Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tabernakeldienst (311)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tabernakeldienst (311)

8 minuten leestijd

Inmiddels kunnen onze lezers weten dat Mozes op bevel van de Heere zijn broer Aäron opdracht gaf om de gouden kruik met manna in de ark te plaatsen. Wellicht vragen onze oplettende lezers zich af hoe deze opdracht mogelijk was? Wanneer we de tijdsorde aanhouden zoals vermeld staat in Éxodus 16, dan had de Heere de wet toch nog niet op Sinaï afgekondigd en ook geen opdracht gegeven om de tabernakel te bouwen met onder andere de ark en wat daarin gelegd moest worden? Terecht, het volk van Israël was amper enkele weken geleden uit Egypte verlost toen de Heere het manna uit de hemel liet regenen. Maar hoe was het dan mogelijk dat in het laatste gedeelte van Éxodus 16 vermeld staat dat Mozes opdracht gaf aan Aäron om de kruik met manna in de ark te plaatsen? Want we lezen: Ook zeide Mozes tot Aäron: Neem een kruik en doe een gomer vol Man daarin; en zet ze voor het aangezicht des HEEREN tot bewaring voor uw geslachten. Gelijk als de Heere aan Mozes geboden had, alzo zette ze Aäron voor de getuigenis tot bewaring (vers 33,34). De kanttekening geeft ons het juiste antwoord op onze vraag: ‘De ark is eerst te maken belast geworden op den berg Sinaï, doch Mozes verhaalt dit hier in het kort om de historie van het manna daarmede te besluiten.’ Vervolgens de vraag, hoe Mozes al kon weten dat de Heere elke dag en dat bijna 40 jaar lang het volk van manna zou voorzien? Want we lezen: En de kinderen Israëls aten Man veertig jaar, totdat zij in een bewoond land kwamen; en zij aten Man, totdat zij kwamen aan de pale van het land Kanaän (vers 35). Hieruit blijkt ook dat Mozes deze teksten láter aan hoofdstuk 16 toevoegde om de hele geschiedenis van het manna in goede orde samen te stellen. Onze lezers zullen begrijpen dat Mozes dit aan het einde van zijn leven heeft aangevuld, omdat hij stierf vóórdat het volk door de Jordaan trok en aan de grens stond van het beloofde land Kanaän. We beseffen vanzelf ook dat Gods Geest Mozes had geïnspireerd, zodat hij het begin en het einde van dit grote wonderwerk opschreef als een aaneensluitend geheel.

Een groot wonder!

Beseffen we wel recht het grote wonder dat het nomadenvolk hetwelk ongeveer twee miljoen mannen, vrouwen en kinderen telde vanuit de hemel werd onderhouden? Hoeveel treinen met bijvoorbeeld dertig tot veertig wa-gons zouden nu in 2023 per dag nodig zijn om een volk van deze grootte van voedsel te kunnen voorzien? Het was daarom een groot wonder dat het volk Israël een immens grote hoeveelheid aan brood vanuit de hemel bijna 40 jaar werd geschonken! Beseffen we óók het grote wonder dat het manna in de kruik vers was toen het uit de hemel regende en echt vers bleef zolang het in de gouden kruik stond? Dat het manna niet oud of beschimmeld werd en als een dun laagje stof op de bodem van de kruik overbleef? Kunnen wij ervan uitgaan dat de Heere het manna in de kruik bewaard heeft totdat het volk in Kanaän was gekomen? Het kan niet langer bestaan hebben dan tot aan het einde van de regering van koning David. Want toen Salomo de tempel inrichtte en de ark vanuit de tabernakel in de tempel bracht, lezen we dat alléén de twee stenen tafelen in de ark lagen (1 Koningen 8:9; 2 Kronieken 5:9). De tijd tussen de uittocht uit Egypte en de bouw van de tempel was 480 jaar (1 Kon. 6:1). Gods Woord zwijgt echter hoelang het kruikje met manna in de ark heeft gestaan. Laten we dit ervan zeggen dat hoe langer het kruikje met vers manna bestaan heeft, hoe groter wonder het was dat het vers blééf. Dit zal u temeer verwonderen wanneer u bedenkt dat als het volk van Israël nog in de woestijn was, en vóór tien uur ’s morgens het manna nog niet had verzameld, het hemelbrood door de hitte van de zon al was gesmolten! (Éxod. 16:21). Men heeft dit bijzondere feit wel het ‘langdurigste’ wonderwerk genoemd dat ooit heeft bestaan. De lange periode van het gouden kruikje met manna diende als een hemels gedenkteken van de bijzondere goedheid en zorg van de Heere, om het volk van Israël in de droge, dorre woestijn dagelijks te voorzien van goed voedsel! Toch wijst deze gouden kruik met manna nog op een veel groter en heerlijker wonderwerk. Een wonderwerk dat de tijdsduur oneindig overstijgt. Deze gouden kruik wijst ons namelijk op het grootste en eeuwige wonder van Gods welbehagen in Christus!

Het grootste Wonder!

Christus werd door het manna afgebeeld! Christus verzekert de ware gelovigen dat Hij hun lichaam zal onderhouden door eten en drinken, en hun ziel zal voeden door Zijn Geest en Woord op grond van Zijn kruisverdienste. Hij verzorgt hun leven, ook in hun verdriet, zwakte en lichaamsgebreken. Christus garandeert tevens dat zij na hun sterven voor eeuwig gevoed zullen worden in het hemelse paradijs. Behoren deze weldaden niet tot de grootste wonderen?

Aäron kreeg opdracht om met een volle maat manna de gouden kruik te vullen, zo veel als iemand per dag nodig had (Éxod. 16:33). Omdat de gouden kruik Christus afbeeldde, zo beeldde de volle maat aan manna de volle Christus af, Die in de volheid des tijds zou komen om de volle raad van God uit te dienen. Wij weten dat Christus door Zijn lijden en sterven een volheid aan genade heeft verdiend, opdat Hij hongerige en dorstige zondaars uit Zijn volheid zou schenken genade voor genade. O, om nu met een geloofsoog op Christus te zien en vrijmoedig te belijden: En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, ook genade voor genade (Joh. 1: 16). Een ieder zal begrijpen dat de gouden kruik met manna ons als met een hoorbare stem en een uitstrekte hand wijst op Christus, het dierbare Manna. Hoe treffend heeft Christus Zich vergeleken met het Manna Dat als het hemelse Koren op aarde was gekomen!

Hoe behoort het onze hoogste verlustiging te zijn om nu met nog meer aandacht te letten of wij Christus kennen als het grootste Wonder voor onze ziel! De Heere Die bijna 40 jaar lang 6 dagen in de week het manna vanuit de hemel in de woestijn deed regenen (Ps. 78:24), zond 15 eeuwen later Christus, het hemelse Brood naar de aarde, Die Zichzelf het hemelse Manna noemt (Joh. 6:31, 33, 48, 51). Christus wees de Joden erop dat niet Mózes hun voorgeslacht in de woestijn met manna uit de hemel had gevoed maar de Héére. Daarna wees Christus met Zijn vinger op Zichzelf en zei dat God de Vader Hem als het ware Brood des levens naar de aarde had gezonden, opdat Hij de wereld zou behouden. Had God de Vader de wereld niet zó liefgehad dat Hij hen Christus als het grootste Geschenk had gegeven om hen te zaligen? (Joh. 3:16). Wie kan recht beseffen dat God de Vader Christus gaf voor alle uitverkorenen onder Joden en heidenen, die door genade op Gods tijd in Hem zouden geloven? Zij allen zullen hongeren naar Christus en Zijn gerechtigheid en Hij zal hen verzadigen. Is dat zeker? Ja, lees maar mee wat Christus verder zegt: En dit is de wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft, dat al wat Hij Mij gegeven heeft, Ik daaruit niet verlieze, maar hetzelve opwekke ten uitersten dage (Joh. 6:39). Hoe vast ligt dan toch de zaligheid in Christus’ doorboorde Middelaarshanden, zodat niemand verloren gaat, ook al wordt er hevig aan hen getrokken. Christus bewáárt niet alleen Zijn strijdend erfdeel, maar Hij voédt hen ook met Zichzelf als het hemelse Brood.

Voor wie is Christus het grootste Wonder?

We wensten wel dat ieder met het doordringende geloofsoog Christus in het hemelse heiligdom kon aanschouwen! Ongelovigen, uw ongeloof is tot uw verdoemenis! We roepen met Jesaja uit: Wie heeft onze prediking geloofd? (Jes. 53:1). Niemand die tot hiertoe Christus uit ongeloof veracht! En aan wien is de arm des HEEREN geopenbaard? U, die in Christus gelooft en op Hem vertrouwt, ook al twijfelt u dikwijls. U gelooft dat zoals het kruikje met manna binnen de ark werd bewaard, zo bewaart Christus u vanuit Zijn hemels heiligdom. Neem dan tot Hem uw toevlucht en Hij zal uw hongerige ziel voeden. Zoals de engel tot Elia in Christus’ Naam zei: Sta op, eet, want de weg zou voor u te veel zijn (1 Kon. 19: 7), zo zeggen wij u in Zijn Naam: Wees niet moedeloos, maar vertrouw op Hem, want Christus, uw Manna zal u verzadigen met Zijn Heilig Woord en Avondmaal: Sta op, eet, want de weg zou voor u te veel zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De tabernakeldienst (311)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's