Synode 2022 (6)

Deputaatschap Algemene kerkelijke zaken (Akz)

Tijdens de eerste zittingsdag van de synode (15 juni) is uitgebreid stilgestaan bij het onderwerp wereldgelijkvormigheid in de brede zin van het woord, en daarbij ook betrokken de in het verleden vastgestelde ordemaatregel bij het dragen van baarden en snorren. Het resultaat van die bespreking was dat aan Akz is gevraagd om samen met het Deputaatschap Opvoeding, Onderwijs en Catechese (DOOC), een nader advies uit te brengen ter behandeling op deze tweede synodedag.

Op verzoek van de preses geeft deputaat ouderling R.A. van der Garde (Opheusden), een toelichting op de aan de synode toegezonden notitie ’Hebt de wereld niet lief’. In het korte tijdsbestek tussen juni en september is het niet gelukt om een volledig afgerond advies gereed te krijgen, ondanks de grote eenstemmigheid binnen de beide deputaatschappen in hun bezorgdheid over de toenemende wereldgelijkvormigheid. De opgestelde notitie is daarom een startnotitie die nog nader uitgewerkt moet worden. Wereldgelijkvormigheid kunnen we niet keren door veel te vergaderen en rapporten hierover te schrijven. Alleen door een wonder van genade kan deze worden gekeerd.

Het is verder van groot belang dat allereerst op grond van Gods Woord nader wordt onderzocht en doordacht wat wereldgelijkvormigheid in brede zin is. Pas daarna kunnen aanbevelingen worden gedaan of bepaalde concrete maatregelen uit het verleden, in deze tijd nog steeds noodzakelijk en dienstbaar zijn in het tegengaan van wereldgelijkvormigheid. Bij wereldgelijkvormigheid gaat het niet alleen om waarneembaar gedrag of om uitingen van wereldgezindheid. Het gaat in de eerste plaats om de gesteldheid van het hart, de gezindheid waarmee men in het leven staat en hoe dit zich vervolgens openbaart in de praktijk.

Hoewel de notitie nog geen afgerond eindproduct is en daardoor nog geen openbaar karakter draagt, beschrijft deze wel enkele algemene uitgangspunten.

Gods Woord als leidraad

Het Woord is de enige regel waarnaar de gestalte van het hart, gedachten, woorden en daden bestuurd dienen te worden (Gal. 6:16; Jes. 8:20 en Ps. 119:6). Het tanend Schriftgezag en afnemende Bijbelkennis hebben onmiskenbaar dramatische gevolgen voor het omgaan met de Bijbel en de leer die daarop gegrond is. Denk hierbij aan de toenemende ontheiliging van Gods Naam en dag, het relativeren van wat Gods Woord zegt over huwelijk, gezin en echtscheiding, het laten prevaleren van wetenschap boven Gods Woord en een steeds oppervlakkiger geloofsbeleving.

Wat is wereldgelijkvormigheid?

De Schrift spreekt in duidelijke taal afkeurend over het gelijkvormig worden aan de wereld. In Romeinen 12:2 lezen we: En wordt dezer wereld niet gelijkvormig. Daarmee wordt bedoeld om niet de geest van deze wereld, die in het boze ligt, gelijkvormig te worden. De apostel Johannes houdt ons voor: Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem. Want al wat in de wereld is, namelijk de begeerlijkheid des vleses en de begeerlijkheid der ogen en de grootsheid des levens, is niet uit den Vader, maar is uit de wereld (1 Joh. 2:15, 16). De begeerlijkheid des vleses heeft alles wat te maken met de seksuele moraal, samenlevingsvormen, diversiteit, genderideologie (lhbti), huwelijk-gezin-gezinsvorming, abortus, voorbehoedmiddelen, seksuele gemeenschap voor het huwelijk, kleding, mediagebruik, verslavingen. Bij de begeerlijkheid der ogen moeten we denken aan consumentisme, zich meten met anderen wat levenswijze (pracht en praal) betreft, via media een volmaaktheid willen nastreven met vaak een negatief zelfbeeld tot gevolg, verkeerde tijdsbesteding (mediagebruik), beeldcultuur. Onder de grootsheid des levens verstaat de kanttekening ‘trotsheid, of de eergierigheid of hovaardij, die de wereldse mensen in hun staat en leven alleszins betonen in grote kostelijkheid, pracht en verheffing boven hun naaste’. Hieronder kunnen we in onze tijd verstaan: materialisme, pronkzucht, verkeerde vrijetijdsbesteding enzovoort. Is ons levensdevies: memento mori (gedenk te sterven) of carpe diem (pluk de dag)?

Hoe behoort onze wandel te zijn?

In onze wandel moet tot uitdrukking komen: God liefhebben boven alles en de naaste als onszelf. Kort samengevat gaat het om een leven uit het geloof, naar Gods wet en tot Gods eer. Deze eis ligt op een ieder. Laat het onze bede zijn en blijven: “Och of wij Uw geboôn volbrachten.”

Aan de synode wordt voorgesteld in te stemmen met de startnotitie ‘Hebt de wereld niet lief’. Vervolgens wordt toestemming gevraagd om dit onderwerp verder uit te werken en daarover nader te rapporteren aan de synode van 2023 D.V. Deze vervolgrapportage zal worden voorzien van praktische adviezen voor kerkenraden in het omgaan met onderwerpen als tijdsbesteding, zondagsinvulling, levensstijl, kleding en haardracht, gebruik van internet en sociale media enz. Daarbij zal ook een Bijbels onderbouwde aanbeveling worden gedaan met betrekking tot de ordemaatregel inzake snorren en baarden. Ten slotte wordt mandaat gevraagd om met behulp van DOOC en KOC reeds op korte termijn praktische adviezen aan de kerkenraden te verstrekken ten aanzien van onderwerpen die geen nadere besluitvorming van de synode vergen.

Meerdere afgevaardigden voeren over dit belangrijke onderwerp het woord. Zij spreken in grote lijnen hun waardering uit over de gedegen notitie. Scriba ouderling C. Dubbeld (Gouda-Gerbrandyweg) vraagt om in de vervolgnotitie wat meer uit te werken dat wij leven in de tijd van het Nieuwe Testament. Een volledig isolement ten opzichte van de wereld om ons heen is niet mogelijk. De apostel Paulus wijst in 1 Korinthe 5:9 en 10 op het afstand houden van de zonden, maar beseft tegelijkertijd dat we niet geheel alle omgang met de wereld om ons heen kunnen vermijden, want anders zoudt gij moeten uit de wereld gaan. Verder is het van belang om de onderwerpen die aan de orde komen, in te kaderen aan de hand van de Tien geboden. Ook is een goede onderbouwing nodig voor toepassing van ordemaatregelen, in relatie tot hetgeen hierover is vastgelegd in de vorig jaar aanvaarde herziening van de Dordtse Kerkorde. Daarbij wordt gevraagd om ook het Deputaatschap Kerkrecht hierin te betrekken. Andere afgevaardigden ondersteunen deze opmerkingen.

De preses vat samen dat er behoefte is aan handvatten voor de kerkenraden. Het kernwoord van deze notitie is de gezindheid van het hart. Daarop moet de nadruk liggen. Laten we dat op huisbezoek en aan onze catechisanten voorhouden: wat is het doel van je leven, waar ben je mee bezig, waar geniet je van. Het moet echt hartenonderzoek zijn. Het zou ook groot zijn als de ambtsdrager iets uit eigen leven kan vertellen, dat de Heere zonde tot zonde heeft gemaakt. Dan komt de wereld op een afstand en kun je voorbeelden geven van wereldse dingen die onze gezindte binnengeslopen zijn. Dan is slechts één ding belangrijk: Hoe kom ik met God verzoend. Voor onze jeugd is het belangrijk om vanuit die grondgedachte met hen te spreken. In Ps. 78 zegt de Heere niet alleen om de wetten en inzettingen te onderhouden, maar worden we ertoe opgeroepen de loffelijkheden van de Heere vertellen.

Na afronding van de bespreking concludeert de preses dat de synode kan instemmen met de startnotitie ‘Hebt de wereld niet lief’ en de daarin voorgestelde beslispunten. In de vervolgrapportage zal ook worden ingegaan op de vanuit de synode genoemde aandachtspunten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen