneren. Het is als met doornen en distels in een tuin. Die richten schade aan, maar ze dienen er toch toe om veel aandacht aan de tuin te geven. Zo is het ook met de zonden, ze doen het gevoelsleven kwaad, maar in onze herinnering zijn ze ‘goed’ om ons te verootmoedigen vanwege ons vroegere leven en ons te bewaren voor zonden in de toekomst.
De tweede oorzaak is dat we in onze geest steeds verzocht worden tot het doen van zonden. De duivel zoekt in ons hart altijd weer zijn woonplaats en zijn oude bezigheden. Zoals de farao het volk Israël vervolgde, zo vervolgt de duivel degenen die verlost zijn. Hij doet er namelijk alles aan om hen weer terug te brengen in hun vroegere dienstbaarheid. De derde oorzaak is het langdurige uitstel van het beloofde Koninkrijk der hemelen. Nooit zal iemand met blijdschap van zijn lichaam afscheid nemen, die in zijn lichaam nooit bedroefd is geweest vanwege de afwezigheid van de Heere. Maar zoals na de regen de lucht weer opklaart en helder wordt, zo wordt na de regen van ongehuichelde tranen het geweten gezuiverd en getroost.” Ridderus voegt dan, net als bij al de andere overdenkingen, twee dichtregels toe: Uit tranenzaad dat wij op aarde zaaien, Zal uit genaad’ God vreugde ons doen maaien.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 2022
Bewaar het pand | 12 Pagina's