Synode 2020-2021 (1)

Op 9 juni 2021 kwam de synode van onze gemeenten in vergadering bijeen in het kerkgebouw ’De Hoeksteen’ te Barneveld. Door de coronapandemie kon de eerder geplande synodevergadering van woensdag 10 juni 2020 geen doorgang vinden. Hoewel er vorig jaar augustus nog hoop was dat de synode alsnog op 14 oktober 2020 gehouden zou kunnen worden, moest ook die vergadering uiteindelijk worden afgezegd vanwege de aangescherpte overheidsmaatregelen door het toegenomen aantal besmettingen met Covid-19. De Heere heeft het ge geven dat dit jaar de synodevergadering op de gebruikelijke tijd in juni gehouden kon worden. Helaas kon deze vergadering alleen door ambtsdragers worden bijgewoond en niet door belangstellende gemeente leden. Deze beperking was nodig om binnen de geldende overheidsvoorschriften te kunnen blijven.

Opening

Namens de roepende kerk van Bruinisse opent ds. J.A. Weststrate de vergadering door te laten zingen Ps. 94: 8. Hierna leest hij uit Gods Woord Hebreeën 13: 1-8 en gaat voor in gebed.

Ds. Weststrate heet de afgevaardigden, broeders in de bediening en andere ambtsdragers hartelijk welkom. Vorig jaar kon de synode niet doorgaan in verband met het coronavirus. Ook nu doen de gevolgen daarvan zich gevoelen. Om die reden kan de vergadering niet door belangstellende gemeenteleden worden bijgewoond. De Heere weet hoe we onder de oordelen geweest zijn. Was er bij ons de gedachte dat we het virus wel zouden kunnen wegnemen? Of zijn er die onder het oordeel hebben mogen bukken? Wie is in ootmoed en verootmoediging tot de Heere gegaan vanwege de grote schuld? Als dit virus wegtrekt, kan de Heere met zwaardere oordelen komen. Of zal het zo zijn dat de Heere niet meer met oordelen komt, maar ons laat doodrennen, zoals ds. Fraanje het eens uitdrukte. Dan werpt de Heere de teugels op het paard. We mogen het een wonder achten dat de Heere ons hier vanmorgen samenbrengt.

Vervolgens schetst ds. Weststrate hoe de situatie was bij de Hebreeën. Er was grote nood onder de Joden. De zorgen die er toen waren, geven veel herkenning, ook in deze tijd. De zonden werden vrijuit bedreven. Het leek dat het geloof kwijnende was. Er was sprake van kerkverlating. En toch, ondanks alles, zegt de apostel in vers 5: Want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten. Wij hebben het verdiend als de Heere ons zou verlaten. Toch heeft Hij dat nog niet gedaan, zoals we gisteravond met de bidstond konden beluisteren. Maar ook als je mag ondervinden dat de Heere nog bediening geeft. En waarom? Vanwege die getrouwe Verbonds-Jehova, Die nu altijd in het brandende braambos van Zijn Kerk zal blijven. Vandaar dat de apostel schrijft: Want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten. De Heere heeft deze woorden eertijds gesproken tot Jozua, en in Jozua tot alle gelovigen, zoals de kanttekening opmerkt. Maar ook tot Jakob in Bethel. Jakob ging een onbekende, zwarte toekomst tegemoet; hij was met alles aan een einde gekomen. Maar dan laat de Heere hem in een droom die ladder zien, die van de aarde tot de hemel reikte. Ook toen sprak de HEERE dat Hij Jakob niet zou verlaten, totdat Hij zou gedaan hebben wat Hij tot Jakob gesproken had. Zijn er van zulke Jakobs in ons midden en in onze gemeenten, die met alles zijn vastgelopen? De Heere werkt nog steeds op dezelfde wijze. Als alles vastgelopen is, mogen ze zien Wie Hij nu is in Zijn Zoon voor verloren, verdoemelijke Adamskinderen.

We zijn vandaag als ambtsdragers bijeen. Dan weten we hoe onmogelijk het is als we voor ons ambtswerk staan. Want iedere ambtelijke verrichting is een onmogelijkheid. Maar de HEERE zei tot Jozua, die voor de onmogelijkheid stond om het volk Israël Kanaän in te brengen: Ik zal u niet begeven en zal u niet verlaten. Laat het daarom tot troost zijn van de ambtsdragers: Hij Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal. Wij menen vaak zelf Gods huis te kunnen bouwen. Het is echter genade als de Heere het afbreekt, want de HEERE bouwt Zijn Kerk. Hij blijft bij Zijn Kerk tot de voleinding der wereld. Er staat zo treffend in zondag 18 van de Catechismus dat Christus naar Zijn Godheid, majesteit, genade en Geest nimmer ­ meer van Zijn Kerk wijkt. Wat kunnen we de Heere vaak aan Zijn plaats laten. Het is tot beschaming gezegd. Ondanks ons boze, opstandige bestaan, ondanks het altijd de Heere vooruit willen lopen, blijft het gelden: Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten.

