Het gekrookte riet [39]

TWAALFDE PREDIKATIE

2. Verder zegt God de Vader: Hebt u in uw leven wel gelet op de evangelische nodiging en het grote aanbod van genade? Wat was dat? Ik bied Mijn gunst aan in Christus, als u ze maar hebben wilt. Die wil, die kome, en hij neme van het water des levens om niet (Openb. 22:17)

3. God de Vader spreekt de gekrookte vlaswiekjes en rokende lemmetjes aldus aan: Wel, arm en nedergebogen hart, kent u de aard en de natuur van het genadeverbond? Al wat Ik daarin eis, moet u ontvangen, want Ik zal u dat geven. Als Ik daar Mijn genade de zondaar aanbied, wil Ik dan dat u eerst wat hebben moet? Heb Ik gezegd dat u Mij eerst wat geven moet, en dat u Mij dan daarmee zult bewegen om uw God te zijn? Heb Ik in het verbond der genade niet gezegd: ‘O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja, komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk’? (Jes. 55:1).

En in Openbaring 3:18: ‘Ik raad u dat gij van Mij koopt goud, beproefd komende uit het vuur’. Ik meld immers geen prijs die u Mij geven zou. In al die nodigingen heb Ik beloofd dat Ik het u om niet zou geven (Rom. 3:24). Al moest u nog een nieuw hart of een andere gestalte hebben, al eiste Ik dat van u, Ik heb evenwel beloofd dat Ik het Zelf in u werken zal (Jer. 31:33). Ik zal, zo heb Ik gezegd, uw stenen hart wegnemen en u een vlezen hart geven, en Mijn Geest in het binnenste van u, ‘en Ik zal maken dat gij in Mijn inzettingen zult wandelen en mijn rechten zult bewaren en doen (Ezech. 36:27). Arm hart, Ik eis in Mijn genadeverbond niets anders van u dan dat u de middelen zou gebruiken en daarna zult wachten op Mijn zegen. Doe uw mond maar open, en Ik zal hem vervullen.

4. Houd moed, verlegen hart, zegt God de Vader, kent u Mijn beloften dan niet? Troost uzelf daarmee. Wat heb Ik gezegd? ‘Want alzo zegt de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont en Wiens Naam heilig is: Ik woon in de hoogte en in het heilige, en bij dien die van een verbrijzelden en nederigen geest is, en opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden’ (Jes. 57:15).

Kent u die belofte niet: ‘De hemel is Mijn troon en de aarde is de voetbank Mijner voeten (…), maar op dezen zal Ik zien, op den arme en verslagene van geest en die voor Mijn Woord beeft’? (Jes. 66:1, 2). Kent u die belofte niet?

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen