Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ledeboer, een ernstige prediker

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ledeboer, een ernstige prediker

4 minuten leestijd

Op de voorpagina van De Saambinder van 24 november 2022 was een foto afgedrukt van het kerkgebouw in Borssele. Daaronder stond als toelichting: ‘Omstreeks 1860 ontstaat er in Borssele een Ledeboeriaanse gemeente, die bijeenkomt in de schuur van ouderling A. van Overbeeke aan de Weelweg’.

Een ‘Ledeboeriaanse gemeente’ verwijst naar de negentiende-eeuwer ds. Ledeboer (1808-1863). Wie was deze predikant?

‘Wie in het midden van de negentiende eeuw de bekende ds. Ledeboer over de weg zag gaan, die lange, slanke gestalte met dat bleke gelaat en de kleine blauwe ogen, die doorgaans iets schenen te zoeken; wie hem opmerkzaam gadesloeg, zoals hij meestal gekleed was met de korte broek, de deftige steek en de lange zwart-lakense jas, tot bovenaan dicht, met één rij knopen, kreeg dadelijk de indruk dat er een ernstige man voorbij trad. En inderdaad, ds. Ledeboer was zeer ernstig’.

Deze schets van Ledeboer is geschreven door ds. J.H. Landwehr. In zijn levensbeschrijving gaf hij ook een paar kenmerken van de prediking van Ledeboer: ‘In zijn prediking stond altijd op de voorgrond: alleenlijk ken uwe ongerechtigheden. Hij leidde zijn hoorders altijd naar de binnenkamers van hun hart. Oppervlakkig was hij nooit; maar altijd hield hij, die zelf door de Heere bijzonder aan zijn diepbedorven toestand was ontdekt, aan de hoorders hun diepe ellende voor. Dat was Ledeboers kracht. Hij was een ware boeteprediker’.

Ds. Landwehr stopte hier niet met zijn beschrijving van Ledeboers prediking. Hij schreef dat hij niet alleen een strenge wetsprediker was: ‘Nee, hij kon ook zeer liefelijk het aanbod der genade doen horen. Dan was hij een ware Andreas om zijn hoorders tot Jezus te leiden. Altijd was hij bevreesd om enige eer aan het schepsel te geven. God moest alles zijn en blijven en de mens niets’.

Vreemde begrafenis

Ledeboer was de zoon van een Rotterdamse lakenkoopman. Toen hij 18 jaar was, ging hij in Leiden theologie studeren. De studie rondde hij succesvol af. Hij wilde predikant worden en daarom moest hij een kerkelijk examen afleggen. Dat gebeurde en daarmee was de weg geopend voor het predikantschap. Hij ontving een beroep van de Hervormde gemeente in Benthuizen. Daar werd hij in juli 1838 in het ambt bevestigd.

Als predikant kreeg hij steeds meer moeite met de gang van zaken in de vaderlandse kerk. Vooral de reglementenbundel en de verplichting om tijdens de kerkdiensten ook gezangen te laten zingen, gingen tegen zijn geweten in. Hij ervoer dat hij moest kiezen tussen Gods wetten en menselijke inzettingen. Toen brak het licht door. De twijfel verdween: ‘Het pak waar ik negen maanden mee gelopen had, ontviel mij. Ik was opnieuw geboren in dezen, want ik had er barensweeën over uitgestaan’, zo schreef hij later. Op een bijzondere wijze nam hij van die menselijke inzettingen afscheid. Hij had de bundels naar de preekstoel meegenomen en gooide ze tijdens de preek in verontwaardiging naar beneden. Een vrouw, die dacht dat de dominee ze per ongeluk van de kansel had gestoten, wilde ze oprapen. Hij zei dat ze ze maar moest laten liggen. Na de dienst zou hij ze in de tuin achter zijn huis begraven. Dat gebeurde. Na de ‘begrafenis’ zongen de aanwezigen Psalm 68 vers 1 en 2.

Rondreizende predikant

Al vijf dagen later, op 13 november 1840, kreeg Ledeboer bericht dat hij geschorst was en een paar maanden later werd hij officieel uit zijn ambt gezet. Toch bleef hij preken, zij het niet meer in de Hervormde Kerk. Zijn kerkdiensten werden gezien als onwettig. Vele boetes werden hem opgelegd, bovendien kreeg hij tot twee keer toe een gevangenisstraf. De laatste keer duurde zelfs anderhalf jaar. Nadat hij uit de gevangenis ontslagen was, trok hij als rondreizende prediker door het land. Met name in Zeeland ontstonden er tal van gezelschappen. Een aantal daarvan werden later omgevormd tot de zogenaamde Ledeboeriaanse gemeenten. Eén van die gemeenten was Borssele.

Ledeboer heeft nogal wat gedichten nagelaten. In diverse daarvan komen schommelingen in het geestelijke leven ter sprake. Het gedicht ‘Hier en boven’ bestaat uit twaalf coupletten. In couplet vijf en zes schreef hij:

Nu in de hoge,
Dan op het droge,
Nu op het land;
Nu in de wolken,
Dan in de kolken,
Diep in het zand.

Nu in het stille,
Dan in het kille
Wonder gehuil.
Nu in de zoelte,
Liefelijke koelte,
Dan in de muil.

Het laatste couplet is na de beschreven bestrijdingen een lofzang:

Alles moet enden,
Na deez’ ellende,
In Uwen lof;
Die Gij geschonken
Hebt, en maakt dronken,
Heer! uit Uw hof.

Een bijzondere, dichtende negentiende-eeuwse predikant.

wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 2023

De Saambinder | 24 Pagina's

Ledeboer, een ernstige prediker

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 2023

De Saambinder | 24 Pagina's