Groot en eeuwig Opperwezen
Ds. Labee over:
Mijn vader bad vroeger aan tafel hardop; hij sprak de Heere heel eerbiedig aan met: ‘Groot en eeuwig Opperwezen in den hemel…’. Nu hoor ik die uitdrukking niet meer. Is er iets tégen op deze benaming?
Oneindige afstand
De vraag is heel herkenbaar. En als we wat thuis zijn in de geschriften van onze vade- ren, weten we dat zij ook deze aanspraak tot God gebruikten. Ds. C. Mel (1666-1733) zegt over de Allerhoogste: ‘Een Opperwe- zen dat te beminnen is en te eren valt met een kinderlijke vreze’. In een leerrede van ds. Joh. Groenewegen (1709-1769) lezen we: ‘Hij, de grote en geduchte Schepper van ‘t heelal, als de volmaakte gelukzalige God, het onafhankelijk en eeuwig alwaar- dig Opperwezen, de God des verbonds, de rechtvaardige, heilige, genoegzame, gena- dige barmhartige en drieënige God, Die wil geëerd zijn’. Ook predikanten als ds. Th. van der Groe (1705-1784), ds. J. Barueth (1709-1782) en oefenaar J. Vermeer (1696-1745) spreken over God als het Opperwezen. Via ds. G.H. Kersten (1882-1948) is het in onze gemeentekring niet ongebruikelijk dit na te volgen. Hij schreef in een persoonlijke brief in de oorlogsja- ren: ‘Ik werd verwaardigd Gods oordelen als rechtvaardig te zien om der zonden wil en vol van Zijn Majesteit, zodat ik buigen mocht onder het aanbiddelijk Opperwezen’.
Na deze namenlijst zouden we het niet durven om iets op deze benaming tégen te hebben, tenzij het strijdig is met Gods Woord. Dat laatste kunnen we echter niet stellen. Naar onze waarneming wilde men uitdrukken de oneindige afstand tussen een heilig God en een klein mensje. Zou het niet de kwaal van ons bestaan zijn om God te ‘modelleren’ naar de menselijke maat? Dan spreken we liever – al dan niet met het wijzen naar de Verlichting, waarin het woord Opperwezen heel goed paste – over God de Vader.
Dat is natuurlijk óók naar de Heilige Schrift maar hebben we dat eerste ‘ziels-bevindelijk’ geleerd? Dat moet Abraham vervuld hebben, toen hij sprak: ‘Zie toch, ik heb mij onder- wonden te spreken tot den Heere, hoewel ik stof en as ben’ (Gen. 18:27b).
Maar we moeten eerlijk uitspreken dat nergens in de Bijbel, de Naam ‘Opperwezen’ te vinden is. Ook onze Formulieren van Enigheid (Heidelbergse Catechismus, Nederlandse Geloofsbelijdenis en Dordtse Leerregels) gebruiken deze Naam niet. Ondergetekende hoort daarom altijd vele malen liever een van de vele andere Namen waarmee de God van het verbond Zichzelf bekend heeft gemaakt in Zijn Woord. Dat we de Naam ‘Opperwezen’ gebruiken, heeft ongetwijfeld te maken met de Psalmberijming van 1773. Negentien keer in zestien berijmde Psalmen komen we deze Naam tegen. Opmerkelijk is dat er vaak een bijvoeglijk naamwoord voor- afgaat: rechtvaardig Opperwezen (Psalm 7), grootmachtig Opperwezen (Psalm 8), eeuwig Opperwezen (Psalm 21, 38, 78), aanbidd’lijk Opperwezen (Psalm 68 en 113), heilig Opper- wezen (Psalm 71 en 96), machtig Opperwezen (Psalm 81) en albestierend Opperwezen (Psalm 102).
Onuitsprekelijke nabijheid
Als de Heere nu iets leert van onze totale verlorenheid en de onmetelijke afstand tussen Hem, Die onze Schepper en Rechter is, en ook het ware geloof plant in ons hart, wordt Zijn onuitsprekelijke nabijheid in Christus zo’n wonder. Dan gaan we verstaan dat de kern van het ware geloof ligt in de kennis van een Drie-enig God, zoals onze Heidelbergse Catechis- mus zo duidelijk zegt op grond van de Heilige Schrift.
Dan ga ik eerbiedig de woorden spellen van Zondag 9: ‘Wat gelooft gij met deze woorden: Ik geloof in God den Vader, den Almachtige, Schepper des hemels en der aarde? ? Dat de eeuwige Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die hemel en aarde, met al wat erin is, uit niet geschapen heeft, Die ook door Zijn eeuwigen raad en voorzienigheid ze nog onder- houdt en regeert, om Zijns Zoons Christus’ wil mijn God en mijn Vader is; op Welken ik alzo vertrouw, dat ik niet twijfel of Hij zal mij met alle nooddruft des lichaams en der ziel verzorgen, en ook al het kwaad dat Hij mij in dit jammerdal toe- schikt, mij ten beste keren; dewijl Hij zulks doen kan als een almachtig God, en ook doen wil als een getrouw Vader’.
Vraag?
Heb jij/hebt u ook een vraag? Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie.
Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder.
Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 augustus 2021
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 augustus 2021
De Saambinder | 20 Pagina's