Elke morgen van het jaar begint met nieuwe barmhartigheden
Zij zijn allen morgen nieuw. Klaagl. 3: 23a
Begint u op 1 januari 2021 in uw dagboek te schrijven verdrietig te zijn om het verlies van dierbaren die u in het achterliggende jaar door de dood zijn ontvallen, of om tegenheden in uw persoonlijk leven of gezin, of om de financiële neergang in uw bedrijf? Begrijpelijk. Of schrijft u bezorgd te zijn om het coronavirus en de mogelijke gevolgen ervan? Bezorgd om tegenheden die dit jaar u kunnen overkomen? Bezorgd om de bedreiging van de vrijheid van godsdienst en onderwijs als we willen vasthouden aan de Bijbelse visie op huwelijk en seksualiteit? Of bent u niet alleen verdrietig en bezorgd, maar ook verblijd dat u voor vandaag en de overige dagen over Gods barmhartigheid kunt schrijven: Zij zijn allen morgen nieuw?
De donkere bladzij in het dagboek van Jeremia
Gods Woord deelt ons mee hoe Jeremia in een tijd van zware oordelen mocht ervaren dat Gods barmhartigheden alle morgen nieuw zijn. Alle morgen! Leeft hij dan in een tijd van grote voorspoed in Israël, of vindt er een geestelijke opwekking onder zijn volk plaats? Nee, hij leeft in een tijd van Gods straffende oordelen over de zonden zoals dood, pestziekte en verbanning, en verwoesting van de koningsstad Jeruzalem en de heilige tempel. Hoe is Jeremia hieronder? De randen van zijn dagboekpagina’s zijn als verschroeid door de brand, en sommige blaadjes laten de sporen van de zwarte rook en ronddwarrelende vuurvonkjes zien. De dagboeknotities zijn het beste te vergelijken met de naargeestige roep van een roerdomp en het angstaanjagend geluid van een steenuil in de wildernis (Ps. 102:7).
Als we een blik slaan op enkele regels in zijn dagboek, moeten we bedroefd concluderen dat hij een radeloos en wanhopig mens moet zijn. We lezen: Ik ben het goede vergeten (vers 17), ofwel hij kan zich niet heugen dat God iets goeds in zijn leven heeft gedaan. In de volgende zin lezen we: Mijn hoop is vergaan van de HEERE (18), ofwel hij kan niet meer op de Verbonds-God hopen; hij acht het zinloos. Hij is verbitterd over de handelingen van de Heere met Zijn volk en met hem. Is dat het dagboek van een man met genade, die tevens door de Heere tot profeet was geroepen? Hoe kon hij zich dan zo naargeestig uiten? Dat was omdat Jeremia op de omstandigheden zag en niet op Christus. Dit was een inktzwarte bladzij in zijn leven!
De donkere bladzij in het dagboek van u, jullie en mij?
Is de 1 e januari ook zo’n zwarte bladzij in uw leven, als u op de zware oordelen des Heeren ziet in de wereld, in ons land, in uw familie, in uw persoonlijk leven, in uw bedrijfsleven, in het kerkelijke leven, in… Alles in en rondom u is zwart! U voelt zich eenzaam, verdrietig, bezorgd en verslagen. U gaat ervan uit dat dit ook wel zal zijn op de 2 e januari en op de overige dagen. Maar als u en ik zoals Jeremia een gebed van de Heere ontvangen, waardoor we een bukkende ziel krijgen, en uitroepen: Mijn ziel (…) bukt zich neder in mij? (20). Dan bukken we laag voor Hem, en erkennen onze zondige dwaasheid. Omdat we zulke lage gedachten van God hebben alsof Hij alles verkeerd heeft gedaan en oorzaak is van onze ellende. Wanneer wij de oorzaak van de ellende worden, zouden we dan niet tegelijk bedroefd zijn, omdat de zonde van ons gezin, van land en volk en van de kerk ónze zonde wordt die verzoend moet worden? Dan keuren we de Heere rechtvaardig als Hij ons zou doden,
Maar als de Heere dan ineens de regenboog van Zijn onveranderlijke trouw laat zien, waarvan de kleuren het helderste schitteren tegen de inktzwarte lucht van Gods oordelen? O vrienden, dan roepen we gezamenlijk uit: Het zijn de goedertierenheden des HEEREN, dat wij niet vernield zijn, dat Zijn barmhar-tigheden geen einde hebben. Zij zijn allen morgen nieuw (Klaagl. 3:22, 23). Al zien we overal ellende zoals Jeremia, die niets anders rondom hem zag dan geblakerde muren, opstijgende rookpluimen, dode mensen, en niets anders vernam dan een akelige, doodse stilte. Lees nu tot verwondering verder in zijn dagboek, en u hoort als het ware de roep van de geestelijke nachtegaal: Wij zijn niet vernield! Nee, nu horen wij niet langer de naargeestige roep van de roerdomp en het angstaanjagend geluid van de steenuil, maar het melodieus gezang van de geestelijke nachtegaal: Zij zijn allen morgen nieuw.
