Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tabernakeldienst (312)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tabernakeldienst (312)

8 minuten leestijd

Wat een rijke prediking gaat er uit van het gouden kruikje met manna in de ark. Het beeldde de algenoegzame Zaligmaker Jezus Christus af. Het manna gaf niet alleen Gods onbezweken trouw te kennen in de tijd toen Hij Zijn volk Israël dagelijks verzorgde in de woestijn, maar ook voor onze tijd. Ook al breken er moeilijke tijden aan, toch zal Christus Zijn volk trouw blijven. We willen enkele overeenkomsten noemen tussen het manna en Christus.

De plaats waar het manna viel

Het manna viel voor het volk van Israël in de woestijn Sin, en het lag verspreid op de grond buiten de legerplaats (Exod. 16:1,13). Zij moesten dus niet binnen hun tenten blijven, maar naar buiten gaan. Vanzelf ook niet bij het manna blijven staan, maar bukkend het hemels brood verzamelen. Het manna groeide niet aan bomen of struiken, maar het viel als genadebrood op de grond. Om het te verzamelen moesten zij dus op hun knieën gaan.

Wat een les voor ons dat het ontvangen van zegeningen niet zonder knieënwerk gaat! (Matth. 7:7). De Heere wil erom gebeden worden. Daarom maakt Hij ons eerst hongerig naar en afhankelijk van Hem, opdat wij Zijn bijzondere gunst afsmeken om deelgenoot te worden van Christus en Zijn gerechtigheid. Omdat het manna buiten en rondom het kamp viel, zo leert dit ons dat een ontdekte zondaar het niet langer bij zichzelf kan vinden, maar buiten zichzelf bij de Heere.

We moeten op onze knieën terechtkomen als een berouwvolle zondaar die smeekt: ‘Heere, ik heb het niet verdiend, ik kan U niets aanbieden want ik heb niets om te betalen. Wat ik heb is mijn zonde, mijn schuld, mijn gebrek, mijn zwarte zondaarshart. Mijn verléden zie ik als een woest veld vol onkruid van zonde, mijn toestand nú is hopeloos en mijn toekomst zonder U is mijn dood! U bent rechtvaardig en ik helwaardig.’ Of het gebedje vanuit een ootmoedig hart als u Jezus kent, maar dat Hij weer zo verborgen is: ‘Heere, ik zoek Uw aangezicht, och dat ik U mag vinden. Ik zou U omhelzen, ik zou U kussen en ik zou U niet laten gaan tenzij U mij zegent!’ Of dat u op uw knieën smeekt: ‘Heere Jezus, ontferm U mijner, want ik mis U zo. Als een gans onwaardige smeek ik U om genade. Ach dat ik naar Uw heilige wil en Woord kon leven, want ik kom in alles te kort.’ ‘Ach Heere’ zeggen de knieënbuigers, ‘U zegt toch in Uw Woord: Doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen? (Ps. 81:11). Ik weet dat U lankmoedig bent en ik onderwerp mij geheel en al aan Uw wil langs welke weg U mij ook zult leiden. Mag ik U smeken om een kruimel manna uit genade te ontvangen? Ik voel mij zoals de Kananése vrouw, die zich kende als een hondeke, en begerig was om de kruimels op te rapen en te eten.’

De markt van vrije genade voor hongerige zondaars!

Het enige wat hongerige zondaars hebben te doen is de toevlucht tot Christus te nemen met al hun nood en gebrek. De tafel van Christus’ oneindige liefde is bereid om u zonder geld het hemelse manna te schenken. Christus is op aarde gekomen en geboren in Bethlehem, het Broodhuis, en Hij liet Zich als het Broodkoren verbrijzelen voor verloren zondaars. Voor hen die zoals de verloren zoon van honger verging, tot zichzelf kwam en terugging naar wie hij was weggegaan om zijn schuld en zonde te belijden. Hij wilde vragen of hij als een knecht in een schuurtje dicht bij het huis van zijn vader mocht wonen. Weet tot uw troost dat u die zo hongert en zich schuldig voelt, door Christus zeker welkom wordt geheten, en Zijn knechten oproept: Laat ons eten en vrolijk zijn. O, dat u nu het beginsel van deze vrolijkheid mag ontvangen, zoals we verder lezen in de gelijkenis van de verloren zoon: En zij begonnen vrolijk te zijn (Luk. 15).

Welnu als u zo voor Hem uw knieën buigt, dan krijgt u het manna van Christus. Hongerigen naar Christus en naar Zijn gerechtigheid worden door Hem zaliggesproken en zullen verzadigd worden (Matth. 5:6). U behoeft niet kapitaalkrachtig te zijn of iets anders aan te bieden. Wat is dan de kostprijs? ‘Koopt zonder geld en zonder prijs’ naar de Goddelijke rekenkunst, zoals de evangelische profeet Jesaja het vermeldt (Jes. 55:1). Alleen Gods Geest kan u dit raadsel tot zaligheid uitleggen, namelijk dat Christus voor u heeft betaald. Christus heeft het rantsoen opgebracht door Zijn offer aan het kruis, om de schuld voor God de Vader als Rechter te voldoen in uw plaats. Dat is de blijde boodschap voor verloren, hongerige zondaars. Wordt uw hart nu niet werkzaam gemaakt om Hem te kennen, Die alleen het leven voor uw ziel is? Wordt u niet opgewekt om Hem te loven en te aanbidden? Zegt u nu niet: ‘En gij, mijn ziel, looft gij Hem bovenal’? O, u zult dit zeker zeggen als u maar iets ontdekt krijgt van de diepte, de hoogte, de breedte en de lengte van de Goddelijke wijsheid om zondaars te zaligen. God de Vader heeft u in Christus lief. Christus heeft Zich voor u zo diep willen vernederen tot in de kruisdood. Door Christus is God de Vader met u verzoend, en Zijn Geest maakt plaats om u Christus en al Zijn goederen te schenken, hier in beginsel en straks voor eeuwig. De lange, nooit eindigende eeuwigheid zal nodig zijn om God Drie-enig daarvoor te eren.

Het zicht op de eeuwige markt van vrije genade

Wie van onze lezers kan nu zeggen dat u op de markt van vrije genade iets van Christus, het hemelse Manna, mocht kopen zonder geld? Zo ja, dan kunt u zeggen: ‘Gods Geest geeft in mijn hart getuigenis, en Hij Die mijn hart kent is mijn Getuige dat ik niets maar dan ook niets verdiend heb. Ook al heb ik dit in mijn dwaasheid gemeend door het onderhouden van de wet of het hebben van goede voornemens. Wat ik nu zie is dat ik de eeuwige dood heb verdiend. Maar o, mijn dierbare Heere Jezus heeft mij gekocht met de dure prijs van Zijn bloed. Hoe onbegrijpelijk is dit voor mij. Het is alleen genade, en niets anders dan vrije genade. In Christus heb ik vrijheid, in Hem heb ik het leven, de vrede, liefde, goede gedachten en vurige begeerten.

Ik leg mijn hand boven mijn ogen gelijk een scheepsjongen boven in de mast uitziet of er land in zicht is, zo zie ik bij ogenblikken reikhalzend uit naar het eeuwige vaderland hierboven, waar God alles en in allen is.’

U zegt: ‘Het zingt in mijn hart dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is. Wanneer zal ik die Heere ontmoeten, Die voortreffelijker is dan de hemel, want de hemel zonder Christus is geen hemel. De hemel is als een schepsel geschapen op de eerste dag van de schepping. Christus is meer dan de zon, want de zon is eveneens een schepsel. Christus is de enige Zon van volmaaktheid, Die nooit zal verduisterd worden. Zolang ik op aarde ben, smeek ik: ‘Heere, open mijn ogen, opdat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet’ (Ps. 119:18).’ Stemt u hiermee in? Dan mogen we u in de Naam des Heeren zeggen dat Christus, de Zon der gerechtigheid, hier op Zijn tijd enkele kleine stralen van Zijn verwarmende liefde en gunst op uw levenspad laat schijnen tot uw blijdschap en verwondering.

Wat zal het dan dáár in de eeuwigheid zijn als we eeuwig in het licht van de hemelse Zon, van deze dierbare Christus mogen wandelen! Ontroerend. Wat een licht! Want in Uw licht zien wij het licht (Ps. 36:10). De Heilige Geest verlicht u, en u ziet Zijn Vaderlijk aangezicht in Christus. U wordt hier bijzonder vertroost, en u mag reeds de contouren van de hemelstad met de verrekijker van het geloof ontdekt krijgen. Ontroerend. Wanneer Heere?

Dit licht en dit vergezicht is niet te begrijpen met ons menselijk verstand, of met een aards penseel en verf af te beelden. Dáár in de hemelse heerlijkheid is het eeuwig markt om de vruchten van het bovenaardse paradijs te ontvangen, te eten en om eeuwig verzadigd te worden.

In de hemelse lusthof ontvangt u uit Christus’ hand de zoete vruchten van de Boom des levens. Hoe wordt uw verlangen opgewekt om onder Zijn schaduw te zitten en de genadevruchten op te rapen en te eten. Hoe diep zult u buigen voor de troon van God en het Lam! Daar zullen de kleinen en de groten diep buigen, en Hem loven zonder moe te worden. U zult de door u geslagen wonden in Christus zien, maar daarover geen verdriet meer hebben. U zult u verwonderen dat door het bloed en het water dat uit Zijn zijde vloeiden, u met God verzoend bent en de heiligmaking en heerlijkmaking u geschonken zijn!

Hopelijk stoort u zich niet dat we onze gevoelens hebben geuit over de dierbare God en Zaligmaker. Die God is onze Zaligheid en ik hoop ook van u.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De tabernakeldienst (312)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's