Een mens, blind van de geboorte af

Weet u waarover het in Johannes 9 gaat? Natuurlijk! Het gaat over de blindgeborene die van zijn blindheid genezen wordt. Ach nee! Dat is niet het doel, maar slechts het middel, opdat de werken Gods in de blindgeborene openbaar zullen komen. Johannes, gedreven door de Heilige Geest, begint ook niet bij de genezing. We lezen: ‘En voorbijgaande, zag Hij…’. De Zaligmaker gaat voorbij. De blinde ziet Hem niet en roept Hem niet, maar Christus komt als Eerste en ziet hem wel.

We gaan een stapje terug. In hoofdstuk 8 komt Christus uit de tempel. De boze gezichten van de Joden zijn nog te zien. Ze dragen stenen in hun handen om Hem te stenigen. ‘Weg met Deze!’ Dat moet wel gevolgen hebben. Nu zal Christus die hardnekkige Joden vaarwel zeggen en naar Zijn Vader terugkeren. Nee, in heilige gewilligheid, niet weerhouden door de vijanden, ook niet door ónze blindheid en afkerigheid, gaat Christus voort. Wat een onbevattelijk wonder!

De blindgeborene, vlak bij de tempel, ziet niets, maar dat geeft niet, want met ogen van eeuwige ontferming ziet Christus op hem neer. Is dat voor het eerst? Nee, Christus zag hem al in de stilte van de nooit-begonnen eeuwigheid, toen de Vader de blinde samen met alle uitverkorenen aan Hem toonde en overgaf. Christus zag hem als een mismaakte dienaar van de vorst der duisternis, in al zijn schuld, zijn bondsbreuk, onmacht en onwil. Voor zo één is Hij laag afgedaald. Zó laag tot waar de meest ellendige, verloren en onmachtige zondaar neerzit. Wat doet die bedelaar? Hij vraagt niet naar de Heere. Wat is dat herkenbaar! Daarom is het zo’n rijkdom, dat hier staat: ‘En voorbijgaande zag Híj een mens’. Nu zal Christus van hem weer een mens maken, zoals God het bedoeld heeft. En de blinde? Die tobber krijgt er de buit van. Hij hoeft niets meer te doen dan alleen maar te zitten.

Ook aan ons komt de Heere voorbij. Zit u dit jaar als zo’n ellendige blinde aan de weg? Vraag toch of de Heere bij u wil stilstaan om met een oog van ontferming op u neer te zien. Buiten Christus is er immers alleen eeuwige duisternis.

De discipelen zien de blinde bedelaar ook en komen met een vraag tot Jezus: ‘Rabbi, Meester, wilt U ons onderwijzen? Wij weten het niet’. Hoewel zij de Middelaar in Zijn profetisch werk kennen, zijn zij voor Zijn lijden en sterven nog stekeblind. Straks zullen ze echter onderwijs krijgen. Bent u er ook om verlegen? In dat onderwijs wordt Christus verheerlijkt, verdwijnt de blindgeborene naar de achtergrond en schittert bovenal het Licht der wereld.

Vragen:

1. Wat is het grote doel in deze geschiedenis?

2. Wat ligt er in de woorden: ‘En voorbijgaande, zag Hij een mens.’

3. Hoe komt de Heere aan ons voorbij? Waarom is dat niet genoeg?

wordt vervolgd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen