Een groot wonder
Wij kunnen alleen zalig worden door het geloof in de Heere Jezus. Daarvoor is het nodig dat Hij aan ons wordt geopenbaard. De ‘openbaring van de Middelaar’ is daarom een belangrijk kernpunt in de prediking.
Begrijpelijk ook dat deze uitdrukking een centrale plaats heeft in hoe we over deze dingen spreken. In twee artikelen willen we ingaan op de betekenis daarvan, bijzonder voor het persoonlijk leven.
Teer onderwerp
We behandelen een belangrijk onderwerp. De kennis van Christus is immers onmisbaar nodig tot zaligheid (Joh. 17:3). Buiten Hem zijn we eeuwig verloren. Voelen we het bijzondere gewicht? Het is ook een teer onderwerp. Het gaat om een groot wonder. De Heilige Geest werkt dit door Gods Woord in de ziel. In de wedergeboorte wordt de mens van Adam afgesneden en Christus door een waar geloof ingelijfd. Dit gaat gepaard met een innerlijke vernieuwing die doordringt in de diepste delen van het mens-zijn. Diepe smart brengt het sterven aan de oude mens met zich mee. Wonderlijke vreugde is er als iets van Gods gunst om Jezus’ wil wordt ervaren. ‘De openbaring van de Middelaar’ is ook een heerlijk onderwerp. Want hoe zalig is het als Christus Zich bekendmaakt als een gewillige Zaligmaker van een schuldige en verloren zondaar. Bij de behandeling van dit onderwerp hebben we ootmoed en voorzichtigheid nodig.
Bekendmaken
Eerst iets over de betekenis van het woord. ‘Openbaren’ betekent bekendmaken of onthullen. De persoon om wie het gaat was er dus eerst wel, maar hij was onbekend. Denk aan hoe iemand verborgen kan zijn achter een gordijn. De toeziende mensen nemen een verborgen gestalte waar. Daar zouden ze misschien wel wat over kunnen zeggen. Maar ze kijken niet verder dan het gordijn. Pas als het gordijn wordt weggeschoven, blijkt wie hij is.
De Heere Jezus kwam naar de aarde om het welbehagen van Zijn Vader te volbrengen. Daarom nam Hij de menselijke natuur aan en ging Hij een weg van vernedering. Hij moest immers voldoen aan Gods recht. Deze vernedering was dus ook nodig om verlorenen te kunnen redden. Maar voor de mensen is deze vernedering een reden van ergernis. ‘Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte dat wij Hem zouden begeerd hebben’ (Jes. 53:2). Onze houding is niet neutraal, maar afwijzend. Hij is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen’ (Joh. 1:11). Openbaren heeft dus niet alleen betrekking op Christus. Maar betekent dat er ook in ons een wonder moet gebeuren.
Geestelijke kennis
De Heere Jezus openbaarde Zich in Zijn rondwandeling op aarde. Dit is nauw verbonden aan het werk van de wegbereider (De Saambinder, 20 februari 2025). Zo wordt voor de Middelaar plaatsgemaakt. Door het wederbarende werk van Gods Geest gaat een mens de grootheid van God erkennen en zijn eigen zonde en verlorenheid doorleven. ‘Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad is in Uw ogen; opdat Gij rechtvaardig zijt in Uw spreken en rein zijt in Uw richten’ (Ps. 51:6). Hebt u zo ook een Zaligmaker nodig gekregen?
De dochters van Jeruzalem wisten dat er een geliefde Bruidegom was. Wat geeft het een verruiming in de ziel als de Heere een weg van ontkoming toont in een Ander. Dan mag ik het geloven: ik kan nog zalig worden. Maar kent u Christus nu ook persoonlijk? Jeruzalems dochters vroegen aan Christus’ bruid: ‘Wat is uw Liefste meer dan een andere liefste?’ (Hoogl. 5:9). Ja, Hij is de Zaligmaker. En Hij is de Schoonste van alle mensenkinderen. Maar hoe zal ik Hem zien met een oog van geloof?