Een nachtegaal laat zijn gezang vaak horen als het nog schemerig is, waaraan hij zijn naam heeft te danken. Hij houdt zich schuil in het struikgewas in de bosranden of bij de duinen aan de woeste zee, en kondigt in de vroege morgen de lentetijd aan. Het gezang bestaat uit herhaalde motiefjes en een crescendo, ofwel een aanzwellend en steeds luider klinkend gezang. Zo brak voor Jeremia de geestelijke lentetijd aan. Lentetijd? Ja, omdat Christus Zich aan zijn ziel openbaarde en zei: Sta op, Mijn vriendin, Mijn schone en kom. Want zie, de winter is voorbij; de plasregen is over (…), de zangtijd genaakt, en de stem der tortelduif wordt gehoord in ons land (Hoogl. 2:11, 12). Het vogeltje begint in het hart van Jeremia te zingen! Hij neemt als het ware de harp uit de wilgenboom, en begint daarop vrolijk te tokkelen. Tegelijk kijkt hij met blijde ogen naar de hemel en jubelt als een nachtegaal zijn geloofstaal: Zij zijn allen morgen nieuw. Laten anderen dan spotliedjes over mij zingen en mij verwijten dat ik medeoorzaak ben van de ellende in maatschappij en kerk, hetwelk ook een oorzaak was van mijn neerslachtigheid (Klaagl. 3: 14, 63). Ik heb met de spotters te doen, maar ik mag door vrije genade Gods barmhartigheden roemen die alle morgen nieuw zijn.
Gods barmhartigheden
We maken onderscheid tussen Gods algemene en bijzondere barmhartigheid.
Ieder deelt in Gods algemene barmhartigheid. Elke morgen als we wakker worden is een bewijs dat wij nog in het heden van genade verkeren. Elke morgen wordt ons nog toegeroepen dat we bekeerd moeten worden en uit genade zalig kunnen worden. Elke morgen als we onze knieën voor ons bed buigen, of Gods Woord lezen is een bewijs dat de Heere geen lust heeft in onze dood, maar ons tot bekering roept. Dat het jaar 2021 het beloofde kroonjaar en het aangename jaar van Gods welbehagen mocht worden, waarin jong en oud tot God leren roepen om ontferming. Weet toch dat uw godsdienst of ingebeelde godzaligheid u niet kan redden. Alle emoties zonder ware droefheid naar God, zonder een bukkende ziel, zijn geen grond om de eeuwigheid aan te doen! Als u in uw dagboek de woorden van Asaf schrijft: Mijn straffing is er alle morgens (Ps. 73:14), dan bent u nog geen rechteloze en verloren zondaar die smeekt om door Gods barmhartigheid in Christus ontfermd te worden.
Wanneer is Gods bijzondere barmhartigheid ons deel? Als God op rechtsgronden om Christus’ wil Zich over ons ontfermt. Weet u dat we Gods ontferming elke morgen nodig hebben, als we met Asaf eerst een groot beest voor God worden? Het wordt dan het grootste wonder als Christus als de barmhartige Samaritaan Zich over ons ontfermt. Wie schrijft nu in zijn dagboek dat elke morgen begint met nieuwe barmhartigheden? U kunt dit alleen schrijven als u gelooft dat Christus voor u vernield is aan het vloekhout van het kruis en geen barmhartigheid of ontferming ontving, toen Hij uitriep: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten. Waarom was Hij van God verlaten? O, onbegrijpelijk wonder van Vaders barmhartigheid in Christus! Opdat Christus als die dierbare Borg u van Zijn eeuwige liefde en trouw zou kunnen verzekeren, en u ganselijk vertroosten dat Hij Zijn lichaam voor u heeft laten verbreken en Zijn bloed voor u heeft laten vergieten. Christus stierf, maar op de vroege morgen van Zijn opstanding toonde Hij de grote Overwinnaar te zijn over dood en satan. Déze morgen is oorzaak dat zondaars uit het graf van zonde en schuld opstaan, en op Gods tijd als nachtegalen met Jeremia zingen: Zij zijn allen morgen nieuw.
