Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenspraak over de brief van Paulus (49b)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenspraak over de brief van Paulus (49b)

4 minuten leestijd

Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods, En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is. Romeinen 3: 23 en 24

HOPENDE: Men kan wel beweren dat we toch allen kunnen weten en belijden dat we gezondigd hebben, maar de rijke jongeling had niet gezondigd en de farizeeër in de tempel ook niet. En met een erkenning van dat we ook wel zondige mensen zijn en veel verkeerde dingen hebben gedaan en ook steeds nog wel doen, behoren we toch tot het geslacht dat rein in zijn ogen is en van zijn drek niet gewassen.

En wat Johannes moest schrijven aan de Laodicenzen, geldt ook voor ons allen: Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet dat gij zijt ellendig en jammerlijk en arm en blind en naakt. De zonden drukken niet op ons als een kwellende last.

We zien niet hoe de schuld elk ogenblik meerder wordt en dat we eigenlijk niet anders doen dan zondigen. Men moet maar eens aan een onbekeerd mens vragen, of hij gelooft dat hij zondigt als hij een kopje koffie drinkt. Dat is toch veel te ver gezocht? De apostel zegt echter in 1 Korinthe 10 : 31: Hetzij dan dat gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al ter ere Gods. Wat denkt men daar dan van?

Och vriend, als de Heere ons doet zien wat de staat is waarin we van nature verkeren, dan zullen we weten dat we nog nooit tot eer van onze Schepper hebben geleefd. De vogelen des hemels verheerlijken hun Schepper nog en zingen alzo het hoogste lied, maar de gevallen mens kan dat niet meer. De Heere maakt de mens alles tot zonde wat hij in zijn natuurstaat heeft gedaan. En waar hij als een onbekeerd mens over de aarde gaat, wordt hij stilgezet bij elke zondige verrichting die hij doet, ook in zijn godsdienstplichten. Er is dus niets meer door hem bij God goed te maken. Hij ligt van God afgevallen.

De apostel heeft in het bijzonder het oog op de val van de mens, als hij zegt dat wij allen gezondigd hebben. Wat de mens in zijn natuurstaat nooit recht overnemen kan, zal men toch moeten leren overnemen, namelijk dat we in Adam gezondigd hebben en dat Adams val onze val is. We derven de heerlijkheid Gods. We zijn Gods beeld kwijt en liggen buiten Zijn gemeenschap. Dat is de ellendige staat van de natuurlijke mens, waarvan de oorsprong is te vinden in des mensen diepe zondeval.

UITZIENDE: De heerlijkheid Gods dervende, kan er niets goeds meer uit de gevallen mens voortkomen. Daar heeft de apostel in het bijzonder het oog op, want hij leert ons dat we om niet gerechtvaardigd worden. Wat tot onze zaligheid zal kunnen zijn, moet dus geheel en al van God vandaan komen. Daarom spreekt de apostel over een rechtvaardigmaking uit Zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is.

De rechtvaardigmaking is een vrijspraak van schuld en straf en een recht geven tot het eeuwige leven. Deze twee zaken zijn niet van elkaar te scheiden. Ik herinner me nog, dat ik een keer met een paar gewichtigdoende mensen in aanraking kwam. De een was verder geleid dan de ander, want de een had de vrijspraak van schuld en straf en het recht tot het eeuwige leven, maar de ander had alleen maar de vrijspraak van schuld en straf en nog niet het recht tot het eeuwige leven. Ik liet ze weten dat ik van zo’n onderscheiding niets af wist. Er kan op bevindelijk terrein ook wat klaargemaakt worden.

Laten we ons maar aan de eenvoudige Waarheid houden. En Gods werk is ook eenvoudig. Wat de apostel ons hier leert, is ook heel eenvoudig. Maar daarom is het voor de gevallen mens ook weer niet eenvoudig. Comrie zegt zo treffend dat de moeilijkheid van het zalig worden in de gemakkelijkheid daarvan te vinden is. Dat is nu echt de leer van vrije genade. En die leer verdedigt de apostel in deze zendbrief.

U hebt de vorige keer al opgemerkt dat men zich zal moeten verwonderen over het eenvoudige van het werk Gods. Het heilgeheim wordt echter aan Zijn vrinden, naar Zijn vreêverbond getoond. Als dat gebeurt, scheurt het voorhangsel voor de ziel van boven naar beneden.

Uit Zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is. Dat houdt wat in. In het licht van de volgende tekst zullen we zeker daar maar wat nader op in moeten zien te gaan. Ik zie dat het daarvoor nu te laat geworden is.

HOPENDE: Ja, we komen daar nu niet helemaal aan toe, hoewel we van alles wat de apostel zegt, maar iets kunnen zeggen. We hopen daarom de volgende keer maar weer een tekstje verder te gaan, maar dan ook gelijk hierop nog terug te komen. (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 februari 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Samenspraak over de brief van Paulus (49b)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 februari 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's