Zijn Persoon
Is dit dan de openbaring van de Middelaar? Er is wel sprake van een zielsbetrekking op Jezus. Door honger en dorst naar gerechtigheid wordt de mens van zichzelf ontledigd. Die ziel begeert Jezus te kennen. Maar Wie Hij is in Zijn persoon, is nog verborgen. Johannes de Doper kende deze worstelingen ook voor zichzelf. ‘En ik kende Hem niet; maar opdat Hij aan Israël zou geopenbaard worden, daarom ben ik gekomen, dopende met het water’ (Joh. 1:31) Hoe kan Johannes nu zeggen dat hij Jezus niet kende? Hij sprong al voor Hem op toen hij nog in de buik van zijn moeder was. Kennelijk zat het voor Johannes vast op de geloofsovergave aan Jezus als de van God gezonden Zaligmaker. Altijd als het over de toepassing gaat, is dit kenmerkend: dat de verkregen kennis ook leidt tot vertrouwen.
Uit de volgende verzen blijkt hoe Jezus aan Johannes persoonlijk als de Christus is geopenbaard. Hoe is dat gebeurd? De Heilige Geest daalde op Christus neer als een duif. Daardoor werd voor hem de Goddelijke heerlijkheid van Christus ontdekt. Dat de Zaligmaker volmacht heeft van God de Vader. Dat de Heilige Geest aan Hem is geschonken. Wonderlijke genade van God om zo Jezus te mogen leren kennen. Zo had de HEERE het Johannes beloofd. Zo heeft Hij dat ook voor hem waargemaakt. Dat doet Hij nog. Hoe onuitsprekelijk groot is dit wonder. Jezus is de Zaligmaker. Hij is van God geschonken. De Heilige Geest getuigt het in de ziel en neemt de belemmeringen weg. Het is Jezus, Hij is de Zaligmaker - ook voor mij. Zo heerlijk als deze kennis is, zo diepe verootmoediging geeft het in de ziel. Hoe ligt dit voor ons persoonlijk?
Openbaring nodig
Is voor de kennis van Christus altijd een openbaring nodig, ook als je onder het Woord leeft? Ja, want ‘niemand kent den Zoon dan de Vader, noch iemand kent den Vader dan de Zoon, en dien het de Zoon wil openbaren’ (Matth. 11:27). De farizeeën vonden zichzelf leidsmannen in de godsdienst. Maar over hen zegt Jezus: ‘Ik dank U, Vader, Heere des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt dezelve den kinderkens geopenbaard; ja Vader, want alzo is geweest het welbehagen voor U’ (Luk. 10:21). De farizeeën ontleenden hun status aan hun voorrechten en gingen voorbij aan hun ongerechtigheid voor God. Ze hadden dan ook geen oog voor de noodzaak van Gods openbaring.
Vanwege hun hoogmoed ging God hen ook voorbij. Zijn welbehagen strekt zich juist uit tot het dwaze en zwakke van de wereld (1 Kor. 1:27).
Openbaren is dus een werk van God, waarin Hij verkiezende genade toont. Deze openbaring is niet voor de wereld (Joh. 14:22). Zo valt er bij deze openbaring een onderscheid. Denk aan de bruiloft te Kana, waar Jezus Zijn heerlijkheid openbaarde. Hoeveel mensen hebben daar die heerlijke wijn geproefd? Nog meer waren er die rijke dingen van Jezus spraken. ‘En Zijn discipelen geloofden in Hem’ (Joh. 2:11) Zij hebben zich verlustigd in hun Zaligmaker; de andere mensen niet. Openbaringskennis heeft dus een heel persoonlijk karakter.
Het vlees tegen de Geest
De kennis van het geloof moet wel openbaringskennis zijn. Daar wees de Heere Jezus op naar aanleiding van Petrus’ geloofsbelijdenis. ‘Zalig zijt gij, Simon Bar-Jona; want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is’ (Matth.16:17). Jezus is een Goddelijk Persoon. Voor de kennis van Hem zit ons zondige vlees in de weg. ‘Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden’ (1 Kor. 2:14).
Ook na ontvangen genade wantrouwt het zondige vlees de almachtige God en Zijn genadige belofte. Paulus klaagt: ‘Ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde’ (Rom. 7:14). Is dat ook uw geestelijke strijd? Hoe dringt Christus de Zijnen tot heiligmaking. ‘Die Mijn geboden heeft en dezelve bewaart, die is het die Mij liefheeft; en die Mij liefheeft, zal van Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelven aan hem openbaren’ (Joh. 14:21).
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 2025
De Saambinder | 24 Pagina's