Wat een troost, dat de onveranderlijke Verbonds-God ons verzekert: Ik de HEERE, word niet veranderd; daarom zijt gij, o kinderen Jakobs, niet verteerd (Mal. 3:6).
Zijn barmhartigheden zijn alle morgen nieuw, ook al zal de oven van beproeving dit jaar zeven maal heter worden gestookt. Gods volk wil graag het vuur van beproeving gematigd krijgen. Maar Christus, de dierbare Louteraar heeft u te veel lief om u alles te geven wat uw hart verlangt. Ook al zorgt uw lijden ervoor dat u smeekt om verlichting, omdat u de tegenwoordigheid van Christus, uw Liefste mist. Maar als uw Liefste Zich onverwacht over u ontfermt en zegt: Vreest niet, want Ik ben met u (Jes. 41:10), dan bent u een en al verwondering. U kijkt naar uw beminnelijke Jezus en zegt: Zij zijn allen morgen nieuw.
Gods barmhartigheden zijn alle morgen nieuw
We geloven dat u dan met Jeremia als een geestelijke nachtegaal (ook al was het met een onwelluidende stem), maar met een gelovig hart zingt: ’Kroon Hem als uw Heere, omdat Hij u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden’ (Ps. 103:4). U mag dan met het hemelse concert op aarde meezingen: Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. U kijkt dan niet langer op de omstandigheden, of raakt van streek op het zien van vijandige blikken of door het horen van spotliedjes. Christus brengt u in Zijn wijnkelder om u te verblijden, zodat Zijn liefde als een wapperende banier over u is (Hoogl. 2:4). U stemt van harte in: Zij zijn allen morgen nieuw. Hoewel geen engelen- of mensentong Gods barmhartigheid in Christus recht kan bezingen, krijgt het ware geloof wel enig besef hoe Gods barmhartigheden in Christus elke morgen nieuw zijn.
Nieuw, altijd fris! Gods barmhartigheid is daarom niet te vergelijken met een bak vol water dat oud wordt en stinkt, of met een droogvallend vennetje in een heidegebied, maar met een fontein van helder stromend water (Hoogl. 4:15). We kunnen Gods barmhartigheid in Christus ook vergelijken met een boom waarvan de bladeren het hele jaar groen en de vruchten zoet zijn (Hoogl. 2:3). Wie kan nu in zijn dagboek schrijven en met hart en mond zingen: Zij zijn allen morgen nieuw? U kent dan Gods barmhartigheid in Christus als de Appelboom, van Wie Zijn schaduw altijd tot uw bescherming is, het ruisen van Zijn groene bladeren als het suizen van een zachte stilte, en Zijn appels bijzonder zoet smaken! Welke donkere nachten dit jaar ook aanbreken, maar Zijn barmhartigheid blijft altijd nieuw.
Het jaar 2021 bestaat uit 365 dagen, en het is groot als wij één keer in de week als een geestelijke nachtegaal zingen: ’Zij zijn één keer in de week voor mij bijzonder nieuw.’ Maar nu élke morgen, vanaf 1 januari tot en met 31 december! Henoch wandelde 300 jaar met Christus, zodat hij 110.000 morgens kon zeggen: Zij zijn allen morgen nieuw.
