Wolk van getuigen

Sommigen denken dat hij, net als Eva bij de geboorte van Kaïn, gedacht heeft dat zijn zoon de beloofde Messias was. De kanttekening meent dat die naam door de Heere Lamech werd ingegeven omdat zijn zoon een bijzondere taak van de Heere zou krijgen met het oog op de komende zondvloed (kanttek. 18).

Noach kreeg toen hij 500 jaar oud was drie zonen: Sem, Cham en Jafeth. Van hem lezen we twee belangrijke dingen. Er staat in Genesis 6:8: Maar Noach vond genade in de ogen des HEEREN. In een ondergaande wereld, waarin de zonden toenamen en het oordeel steeds dichterbij kwam, behaagde het de Heere hem een nieuw hart te geven. Verder lezen we van hem: Noach wandelde met God (vers 9). Wat dat betreft leek hij op zijn opa Henoch die ook met de Heere wandelde. Noach kreeg toen hij 480 jaar oud was van de Heere te horen dat de aarde nog 120 jaar zou bestaan. De Heere had tot hem gesproken: Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met de mens, dewijl hij ook vlees is (een boos hart heeft); doch zijn dagen zullen zijn honderd en twintig jaar (Gen. 6:3).

Zoals zijn opa Henoch de mensen gewaarschuwd had voor het naderende oordeel, zo heeft ook Noach 120 jaar lang gewaarschuwd voor de zondvloed die de hele wereld zou treffen. Er staat in 2 Petrus 2:5 dat hij was de prediker der gerechtigheid. Die woorden betekenen dat Noach Gods straf over de zonden heeft aangezegd en de mensen tevens opriep zich tot de Heere te bekeren, voordat het ontzettende oordeel voltrokken zou worden. Maar het bleef niet alleen bij preken, want Noach kreeg ook de opdracht om een ark te bouwen. Heel uitvoerig heeft de Heere hem verteld hoe de ark gebouwd moest worden. Er moesten verschillende verdiepingen komen en het moest alles precies naar Gods bestek uitgevoerd worden. Toen is Noach aan het werk gegaan. Hij heeft geloofd dat de zondvloed komen zou. In de Bijbel staat dat hij door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark heeft toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin.

Zo is hij op een dag met heel wat mensen begonnen aan het bouwen van de ark, een heel groot schip. Terwijl het dagelijks vaak mooi weer was, ging hij zich voorbereiden op de ontzettende oordeelsdag, de zondvloed. En zoals zijn opa Henoch spot en hoon heeft moeten ondergaan, zo is dat ongetwijfeld het deel van de godvrezende bouwer van het schip op het droge geweest. Geloof maar dat er om gespot en gelachen is en dat hij voor een dwaze man werd aangezien. Maar Noach ging onverstoord met zijn werk door.

We lezen dat het geloof een bewijs is van de zaken, die men niet ziet (Hebr. 11:1). Noach mocht door het geloof zien wat de goddeloze wereldse mensen niet zagen. Wat zag hij dan? Hij zag dat het op de ondergang van de wereld aanging en bevreesd geworden zijnde, heeft hij de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin (vers 7). Terwijl de mensen zich niets van Gods komende oordeel aantrokken, is Noach bevreesd geworden. Hij heeft gevreesd voor Gods oordeel en het leefde in zijn hart, wat eeuwen later David zei: Het haar mijns vleses is ten berge gerezen van verschrikking voor U, en ik heb gevreesd voor Uw oordelen (Ps. 119:120). Maar hij bezat ook een kinderlijke gehoorzaamheid om aan de opdracht te werken die de Heere hem ge - geven had. Noach zag het einde van de wereld en daarmee de dood van alle mensen naderen. Helaas zagen zij het zelf niet en waren blind voor het oordeel.

Omdat Noach het woord van de Heere geloofde, heeft hij de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin. Hij werkte aan een schuilplaats voor zichzelf en zijn gezin. In dat werken aan de ark veroordeelde hij de wereld. Elke hamerslag riep de ongelovige mensen toe: Bereid uw huis, want het oordeel komt! We weten dat, toen de genadetijd verstreken was, er slechts acht mensen behouden werden: Noach, zijn vrouw, zijn drie zonen en hun vrouwen. Nee, dat waren niet allemaal bekeerde mensen. We weten hoe Cham later door de Heere werd vervloekt omdat hij zijn vader bespotte. Het komt wel meer voor dat de Heere kinderen of weldoeners van Gods kinderen tijdelijk wil zegenen. Zo zegende de Heere Farao om Jozefs wil en werd Sódom pas verdelgd nadat Lot eruit gehaald werd.

Geloofd zij God, Die Zijn genade

Aan mij heeft groot gemaakt;

Die voor mijn welstand waakt;

Zijn oog slaat mij in liefde gade;

Hij wil mij heil bereiden;

Mij in een vesting leiden (Ps. 31:17).

(Volgende keer D.V. 7. Alzo werd verdelgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen