Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Synode 2023 (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Synode 2023 (1)

11 minuten leestijd

Op 14 juni 2023 kwam de synode van onze gemeenten in vergadering bijeen in het kerkgebouw ‘De Hoeksteen’ te Barneveld. De avond ervoor werd door ds. D.E. van de Kieft de bidstond geleid. Hij sprak bij die gelegenheid over Lukas 12:32: Vrees niet, gij klein kuddeken; want het is uws Vaders welbehagen ulieden het Koninkrijk te geven. Deze preek wordt in afleveringen in De Wachter Sions geplaatst.

Opening

Namens de roepende kerk van Ederveen opent ds. J. Roos de vergadering door te laten zingen Ps. 43: 3 en 4. Hierna leest hij uit Gods Woord Jeremía 1: 1-12 en gaat voor in gebed.

Ds. Roos heet de afgevaardigden, broeders in de bediening, andere ambtsdragers, studenten en verdere belangstellenden hartelijk welkom. Het doet hem goed om bij deze gelegenheid elkaar te ontmoeten.

Het is een voorrecht dat we de geopende Bijbel voor ons hebben en daaruit enkele woorden ter opening van onze synodale vergadering mogen spreken. Het komt er echter op aan dat de Heere ons hart opent voor dat Woord, want anders blijft het een gesloten woord. Maar als de Heere het hart opent dan hebben we bijzondere genade van God ontvangen waardoor we iets van de verborgenheden van dat Woord ontdekt krijgen. Dan zijn het geen zwarte woorden, maar gouden woorden waarop de Heere als de Zon der gerechtigheid Zijn gouden stralen laat vallen en zegt u met David: Uw woord zal ik niet vergeten.

In Jeremía 1 lezen we dat Jeremía door de Heere geroepen was om als profeet het volk hun zonden te verkondigen, maar ook de Bron van vreugd bekend te maken. In het vijfde vers lezen we: Eer dat Ik u in moeders buik formeerde, heb Ik u gekend, en eer dat gij uit de baarmoeder voortkwaamt, heb Ik u geheiligd; Ik heb u den volken ten profeet gesteld. Al Gods geroepen knechten zullen in een meerdere of mindere mate er iets van kennen wat van Jeremía beschreven staat. Namelijk dat al van eeuwigheid bepaald is om als zondig mensenkind geroepen te worden om Zijn Woord te verkondigen. Want er staat zo opmerkelijk: Eer dat Ik u in moeders buik formeerde, heb Ik u gekend. Dus de Heere kende hem al van eeuwigheid. De Heere had hem ook geheiligd, dat wil zeggen afgezonderd om dat grote werk als profeet waar te nemen in een ontzaglijk donkere tijd.

Zou Jeremía verblijd zijn geweest toen de HEERE dit tot hem sprak? Luister maar: Toen zeide ik: Ach Heere HEERE, zie ik kan niet spreken, want ik ben jong (vs 6). Hierin zien we dat als de HEERE zulke heilige zaken bekendmaakt, dan ben je geen volwassen man die alles weet en zo-veel geloofsoefeningen gehad heeft, maar dan ben je jong, dan ben je een kind, dan ben je klein en leef je je onwaardigheid in. De argumenten die Jeremía aanvoerde waarom hij niet zou kunnen spreken, nam de HEERE weg en sprak: Zeg niet: Ik ben jong; want overal waarheen Ik u zenden zal, zult gij gaan, en alles wat Ik u gebieden zal, zult gij spreken (vs 7).

De HEERE is niet alleen de grote Zender, maar Hij maakt ook bekwaam om dat werk te doen. De Heere leert hen ook om onderscheidenlijk te spreken, dat wil zeggen om het onderscheid tussen schijn en zijn aan te wijzen. En hoe doet de Heere dat? Dat lezen we in vers 11: Wat ziet gij, Jeremía? En ik zeide: Ik zie een amandelroede. De HEERE geeft dus onderwijs en stelt een onderzoekende vraag. Daarmee wil de HEERE zeggen: U zult nooit zielsbevindelijk en onderscheidenlijk kunnen spreken als Ik het u niet geleerd heb.

Geliefde broeders, studenten, ambtsdragers, kunnen we zeggen dat de Heere ons onderscheiden kennis heeft gegeven? Want hoe kon Jeremía over de vrije genadeleer denken en spreken als hij de inhoud daarvan niet eerst zielsbevindelijk had ondervonden? Hoe kunnen we ooit over de leer van vrije genade spreken als we niet eerst zelf schuldenaar voor God zijn geworden en geleerd hebben wat het woordje ‘genade’ inhoudt? Hoe kunnen we over de ellendestaat spreken als we dat zelf niet hebben geleerd? Hoe kunnen we over de vloek van de wet spreken als we daar zelf niet iets van hebben ingeleefd? Hoe kunnen we over de deugden van God, over Zijn heiligheid spreken als we niet eerst zelf ingeleefd hebben wat het wil zeggen dat de Heere heilig is? Jeremía kende wat de HEERE liet zien, het was een amandelroede. De HEERE gaf hiermee eenvoudig onderwijs. Zoals Jeremía nu wist dat dit een amandelroede was, zo moeten we ook onderscheidende kennis hebben en zielsbevindelijk geleerd hebben om over die zaken te kunnen spreken. Zal het dan geen onbegrijpelijk wonder zijn als de Heere laat zien dat Hij van eeuwigheid Zijn Kerk heeft liefgehad en Zijn Zoon naar deze wereld gezonden heeft om de zonden uit te delgen en te verzoenen? Als de Heere daar geen inleidingen in geeft dan kunnen we daar ook niet recht over spreken. We kunnen veel over Christus spreken, maar als we niet weten van een dodelijkst tijdsgewricht, waarin de Heere liet zien waar de zaligheid in ligt en dat er een mogelijkheid ontsloten is van zaligworden, dan missen we die onderscheidende kennis. We zullen nooit recht over het zuivere evenwicht tussen Wet en Evangelie kunnen spreken als we dat onderscheid zelf niet geleerd hebben in ons leven. Als we daar echter wel iets van hebben leren kennen, dan worden de snaren in de ziel aangeraakt en zegt u: Ach Heere, ik heb een mogelijkheid ontdekt gekregen dat ik zalig kan worden. Maar ook als de Heere u meer kennis geeft wie Hij is.

Wat ziet gij, Jeremía? Ik zie een amandelroede. Toen zei de HEERE: Gij hebt wel gezien. Hij kreeg dus onderscheidende kennis en daarom kon hij er ook over spreken.

Broeders, wat ziet u? Wat hebt u geleerd van de Heere? Als de Heere u inleidt in de gangen van Zijn vernedering: Wat ziet gij? Maar ook als de Heere u verdere inleidingen heeft gegeven en het Kerstfeest is geworden, en u met Simeon hebt mogen zeggen: Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede, naar Uw woord; Want mijn ogen hebben Uw Zaligheid gezien. Toen kon Simeon sterven en opgaan ’tot God, mijn God, de bron van vreugd’.

Wat een wonder als de Heere u nog verdere inleidingen geeft en u mag zien dat Hij als Overwinnaar is opgestaan uit de dood en dat Vader nu volkomen voldoening heeft gevonden in het offer van Zijn Zoon. Wat liggen er toch grote verborgenheden in de woorden die de HEERE tot Jeremía sprak. Het geldt ook als de Heere inleidingen geeft in de Personen van de Goddelijke Drie-eenheid. Het zijn zulke tere zaken als u daar iets van mag kennen. En ook om te mogen weten dat de Heilige Geest de Trooster en de Verzegelaar is; dat je Zijn kind mag zijn en dat de Heere voorop gaat en zorg blijft dragen. En toch, wat u ook gezien hebt en door genade beleefd mag hebben, de HEERE zal u ook laten zien dat u een arme zondaar bent en blijft. Want als de Heere Zich terugtrekt en de genade niet in beoefening geeft, dan ben je niet meer dan een droge stok. Daarom moet de Heere altijd weer Zijn werk bevestigen.

De HEERE sprak nog meer tot Jeremía want we lezen: want Ik zal wakker zijn over Mijn woord, om dat te doen. De kanttekening merkt bij deze woorden op dat, zoals de amandelboom vroeg bloeit en vruchten voortbrengt, de Heere altijd wakker zal zijn over het woord dat Hij gesproken heeft; Hij zal haasten om te volbrengen wat Hij gezegd en beloofd heeft. De HEERE riep Jeremía, maakte Hem bekwaam, en zou ook vervullen wat Hij beloofde, zolang Jeremía op aarde zou zijn. Ds. Roos brengt in herinnering hoe de Heere hem onlangs twee keer in een korte tijd op een bijzondere wijze ’s nachts versterkte. De Heere bepaalde hem met kracht bij de woorden uit Hooglied 2:10 en 11: Mijn Liefste antwoordt en zegt tot mij: Sta op, Mijn vriendin, Mijn schone, en kom. Want zie, de winter is voorbij; de plasregen is over, hij is overgegaan. We hebben die nacht met verwondering doorgebracht, omdat de lentetijd zal aanbreken. We hebben de Heere gevraagd om daar het Heilig Avondmaal mee te mogen bedienen en de broeders weten hoe we daarover gesproken hebben. Ik ga nu beter begrijpen wat David zegt in Psalm 16: zelfs bij nacht onderwijzen mij mijn nieren. Zoals ik al zei werd ik kort daarop opnieuw ’s nachts wakker en kwamen voor de tweede keer diezelfde woorden tot mijn ziel. Maar ook deze woorden: Ik zal wakker zijn over Mijn woord, om dat te doen. Deze woorden zien ook op de lentetijd. Ze hebben mij ontzaglijk veel te zeggen gehad. Hoe we het uit moeten leggen laten we aan de Heere over. De lentetijd kan betekenen dat er een geestelijke opwekking plaatsvindt. Het kan ook zien op de wederkomst of wat dan ook. Hoe het ook zij, de HEERE heeft beloofd dat Hij wakker zal zijn over Zijn woord, om dat te doen. Daarom broeders, er is hoop voor Israël, dezen aangaande. De Heere moge een ieder sterken in het ambtelijke werk, onze broeders in de bediening, de ambtsdragers, maar ook onze studenten.

Het zijn grote weldaden die we noemden, maar de Heere brengt je dan ook weer van alles af, zodat er niets anders overblijft dan een arme zondaar die uit genade zalig moet worden en smeekt om een kruimeltje genade. Er staat zo terecht in Zondag 51: ‘Wil ons, arme zondaren, al onze misdaden, en ook de boosheid, die ons altijd aanhangt, om des bloeds van Christus wil niet toerekenen’. Wat zal het zijn als de dag van het koninkrijk der heerlijkheid zal aanbreken. David mocht er iets van proeven en smaken wat wij in de berijmde psalm 17 zingen: ‘Maar (blij vooruitzicht dat mij streelt!). Ik zal, ontwaakt, Uw lof ontvouwen, U in gerechtigheid aanschouwen, Verzadigd met Uw Godd’ lijk beeld.’

Ds. Roos laat ter afsluiting zingen Ps. 149:5:

Zo zal de heerlijkheid der vromen

Op ’t luisterrijkst tevoorschijn komen;

Zo schenkt Gods goedheid hun begeren;

Lof zij den HEER’ der heren!

Hierna geeft ds. Roos de leiding van de vergadering over aan ds. J.A. Weststrate, die bij toerbeurt voorzitter zal zijn.

Ds. Weststrate zegt ds. Roos na de Heere hartelijk dank voor het gesproken openingswoord. In het bijzonder voor het daarin gegeven onderwijs en de geestelijke gangen die verklaard mochten worden. Gisteravond was het goed om onder de prediking van ds. D.E. van de Kieft te zitten. Nu was het goed om dit openingswoord te mogen beluisteren. Spreker is 23 jaar geleden met diezelfde woorden uit Jeremía 1 geroepen tot het predikambt. Het blijft zo waar: De HEERE is wakker over Zijn Woord om dat te doen. Dan moeten we als mens en als prediker er elke keer weer buiten vallen om steeds opnieuw op de HEERE te leren vertrouwen. Moge de Heere ons vandaag ten goede gedenken en ons allen willen bedienen uit die Bron van vreugd.

Mededelingen

Overleden in de achterliggende periode In de achterliggende periode (na de synodevergadering van 15 juni 2022) zijn overleden: oud-diaken M. de Kruif (Elst-U), oud-ouderling P. Pannekoek (Geldermalsen), oud-diaken J. van Helden (’s-Gravendeel), oud-ouderling G. Bor (Rhenen), oud-ouderling G. Mol (Bruinisse), ouderling G.R.J. van Heukelom (Nieuwerkerk-Z). Ouder ling Van Heukelom was vorig jaar nog moderamenlid. De Heere gedenke de nagelaten betrekkingen en ondersteune in het gemis en verdriet.

Bijzondere gebeurtenissen

Predikanten: Ds. A. Geuze nam op 18 september 2022 afscheid van Gouda-Gerbrandyweg en deed op 28 september intrede in de gemeente van Vriezenveen. De bevestigingsdienst werd geleid door ds. J. Roos. Ds. O.M. van der Tang nam op 23 oktober 2022 afscheid van Alblasserdam en werd op 16 november 2022 bevestigd als herder en leraar van de Reformed Congregation in North America te Chilliwack (Canada) door ds. A. Geuze. Op diezelfde dag deed hij intrede in die gemeente. Ds. J. Roos was op 15 oktober 2022 35 jaar predikant.

Gemeenten: De gemeente van Aalsmeer bestond op 11 september 2022 75 jaar.

Jubilea: de volgende ambtsdragers stonden 25 jaar in het ambt: diaken H.J. de Bruijn (Leerdam) en diaken C. de Bree (Sint-Annaland). De heer A.J. Aarnoudse herdacht het feit dat hij 40 jaar koster is in Oud-Vossemeer. Ouderling H.P.W. Klaassen (De Beek-Uddel) en zijn echtgenote herdachten hun 40-jarig huwelijk.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Synode 2023 (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's