De verjaardag van Koningin Juliana
De verjaardag van onze Koningin is een nationale feestdag. Geen enkele rechtgeaarde Nederlander zal deze dag onopgemerkt laten voorbijgaan.
Het Nederlandse volk heeft behoefte om te delen in de blijdschap van het Koninklijk'gezin te Socstdijk, waarmede men zich te nauwer verbonden weet, omdat het een echt Nederlands gezin is als ieder ander.
Men wil uiting geven aan de warme gevoelens, die alom worden gekoesterd jegens de Koningin, die in haar betrekkelijk nog korte regeringsperiode steeds heeft getoond een Landsmoeder te zijn.
In die gevoelens betrekt men niet minder haar gemaal, die geheel in het Nederlandse gemeenschapsleven is opgegaan.
De herinnering aan de trouwe plichtsbetrachting, waardoor Koningin Emma als regentes ons volk voor zich heeft weten te winnen in vroegere dagen; de innige banden, die Koningin Wilhelmina met ons volk heeft gehad, eerst in tijden van vrede on voorspoed, daarna in jaren van oorlog en noodtoestand, en het laatst weer in dagen van bevrijding en herstel; de toegewijde ambtsvervulling van Koningin Juliana op allerlei gebied van ons staatkundig en maatschappelijk leven, die alle vervullen ons van zelf van vreugde wanneer wij wederom de geboortedag van onze Vorstin mogen herdenken. '
Want van het ogenblik af, dat Zij in de Nieuwe Kerk Haar hoge ambt aanvaardde met de roerende bekentenis: „Wie zou het begeren?", heeft zij als Koningin het hart van het volk veroverd.
Wij behoeven niet ver in de Vaderlandse geschiedenis terug te gaan om U te bewijzen dat Nederland en Oranje een onverbrekelijke eenheid vormen.
De bezettende macht heeft tijdens de tweede oorlog van 1940—1945 getracht de eenheid tussen ons Vorstenhuis en het Nederlandse volk te verbreken. Ons volk heeft in die jaren de proef moeten ondergaan van een wrede marteling, invasie, moorddadige verwoestingen, terechtstellingen, massale deportaties en uitroeiingskampen. Ons koningshuis werd genoodzaakt vijf jaar lang in ballingschap te leven.
Terwijl allerwege nog de sporen waren te zien van onze strijd voor de vrijheid, sporen, die sindsdien voor het merendeel veranderd waren in zoveel tekenen van herrijzenis, hebben wij nog de watersnoodramp van 1 februari 1953 moeten ondergaan. In die rampdagen van febr. 1953 is Koningin Juliana voor ons volk en inzonderheid voor de rampgebieden een bron geweest van leven, licht en kracht. Zij was dat en is dat nog doordat Zij niet alleen grondwettelijk, maar bovenal in het hart des volks, zetelt op de troon van Oranjes. Maar meer nog door haar intuïtief begrijpen van hetgeen leeft in het volk, haar grote gaven van geest en hart, haar diep verantwoordelijkheidsgevoel, haar scherpe werkelijkheidszin.
Hoe kwam dit alles, meer nog dan in vreugdevolle dagen van voorspoed en opbloei, uit in dagen van ontzaglijk leed.
De Franse historicus Bainville schreef in 1938: „De buitengewone mens, het is, in tegenspoed en beproeving, dat wij hem erkennen."
Dit koninklijk medeleven, die koninklijke hulp in onze noden, die onze Koningin met een zo grote, een zo prachtige gulheid heeft geboden, heeft ons, temidden van ons leed, gesterkt.
Geest vloeit over — en zo is de geest van onze Koningin van grote betekenis geweest voor de verbazingwekkende „herrijzenis", waarop het rampgebied met recht trots kan zijn.
Om dieper in de Nederlandse geschiedenis door te dringen, behoeft men zich slechts rekenschap te geven van de naam van Nederland, waar Nederland en Oranje, van eeuw tot eeuw dikwijls een gigantische strijd hebben moeten voeren tegen het water, dat nu eens als bondgenoot in de strijd tegen vreemde dwinglandij optrad, en dan weer een grote bedreiging vormde voor ons volks bestaan in de lage landen aan do zee.
Zo is onder leiding van de Oranje's het karakter gesmeed van een volk, dat altijd dezelfde moed heeft weten op te brpngen om iets te ondernemen en om te volharden, of het er al om ging het grondgebied van het vaderland te verdedigen tegen de zee of zijn onafhankelijkheid en zijn gewetensvrijheid te handhaven tegen de machtigste staten.
Wat van Koningin Wilhelmina is gezegd, goldt zeer zeker ook voor Koningin Juliana, n.1. dat het een groot voorrecht is voor het Nederlandse volk, dat het een Koningin heeft, van wie het zich bewust is, dat Zij met haar volk meeleeft, slechts het goede wil, en boven alle personen- en partijstrijd uit alleen het welzijn van het volk in zijn geheel beoogt. En al blijft de historische band tussen Oranje en Nederland — een groot, niet hoog genoeg te waarderen goed op zichzelf •— daarnaast leeft de aanhankelijke liefde van heel een volk voor Zijn Koningin, tot wie het opziet niet slechts met de eerbied, die het Haar als zodanig verschuldigd is, maar ook met dat diepe, onuitroeibare vertrouwen, dat Zij persoonlijk gewonnen heeft. Beets heeft eens gezegd. ,.N'ets is beter dan zedelijke grootheid. Alle rechtschapen harten gevoelen dit."
Een bekend geschiedschrijver zeide, dat de hoogheid van de zetel, waarop iemaud geplaatst wordt, niet de maat aan geeft van de vrijheid van zijn geest, noch van zijn karakter. Ook in de drager van de Kroon is, gelijk bij ieder ander, die een moeilijk en verantwoordelijk ambt bekleedt, de bekwaamheid veel, maar de adel van karakter het meest. Een volk geeft niet zijn vertrouwen, en nog' veel minder zijn liefde om wille van grote kennis, maar wel om de eerbiedige verering, welke het voor een persoon gevoelt. Het volk ziet in de hoogste drager van het staatsgezag allereerst de mens.
Daardoor alleen valt ook ten volle te begrijpen de eerbiedige liefde, welke het Nederlandse volk gevoelt voor zijn Koningin. Voor ons volk is de Kroon niet een ornament, niet maar een instelling, het ziet de mens, die de Kroon draagt. Voor de Kroon kan het onderdanigheid gevoelen, met het Huis van Oranje voelt het zich in dankbaarheid verbonden, maar voor Koningin Juliana gevoelt het eerbied en liefde.
Niet zij, die vrees inboezemen, maar zij die respect afdwingen, zijn de krachtigste regeerders.
Zo rijst voor ons op bij de viering van de verjaardag van onze Vorstin, staande boven alle strijd van personen en van partijen, symbool van de eenheid van het Nederlandse volk, de grote figuur van Koningin Juliana, van wie Vondel had kunnen zeggen:
Men hoeft geen prent
Van U te snijden naer het leven;
Gij staat in 't hart des volks gedreven.
En beelt U selven levende uijt.
Door raet en daet.
Ooltgensplaat, 21 april 1956.
P. BOM, ambt. ter secr.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 april 1956
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 april 1956
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's