Volk des Heeren, sta er naar om elke morgen een nieuwe Christus te kennen, hoe donker de nachten van tegenheden ook zijn, maar God zal u helpen in het aanbreken van de morgenstond (Ps. 46:6). Christus blijft altijd nieuw en zorgt altijd voor u, niet alleen elke morgen maar ook als het nacht is. Christus blijft altijd nieuw en wordt nooit oud. Zing dan als een geestelijke nachtegaal over Christus, Die nooit grijs wordt of rimpels boven de ogen krijgt, zoals de bruid in Hooglied: Zijn haarlokken zijn gekruld, zwart als een raaf (5:16). Christus blijft elke morgen begeerlijk of het nu op een lente-, zomer-, herfstof winterdag is: En al wat aan Hem is, is gans begeerlijk (Hoogl. 5:16). Christus’ bloed blijft elke morgen vers zoals Hij dit aan het kruis stortte. Smeek dan om elke dag Zijn bloed nodig te hebben en als vers te ervaren vanwege Zijn verzoenende, helende en versterkende kracht (Ps. 147:3; Jes. 53:5). Christus’ voorbede blijft elke morgen nieuw, want we lezen: Alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden (Hebr. 7:25), om elke morgen bewaard te worden voor verzoekingen, en om elke morgen kracht te ontvangen om het kruis achter Hem te dragen. Christus verstaat de hemelse kunst van barmhartigheid in het kastijden en in het zenden van roeden uit liefde.
De betekenis van deze tekst zal straks bij uw sterven pas recht verstaan worden als uw ziel tot Christus, haar Hoofd wordt gebracht. De volkomen betekenis zal zijn als de jongste dag is aangebroken en Christus Zijn belofte vervult: Zie, Ik maak alle dingen nieuw (Openb. 21:5). U bent dan gelijkvormig aan het heerlijk lichaam van Christus, en God zal alles zijn in allen!
Een oprechte wens om Gods barmhartigheid te ontvangen
We wensen alle geliefde ambtsbroeders, ambtsdragers en studenten binnen en buiten ons kerkelijke leven, toe om op uw arbeidsplaatsen bekroond te worden met Zijn barmhartigheid. Alsook dat alle gelegenheden worden waargenomen om in een wereld waar de macht van de vorst der duisternis zich danig roert, verbinding te zoeken met hen die dezelfde grondslag voorstaan en beleven. We zien uit naar een gezond geestelijke opwekking onder lauwe christenen, blinde heidenen en verstokte Joden middels de prediking, evangelisatie- en zendingswerk in ons land en wereldwijd. We denken met weemoed aan de verdrukte kerk in de wereld, maar ook met goede moed dat Christus rijdt op het witte paard van Zijn overwinning en oneindig machtiger is dan satan met zijn handlangers. Dit geldt ook ten aanzien van ons land en volk, vorstenhuis en overheid met onze politieke partij, S.G.P., omdat Hij regeert. Dit geldt niet in het minst voor al onze scholen, deputaten en stichtingen, en zij die daarin een verantwoordelijke taak hebben. Alsook voor het schrijven en klaarmaken van ons kerkelijk blad, De Wachter Sions, wat elke week naar onze lezers wordt verstuurd. We waarderen het werk van onze geachte scribenten die regelmatig onze lezers wijzen op de maatschappelijke ontwikkelingen en de noodzakelijkheid van bekering en het geloof in Christus. Ook ons Deputaatschap, in het bijzonder onze secretaris, de heer J.W. van Berkum. Een woord van dank past ook aan de uitgever Van der Perk, in het bijzonder de heer C. Meerkerk die al vele jaren zijn uiterste best doet voor een goed verzorgd blad. We hebben een goede samenwerking met onze geliefde vriend en administrateur, M. Meijering en met zijn vrouw die ook enkele taken verricht, en we hopen van harte dat zij mogen ervaren: Zij zijn allen morgen nieuw.
Ten slotte willen we ook namens onze lieve vrouw u allen hartelijk bedanken voor de goede wensen die we voor het jaar 2021 mochten ontvangen. Bidt ook voor ons of de Heere Zijn barmhartigheid ons elke morgen niet wil onthouden. We willen besluiten met de wens dat ondanks de ontzaglijk donkere nachten, elke dag van het jaar 2021 de dageraad van de nieuwe morgen van Gods barmhartigheid in Christus mag doorbreken tot zaligheid en vertroosting. Maar ook met het vaste vertrouwen dat eenmaal de nieuwe morgen van de dag der eeuwigheid zal aanbreken, als Christus zal komen op de wolken des hemels en alle dingen nieuw zal maken. Wie kan nu in zijn of haar dagboek schrijven: ’Wanneer komt die dag dat ik bij U mag zijn en zien Uw aanschijn geprezen? De morgen, ach, wanneer?’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 december 2020
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 december 2020
De Wachter Sions | 12 Pagina's