Als we Paulus deze woorden als het ware zien opschrijven, dan kan hij de trouw des Heeren niet uitdrukken, zo groot is die. Hij gebruikt (in het Grieks) vijf ontkenningen. Dat is een zeer sterke bevestiging. Die verwondering wordt nog groter als hij ziet Wie de Belover is, Die Zich van de Vader wilde laten verlaten worden opdat verlaters van Zijn wet weer met Hem verzoend konden worden. Hij heeft de zonden van Zijn Kerk willen uitdelgen, ook de kerkelijke zonden. Voor zulke zwarte zondaren heeft Hij dit willen doen, zodat dit tekstwoord waar kon worden: Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten. Wat wordt het welbehagen des Heeren dan tot grote verwondering. Hij heeft Zijn Kerk liefgehad met een eeuwige liefde. De Heere kan met eerbied gezegd niet van Zijn Kerk af. Keer op keer baant Hij de weg omdat Hij een begeerte heeft tot Zijn kinderen. Hij is een vurige Muur rondom hen. Daarom zijn deze woorden van Paulus een troostwoord voor de Kerk. Hij blijft de Getrouwe, ook als Zijn kinderen ontrouw zijn en murmureren. De Heere moet zo vaak Zijn gunst inhouden vanwege hun zonden, ook de ambtelijke schuld en zonden. En omdat de Heere nu lust heeft tot Zijn Kerk, daarom zal Hij haar ook telkens weer in de schuld brengen. ’Als Mijn volk zich zal schuldig kennen, zal Ik aan Mijn verbond gedenken’.

Het tekstgedeelte wat we kort overdenken, begint met het woordje ’want’. Dit slaat terug op het eerste gedeelte van de tekst: Uw wandel zij zonder geldgierigheid; en zijt vergenoegd met het tegenwoordige. Als we geldgierig zijn dan zijn we op het stof gericht. Daarom staat hier eigenlijk: ’Uw wandel zij zonder stoffelijk te zijn’. In hoeveel kerkenraads- en andere kerkelijke vergaderingen gaat het niet vaak over het stoffelijke? Hoe weinig staat Christus op onze vergaderingen centraal. Neem dit mee. Mochten we ook maar vergenoegd, tevreden zijn met de talenten en gaven die de Heere ons persoonlijk gaf. Als we dat niet zijn, dan zal de Heere Zijn gunst inhouden.

Ds. Weststrate sluit zijn openingswoord af met de wens dat de Heere vandaag in het midden zal mogen zijn. Alleen als Hij in het midden is, zullen we een zegen smaken en mogen we met vers 6 zeggen: De Heere is mij een Helper, en ik zal niet vrezen wat mij een mens zal doen.

Moge de Heere vandaag de leiding nemen en ogen schenken om op Hem te zien. Hij geve ook de afgevaardigden licht en wijsheid en ondersteune de moderamenleden. In het bijzonder ds. Van Voorden die vandaag aan de beurt is om leiding te geven aan de vergadering. Ter afsluiting laat ds. Weststrate zingen Ps. 27:5 en draagt de leiding over aan ds. Van Voorden.

Ds. Van Voorden dankt ds. Weststrate voor het gesproken openingswoord. Het is zijn wens dat het vandaag zo mag zijn zoals ds. Weststrate dit woord biddende en zuchtende heeft neergelegd. Bij toerbeurt is het zijn taak om vandaag voorzitter te zijn; hij hoopt dat de moderamenleden hem hierbij behulpzaam willen zijn.

Lastbrieven

Bij het nazien van de lastbrieven blijkt dat enkele afgevaardigden verhinderd zijn en door hun secundus worden vervangen. Ouderling R.A. van der Garde vervangt ds. J. Roos, die niet aanwezig kan zijn omdat hij zijn bovenarm heeft gebroken. Ouderling A. Bolier vervangt ds. J.A. Weststrate omdat ds. Weststrate inmiddels binnen classis West werkzaam is en vanuit die classis is afgevaardigd. Ouderling A.J. Deurloo wordt vervangen door ouderling A.J. Jansen.

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen