De rijkdom van de ethische theologie (II)
Het fundamentele belang van de schepping voor geloof en theologie
Waar ligt het geheim van de rijkdom van de ethische theologie? In het denken over de schepping en vervolgens alles wat daarmee samenhangt. Dat omvat veel. Het verwondert mij de laatste tijd steeds meer hoe wezenlijk en fundamenteel het is dat dominees en theologen vanuit de schepping leren te denken. Als de schepping in de theologie functioneert dan vallen allerlei andere systematisch theologische puzzelstukjes op hun plaats. Om er een paar te noemen: de betekenis van geschiedenis met haar ontwikkeling en doel, de oorsprong en diepste oorzaak van de materiële werkelijkheid, Gods liefde en de verkiezing van mensen, de betrokkenheid van de Here God op de persoonlijke levens van mensen vanuit die liefde te midden van de geschiedenis. Ook de leer van de toekomende dingen (de eschatologie) en de hoop waaruit christenen mogen leven vallen door een goed uitgewerkte scheppingsleer op hun plaats.
Toen ik het magnum opus ‘Blikken in de openbaring’ van Johannes Hermanus Gunning jr. (1829-1904) las, was dat een van de dingen die mij opviel: de fundamentele betekenis van de schepping. Gods openbaring is op de schepping gebaseerd. Ze horen wezenlijk bij elkaar. Het is een bron van grote vreugde voor iedereen en de basis voor het Goede Nieuws dat Jezus Christus de mensen bracht.
Schepping en geschiedenis – gegrond in Gods wezen
Wie ‘Blikken in de openbaring’ heeft gelezen, weet dat er veel te zeggen valt over de manier waarop de schepping functioneert in het denken van Gunning.
Het is echter geen sinecure om er iets over te schrijven wat aan zijn denken recht doet. Zie mijn artikel dan ook als een persoonlijke bloemlezing van wat mij hierin inspireert.
Gunning verbindt de schepping met de Here God. Niet zo vreemd natuurlijk maar toch is dat niet zo vanzelfsprekend als je zou denken. Het denken vanuit een ideologie, dat ook in de kerk voedingsbodem vindt, maakt de schepping los van haar Maker. En dat is niet om het even. Hierdoor ligt materialisme op de loer. De idee dat de materiële werkelijkheid niet haar oorsprong heeft in God maar in de materie zelf, zonder oorzaak van buitenaf. In dat geval staan schepping en geschiedenis op zichzelf waardoor die iets beangstigends krijgen vanwege hun onbetrouwbare karakter, hun wispelturigheid. Wie houdt hen in bedwang?
Het lezen van Gunning is in dat opzicht een verademing. Bij hem zijn schepping en Schepper allersterkst op elkaar betrokken. Zo sterk zelfs, dat de schepping haar oorsprong vindt in Gods wezen. De geschapen werkelijkheid is dus niet iets dat buiten God bestaat, als het product van de Maker, maar ze ligt ook nog eens verankerd in zijn wezen, in zijn Persoon. De geschapen werkelijkheid, de materie, de schepping heeft een eeuwige grond. Ze is geen toevalligheid maar drukt Gods wezen uit.
We kunnen dus in de schoonheid van de schepping de heerlijkheid van God ontdekken en aflezen. Wie echter om zich heen kijkt, komt tot de ontdekking dat er veel is dat de Goddelijke heerlijkheid niet meer weerspiegelt. Gunning maakt dan ook onderscheid tussen heerlijkheid en verheerlijking. De mens valt door Christus slechts verheerlijking ten deel maar de Here God is de heerlijkheid zelf. Het doel van de geschiedenis is om de geschapen werkelijkheid met de Mens, Christus, als hoogtepunt en einddoel tot verheerlijking te brengen. Dit betekent niet dat de wereld en de mens zichzelf verliezen maar ze groeien in het deelhebben aan Gods heerlijkheid. Daarom is Jezus Christus, is de incarnatie, het hoogtepunt van de geschapen werkelijkheid als uitademing van Gods wezen.1
Schepper en schepping zijn door Gunning op een indrukwekkende manier onlosmakelijk met elkaar verbonden zonder dat het ene opgaat in het andere. De Here God valt niet samen met zijn schepping en tegelijkertijd vormen ze een soort twee-eenheid. En dat heeft te maken met Gods wezen.
