Uit Zwakheid Krachten Gekregen

Wonderlijk is de kracht van het geloof, werkend in degenen die gans verslagen zijn en zwak. Door dat geloof vermogen zij alle dingen, overwinnen zij de wereld, vrezen zij het vuur niet, blussen zij zelfs de hitte er van uit. Gevangenissen zijn hoven geworden van hun vrije wandelingen, en hebben weergalmd van hun lofliederen. Boeien en kettingen zijn veranderd in de zegetekenen van de overwinning des geloofs. Het geloof doet in de donkerste nacht van druk en benauwdheid zingen en de Heere verwachten. Hoe kostelijk de ervaringen des geloofs ook mogen zijn als het vuur heet gestookt wordt, laat Gods volk nimmer de vervolging zoeken. Integendeel, waar mogelijk ontvliede het zijn vijanden. Dat deden ook de geloofshelden waarover Paulus in dit hoofdstuk geschreven heeft. Zij zijn de scherpte des zwaards ontvloden.

Toen David als een veldhoen op de bergen door Saul werd achtervolgd, is hij meermalen door de vlucht ontkomen. Ook Elia, de profeet, maakte zich op en ging heen om zijns levens wil, toen Izébel hem met de dood bedreigde. Het geloof handelt niet roekeloos. Het verzoekt de Heere niet, maar zoekt de rechte wegen tot ontkoming van het zwaard.

Wij mogen wel opmerken dat overmoed ons soms andere wegen zou doen bewandelen. Wie van Gods volk kent niet de tijden dat het wenste dat het zwaard hen achtervolgde, en dat ze zich, gedrongen door de liefde, in de dood geven wilden? Maar, wie is ook niet aan Petrus gelijk geworden, die wandelend op de zee zonk bij het zien van de baren? In onze overmoed verachten wij het zwaard, maar God weet de hoogheid des harten in Zijn volk wel te vernederen, opdat het de betamelijke weg door het geloof bewandelen zou. En die weg is: enerzijds de kracht des vuurs uitblussen, anderzijds het zwaard te ontvlieden.

Wonderlijk werkt het geloof, dat door de vlucht de overwinning behaalt. Is het niet om ons te vernederen? Voorwaar, het geloof maakt klein. Het kan niet geoefend worden in de grote, sterke en machtige, zoals ieder mens van nature is. Het geloof werkt tegen vlees en bloed in het zwakke en dwaze en onedele der wereld. Zo wordt geleerd wat Paulus van de ware gelovigen meldt: zij hebben uit zwakheid krachten gekregen. Hoeveel zieken zijn door het geloof gezond geworden, zelfs als alle medicijnen faalden tot herstel? Hizkia was krank. Hij ontving de boodschap dat hij zou sterven. Toen keerde hij zijn aangezicht naar de wand en hij bad. En de Heere was gereed om hem te verlossen. Diezelfde God leeft nog en datzelfde geloof sterkt menigmaal Gods volk in krankheden en zwakheden. Deze werking van het geloof gaat uit boven de praktijk van elke geneesheer. Tegen hun bevindingen in zijn krankheden verdwenen en zijn kranken opgestaan met de feesthoudende menigte, als hun ziel bezweek van verlangen naar de voorhoven des Heeren. God doet wonderen.

wordt vervolgd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen