Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In memoriam ds. A. van de Weerd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In memoriam ds. A. van de Weerd

6 november 2023

4 minuten leestijd

Zo laat Gij, Heer’, Uw knecht,

Naar ’t woord, hem toegezegd,

Thans henengaan in vrede;

Nu hij Uw zaligheid,

Zo lang door hem verbeid,

Gezien heeft, op zijn bede.

Onder het orgelspel van dit vers werd op maandag 13 november het lichaam van ds. A. van de Weerd door zijn zoons en schoonzoons uitgedragen uit de kerk van Driebergen. Een week daarvoor kwam er een einde aan zijn aardse leven. En mocht hij – naar we mogen geloven – ingaan in de vreugde zijns Heeren.

Ruim eenenvijftig jaar mocht onze vriend en broeder dienaar van het Woord zijn. In 1972 deed hij intrede in de gemeente van Damwoude. Daarna diende hij achtereenvolgens de gemeenten van Zeist, Urk-Eben-Haëzer, Dordrecht-Centrum en Nieuwkoop. Nadat hij begin 2009 met emeritaat ging, bleef hij preken en verrichtte hij op verschillende plaatsen nog pastoraal werk.

Als dienaar van het Woord heeft ds. Van de Weerd – zo vertelde hij zelf – altijd de boodschap van ‘recht en genade’ willen brengen. Hartelijk wist hij zich verbonden aan de geestelijke lijnen die kenmerkend zijn voor de oude christelijke gereformeerde prediking. Hij zag het gevaar van een oppervlakkige boodschap waarin de zonde wel genoemd wordt, maar alles vervolgens in de preek weer gladgestreken wordt. Ernstig wees hij altijd weer op de noodzaak van wedergeboorte en bekering. Zijn prediking was prediking van de drie stukken, van de twee wegen en van de ene Naam.

Wat dat laatste betreft: op zijn ziekbed wees hij nogal eens naar een wandbord dat hij ooit van de Urker catechisanten had gekregen, en waarop Christen uit Bunyans Christenreis was afgebeeld bij het kruis. Bovenaan dat bord stond: ‘Doch wij prediken Christus, den Gekruisigde’. En hij vertelde wat dat woord ambtelijk betekende, maar ook persoonlijk. Zijn domineespak moest uit. En hij kon alleen zalig worden door het bloed van het Lam.

Kernachtig was wat hij – als een soort geestelijk testament – voorin het Bijbeltje van één van zijn kleinkinderen schreef:

‘Lessen bij de Bijbel:

- Ken de gestalte van een arme zondaar (Romeinen 3);

- Ken de boodschap aan de nachtdiscipel (Johannes 3);

- Luister naar het antwoord aan de stokbewaarder (Handelingen 16);

- Ken de tollenaarsbede (Lukas 18).’

Afgelopen voorjaar kregen zijn vrouw en hij het aangrijpende bericht te horen, dat hij ongeneeslijk ziek was. Bij het verlaten van het ziekenhuis trof onze broeder een Nunspeetse collega, ds. Schot. Die wees hem op Jesaja 46: 10b: ‘Mijn raad zal bestaan en Ik zal al Mijn welbehagen doen’. Dat was voor hem een woord op zijn tijd. De Heere heeft het gebruikt om hem te onder wijzen en te vertroosten op zijn ziekbed. De diepste troost was – zo vertelde hij me – dat dit welbehagen door de Middelaarshand van Christus gelukkiglijk voortgaat, en dat hij mocht weten dat hij door genade in dit welbehagen besloten lag.

Na het bericht van zijn ernstige ziekte ontving ds. Van de Weerd nog bijna acht maanden op aarde. De eerste tijd stond nog sterk in het teken van het preken en het schrijven van dagboekmeditaties. De laatste periode werd onze broeder soms persoonlijker in het spreken over wie hij was voor de Heere, en Wie de Heere door genade was geworden voor hem. Daar kwam nog iets bij. Juist in de periode van ziekte hebben velen uit het land meegeleefd door middel van brieven en kaarten. En daarin schreven verschillende mensen ook hoe het ambtelijk werk van onze broeder voor hen tot zegen is geweest. Ook dat heeft in de omstandigheden van zijn ziekbed vertroosting gegeven.

Als mijn vrouw en ik na onze bezoeken terugkeerden naar Katwijk, vroegen de kinderen thuis nogal eens, hoe het met ds. Van de Weerd was. Bij één van die gelegenheden heb ik gezegd: Alles wat gebeuren moest, is gebeurd. Zo was het ook: Alle voorbereidingen waren getroffen, maar onze broeder mocht zelf ook bereid zijn. In de laatste weken en dagen van zijn leven was er iets van wat Jakob op zijn sterfbed mocht beoefenen: ‘Op Uw zaligheid wacht ik, HEERE’.

Op maandag 13 november waren we met velen bijeen in de kerk van Driebergen. In de rouwdienst stonden we stil bij Jesaja 46: 10b en Mattheus 14: 12-14a. Daarna begaven we ons naar de begraafplaats, waar het lichaam van onze broeder aan de schoot der aarde werd toevertrouwd en ds. Visser vervolgens nog enkele gepaste woorden sprak.

Met weemoed staren we onze broeder na. Zijn dienst houden we in dankbare herinnering. En met ontroering bedenken we: in zijn leven maakte de Heere Zijn Woord waar, dat Hij ‘Zijn welbehagen betoont aan hen die nederig naar Hem vragen, Hem vrezen, Zijne hulp verbeiden en door Zijn hand Zich laten leiden’. Die God leeft nog! Mogen we Hem zoeken terwijl Hij te vinden is! De Heere sterke en trooste mevrouw Van de Weerd, de kinderen en kleinkinderen. En Hij stelle de gedachtenis van ds. Van de Weerd tot zegen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 2023

Bewaar het pand | 12 Pagina's

In memoriam ds. A. van de Weerd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 2023

Bewaar het pand | 12 Pagina's