Gunning spreekt over God als Geest: God is Geest en Hij is Liefde, in zichzelf, heilige Liefde. God is ook het Licht, de vorm waaronder het leven zich openbaart. Geest, Liefde en Leven hangen met elkaar samen. God is Leven. Hij is de levende God en zijn leven is liefde. Gunning zegt het zo: ‘Geest te zijn, is Gods wezen; Liefde te zijn, is zijn leven.’2 Hier raken we aan de kern van de relatie tussen Schepper, schepping en geschiedenis.
De betekenis van God voor schepping en geschiedenis
Liefde is volgens Gunning de wil om gemeenschap te hebben, om zich mee te delen. We raken hiermee aan een drang, aan een noodzakelijkheid. Een noodzakelijkheid waarmee de Here God de natuur schept, haar onderhoudt en regeert. Het is de drang van de Liefde. Die liefde breidt zich uit, wil alles doordringen en tot leven wekken. Doordringen en tot leven wekken kan omdat God Geest is. En op die doordringing van lichamelijkheid, van vorm en inhoud, van leven en licht, daar is de schepping op aangelegd.
Er ligt dus volgens Gunning een drang in Gods wezen, een noodzaak tot scheppen die in de Liefde is gegrond. Dat is dus van fundamenteel belang voor ons denken over de geschapen werkelijkheid en haar geschiedenis. De noodzaak of drang in God hangt samen met de persoonlijkheid van God. God is Persoon. De schepping is een daad van de persoonlijke God die met zijn heilige wil uit liefde materie, geest en natuur schept.
Welke betekenis heeft deze rijkdom voor de manier waarop wij over schepping en geschiedenis denken? Gunning wijst materialisme af en maakt ons attent op het wezen van de Persoon van God in wie heel de geschapen werkelijkheid haar oorsprong vindt, zowel geest als materie. Maar dat niet alleen. Want wat Gunning zegt over Gods wezen is niet om het even. God is Geest en Hij is Liefde. De gehele schepping is gegrond in God, die Liefde is. Aan die Liefde doet het kwade en de zonde geen afbreuk. Het zorgt er alleen voor dat de mens en het schepsel niet tot hun doel komen namelijk, tot de verheerlijking. Desondanks blijven schepping en geschiedenis gegrond in God die Liefde is, tot op de dag van vandaag. En dat heeft ons wat te zeggen. We zijn in de geschiedenis niet op onszelf aangewezen want de Here God zorgt ervoor dat de schepping het doel bereikt dat Hij haar gesteld heeft. De Here God leidt de geschiedenis naar de verheerlijking en dat maakt haar niet zinloos. Sterker nog: er zit progressie in de geschiedenis. Het christelijk geloof leeft in en uit de geschiedenis waarin de Here God zo nu en dan zorgt voor lichtbundels die ons onderweg herinneren aan de vooruitgang van de geschiedenis. Christelijk geloof is zo gezien vooruitgangsgeloof en daarom is het leven nooit hopeloos, laat staan zinloos.
De aanwezigheid van God in de schepping
Zoals ik in het vorige artikel al schreef heeft Gunning zich intensief beziggehouden met Spinoza en het pantheïsme. Zeker voor de jonge Gunning vormde de idee van het pantheïsme een enorme uitdaging, zowel intellectueel als gelovig. Deze uitdaging heeft er wel toe geleid dat Gunning Schepper en schepping heel dicht bij elkaar weet te houden, met elkaar verbindt, maar zonder ze in elkaar te laten opgaan.
Gunning vaart tussen twee klippen door. Aan de ene kant het deïsme dat de Here God met de rug naar de geschapen werkelijkheid zet. En aan de andere kant het pantheïsme dat de Schepper in het geschapene laat opgaan. Het meest kritische punt van Spinoza was zijn aanklacht dat bepaaldheid voor God een beperking betekent. Gunning pareert dat met de idee dat dat niet geldt voor God. Hier is de idee van de Persoonlijkheid van God essentieel. In de wereld van het natuurlijke, van de materie is bepaaldheid beperking, maar in de wereld van het geestelijke is bepaaldheid juist uitdrukking van persoonlijkheid. Des te sterker je bepaald bent des te meer je in waarheid jezelf bezit. En in God zijn vrijheid en noodzakelijkheid geen tegenstellingen. De noodzaak of dwang waarmee de Here God uit zijn liefde de wereld schiep, betekende geen beperking van Gods vrijheid. Het was Gods vrije wil. De indringende vragen van Spinoza hebben bij Gunning geleid tot een verdiept antwoord en een grotere rijkdom.
De idee van de Persoonlijkheid van God is nog op een andere manier belangrijk voor het denken van Gunning over schepping en geschiedenis. Ook hier speelt de relatie tussen Schepper en schepping een belangrijke rol. Jezus Christus, het hoofd van de nieuwe mensheid, leidt de zichtbare wereld tot haar doel. En dat doel is: de onzichtbare wereld in de zichtbare tot volledige helderheid te brengen. De schepping en het schepsel is dan doorglansd en verheerlijkt, het zegel van de eeuwigheid is volledig ingedrukt. Dat is wat anders dan de blinde noodzakelijkheid van het pantheïsme dat God en geschapen werkelijkheid samen laat vallen en in elkaar doet opgaan. In dat geval is de schepping goddelijk en is God de schepping. Dan zijn we aan willekeur en toeval overgeleverd. Vandaar het belang van de Persoonlijkheid van God. De schepping ligt gegrond in God die Geest is, en Liefde, en Persoon. Dus geen willekeur maar zelfbewustzijn, innerlijke drang en noodzakelijkheid uit vrije wil.
Een ander punt waar Gunning kritiek levert op Spinoza en het pantheïsme is dat het pantheïsme ook op een andere manier blind is. Ze verwisselt de schepping voor de Schepper en ziet daarbij het kwaad, de zonde, over het hoofd. De natuur kan zichzelf niet dragen, ze moet gedragen worden, en dat gebeurt ook. Ze leeft uit de krachten die in haar werken, ze leeft uit God, die haar door Christus naar de verheerlijking leidt.
Wetenschappelijke inzichten verdisconteerd
Gunning stond niet met zijn rug naar de ontwikkelingen in de wetenschap en de nieuwe inzichten die het opleverde. Hij combineerde dat met bescheidenheid vanuit het besef dat ons menselijke kennen beperkt en ten dele is. Uiteindelijk ligt aan al ons kennen het kennen van de Here God ten grondslag.
Tegelijk kon Gunning openstaan voor nieuwe inzichten omdat hij schepping en geschiedenis gegrond wist in het wezen van God die haar via een historisch groeiproces tot haar einddoel brengt.
De materie is voor Gunning niet zomaar stof of stoffelijk. Wij zijn geneigd en gewoon om geest tegenover materie of stof te plaatsen, maar dat doet Gunning niet. Tegenover geest staat natuur. Daarmee onderstreept hij dat het niet gaat om de noodzakelijkheid van de stof of materie maar om de mogelijkheid die het in zich heeft. Natuur staat dus voor de potentie van de materie. Hier zijn twee ontwikkelmogelijkheden. De natuur kan zich tot stof vormen maar ook tot iets hogers, tot een bovenstoffelijke levensvorm. Volgens Gunning is er een nog hogere schoonheid mogelijk waarin stof en geest elkaar doordringen. De huidige toestand van de schepping is een voorlopige toestand. Het is schepping in uitvoering, onderweg naar een schoner en heerlijker toekomst.3
De geschapen werkelijkheid is nog niet af, het doel is nog niet bereikt. Er zit progressie, vooruitgang, in schepping en geschiedenis. Gunning spreekt in dit kader over evolutie. Na de zondvloed geen revolutie meer maar evolutie. De dagen van het scheppingsverhaal worden door Gunning gezien als tijdvakken. De gehele schepping, ondanks de schaduwzijden, die er van meet af aan waren (de schepping was goed, maar niet volmaakt) was de schepping goed met het oog op het doel waarmee de Here God de mens schiep.
Gunning verdisconteert de ontwikkeling in de natuur. Dieren ontstaan, maar de mens is onmiddellijk gevormd door God. De aarde is volgens hem geen levenloze massa. God schiep de mens uit het stof: de ziel vormde een eigen lichaam uit de elementen van de aarde. De Here God gaf aan de mens en aan de schepping tijd voor ontwikkeling, voor vooruitgang, voor groei, op weg naar een nog heerlijker toekomst. Niet met een blinde noodzakelijkheid maar onder Persoonlijke begeleiding van God die Liefde is in zichzelf en die vanuit die Liefde trouw blijft aan schepping en schepsel, tot op vandaag.
Noten
1 Johannes Hermanus Gunning jr. Blikken in de openbaring. Deel 3. Amsterdam: H. Höveker, 1868. p.44
2 Gunning jr. Blikken in de openbaring. Deel 2. Amsterdam: H. Höveker, 1866. p.212
3 Gunning jr. Blikken in de openbaring. Deel 2. Amsterdam: H. Höveker, 1866. p.232-233
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 mei 2022
Ecclesia | 8 Pagina's