Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenspraak over de brief van Paulus (49a)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenspraak over de brief van Paulus (49a)

4 minuten leestijd

Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods, En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is. Romeinen 3: 23 en 24

HOPENDE: Zo ongemerkt zijn we er de vorige keer toe gekomen om met elkaar vanuit de bevinding te spreken over die dierbare weldaad van de rechtvaardigmaking. Nu zijn we dan gekomen tot die bekende woorden: Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods. En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is. De apostel komt nu helemaal tot zijn doel. Wat eigenlijk de hoofdinhoud is van geheel de Romeinenbrief, wordt ons nu in deze enkele woorden gezegd. De rechtvaardigmaking is geen rechtvaardigmaking uit de werken.

Het geloof waarover we de vorige keer hebben mogen spreken, sluit alle werken van de mens uit. Het geloof richt zich alleen op de vrije soevereine genade Gods. Zo mag men geloven wat voor de mens onbegrijpelijk is. Als er tot de rechtvaardigmaking des zondaars iets van de mens bij moest komen, was die weldaad zo onbegrijpelijk niet. Daarom houdt het toch zoveel in, als we de apostel in deze woorden horen zeggen: En worden om niet gerechtvaardigd. Alle mensen hebben gezondigd, zoals de apostel hier nu op de voorgrond vaststelt. Alle mensen derven ook de heerlijkheid Gods. God heeft de mens zonder zonde geschapen, versierd met Zijn beeld. De Prediker zegt het zo treffend: Alleenlijk zie, dit heb ik gevonden, dat God den mens recht gemaakt heeft, maar zij hebben veel vonden gezocht.

UITZIENDE: Dat is de grootste ellende van de gevallen mens, dat hij de schuld van zijn ellende bij God zoekt. God moet hem wel niet volmaakt geschapen hebben, want anders had hij toch niet kunnen zondigen. En als God het zelfs besloten heeft dat de mens van Hem af zou vallen, dan heeft de mens toch ook niet anders kunnen doen. Ook heeft de Heere door de mens zo’n proefgebod te stellen, eigenlijk hem een strik gespannen. Kortom, de mens heeft vele vonden gezocht.

De mens zoekt dus zichzelf te rechtvaardigen. Maar die zelfrechtvaardiging moet hem eens ontvallen. Dan valt hij geheel aan de zijde Gods. Dan verklaart hij zichzelf schuldig en God rechtvaardig. Maar och vriend, het is ook alleen de genade Gods die de mens daar brengen kan. Maar de apostel spreekt hier ook over de genade Gods waardoor de zondaar zalig wordt. Al degenen die in de hel liggen, zijn er nooit toe verwaardigd, om God in Zijn recht toe te vallen. En in alle eeuwigheid blijven zij zich tegen de rechtvaardigheid Gods verzetten. Er is dan ook in eeuwigheid voor hen geen verlossing meer. Maar is het dan ook geen eeuwige liefde, als de Heere een mens in dit leven op dat plaatsje brengt, waar velen nooit zullen komen en waar men uit zichzelf ook nooit had kunnen komen?

Met een beredeneerde en beschouwende godsdienst komt men daar niet.

Maar daarom brengt men zich altijd, als het dit punt betreft, wel openbaar. Men denkt het er wel mee eens te zijn dat God de mens om eigen schuld doet verloren gaan. Dat neemt men dus wel aan. Maar Christus is tot verlossing van de schuldige zondaar in de wereld gekomen en dat heeft men toch maar te geloven. Men heeft er echter geen erg in, dat men over het voornaamste punt heen springt. Zonder God kunnen we het met God nooit eens worden, als het de oorzaak van onze ellende betreft. Maar velen schijnen het daarin met God wel eens te zijn, zonder door de genade Gods daartoe gebracht te zijn geworden. Men brengt zich echter wel openbaar, als men in zijn beredenering van de weg der zaligheid over dit voorname punt maar heen springt. Ook spreekt men het wel openlijk uit, dat het niet nodig is om zo’n helwaardig schepsel te worden. God leidt ieder mens niet zo langs de rand van de hel.

En och vriend, wij hebben ook niet te bepalen hoe zwaar de mate van angst en verschrikking in de weg der overtuiging moet zijn. We hebben er echter wel aan vast te houden dat de mens het recht Gods toe zal moeten vallen in zijn leven. Zodra als God de mens zijn schuld ontdekt, ligt er al een toevallen van God in de ziel in Zijn recht, als Hij zulk een mens voor eeuwig straft en nooit meer naar hem om zal zien.

HOPENDE: Dat komt omdat hij van stonde aan overneemt wat de apostel hier zegt, namelijk dat wij allen gezondigd hebben. De apostel heeft er steeds op gewezen dat er wat de staat van onze ellende betreft, geen onderscheid is tussen Jood en Griek. En hier zegt hij nu ook weer: ‘Want zij hebben allen gezondigd’. Zonder schuldontdekking komt dan ook geen mens tot de zaligheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Samenspraak over de brief van Paulus (49a)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's