De houthouwers en de waterputters
Alzo gaf hen Jozua over ten zelven dage tot houthouwers en waterputters der vergadering, en dat tot het altaar des HEEREN, tot dezen dag toe, aan de plaats die Hij verkiezen zou. Jozua 9:27
Zowel in de tabernakel als later in de tempel is veel werk te doen. Naast de Levieten, priesters en de hogepriester zijn er ook mannen voor het allerminste werk. Het zijn de Gíbeonieten, afkomstig uit Kanaän. Bij de intocht in het land geeft de Heere het bevel de Kanaänitische volken vanwege hun ongerechtigheid en goddeloosheid uit te roeien. Een bondgenootschap mag niet met hen gesloten worden. De Gíbeonieten vrezen voor hun leven en bedenken een list. Gekleed in lompen, met beschimmeld brood, gescheurde waterzakken en een verhaal vol leugen en bedrog komen ze bij Jozua aan. In plaats van de mond des HEEREN te vragen sluiten Jozua en de oudsten een verbond met deze mannen. Drie dagen later komt het bedrog uit en de Gíbeonieten worden vervloekt. Voortaan zullen ze slavenwerk moeten doen. Ze zullen houthouwers en waterputters zijn in dienst van de Heere.
In deze geschiedenis is heel bijzonder Gods vrijmachtig handelen te zien. Hij maakt uitwendig onderscheid waar het niet is, want de Gíbeonieten zijn niet waardiger dan de andere volken die wel verdelgd werden. Ziet u dat? Hoe is het in ons land? Roept de goddeloosheid van ons volk niet naar de hemel? Wat een wonder dat Hij nog vrede geeft, terwijl anderen in oorlogsgeweld leven! Wat een wonder dat God in Zijn barmhartigheid de deuren van de kerk nog doet opengaan! Ook in het persoonlijk leven handelt de Heere naar Zijn vrijmacht. Een mens die in zichzelf zo groot is en de weg zelf wil bepalen, moet vernederd worden en moet leren buigen voor Hem Die doet wat Hem behaagt. Dan wordt Gods welbehagen geen steen des aanstoots, maar een stuk van heilige bewondering. Zonder dat welbehagen is er geen uitverkoren Kerk, geen genade en geen mogelijkheid van zalig worden.
En de Gíbeonieten? Die blijven zwoegen en slaven. Altijd is er hout voor het vuur en water voor de reiniging nodig, maar hoe ze ook werken, ze blijven onder de vloek en buiten de voorrechten van Israël. Het wijst erop dat godsdienst van nature een zware dienst is. Voor u ook? Vraag toch of de Heere u door Zijn liefdekoorden wil trekken en Zijn dienst tot een liefdedienst wil maken.
Wie echter Gíbeoniet blijft, is net als de rijke jongeling. Hij wil de vloek ontgaan, loopt in kleren van deugd en plicht, wil alles doen, maar mist de liefde. En Gods kinderen? Die werken ook. In de eerste tijd van het nieuwe leven doen zij dag en nacht niet anders, tot zij er dood bij neervallen. Een zegen als dat gebeurt! Dan is Christus nodig Die alles voor hen volbracht heeft. Hij is hun Middelaar, hun Borg, Die hen door de Geest der genade rust geeft.
Vragen:
1. Waaruit blijkt Gods vrijmachtig handelen?
2. Hoe bewijst God Zijn barmhartigheid aan ons?
3. Wanneer wordt de dienst van de Heere een liefdedienst?
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 2024
De Saambinder | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 2024
De Saambinder | 24 Pagina's