Herkingen een leraarlievende gemeente
Men zag predikanten ongaarne vertrekken
Er bestaan kerkelijke gemeenten, die een zekere ongunstige vermaardheid hebben in de predikantenwereld. Achtereenvolgens heeft men daar predikanten zien vertrekken, die min of meer met kerkeraad of gemeente overhoop lagen. Vaak ligt het aan beide partijen, soms alleen aan de donainee. Maar wanneer de ene predikant na de andere moeilijkbeden heeft, ligt dat vaak aan een heerszuchtig groepje in kerkeraad of gemeente.
Voor zover men daarbij mag afgaan op vergeelde persberichten uit hun tijd, hebben de predikanten van Herkingen in dit dorp doorgaans een goede gemeente aangetroffen. Zij konden er behoorlijk mee overweg en wanneer zij na verloop van tijd een beroep naar een andere gemeente aannamen, betreurde men hun heengaan. Enige uitzonderingen zijn er ook te Herkingen, maar die bevestigen de regel:
In 1739 vertrok ds Joh. Placius naar Casselternjjveen m Drente. Hij had 12 jaar te Herkingen gestaan, lang genoeg om — zonder dat men in onmin met de gemeente leeft — blij te zijn met een beroep. Maar Placius had het er moeilijk mee. Hij vroeg enige tijd beraad. In die tijd werd hem door allerlei instanties en personen uit de gemeente gevraagd om in Herkingen te blijven.
„Eindelijk alles in de vreeze des Heeren overwogen hebbende", nam ds. Placius de roeping naar Drente aan.
Wat verder in de 18e eeuw komen we ds J. J. van Steenbergen tegen, die in december 1786 te Waarde op Zuid-Beveland werd beroepen. „Hij heeft door onzen sterken liefdedrang om bij ons te blijven, tot onze eenpaarige blijdschap, na eenige dagen van beraad, voor die beroeping beleefdelijk bedankt", heet het in een bericht uit Herkingen. Maar deze liefdedrang kon ds van Steenbergen toch niet vasthouden. Een jaar later beriep men hem te Poortvliet. De gemeente was al direct verontrust, dat dit schot raak zou zijn. Zo was het ook, maar met leedwezen zag men de dominee naar zijn nieuwe gemeente op Tholen overvaren.
In 1853 verliet ds H. J. Krol zijn gemeente om naar Nieuw-Vossemeer te gaan. Zijn afscheidsrede werd een waardig besluit van zijn trouwe evangelieprediking te Herkingen genoemd (hij had er acht jaar gestaan). Men typeerde hem als een man des vredes. ,,Vuriglijk wenschen wij, dat zijne afscheidsgroet bij allen eenen diepen en blijven- Gasselternijveen in Drente. Hij had 12 en de Heer der gemeente den waardige man in zijnen nieuwen werkkring bekrachtige, om ook daar den waren vrede in veler harten te stichten of te bebevestigen, en de eenigheid des geestes te behouden".
De dood sprak
Van tragische aard was het afscheid dat Herkingen in 1857 moest nemen van de predikant dr. G. van Leeuwen. Deze jonge geleerde was in 1856 naar Herkingen gekomen. Niemand verwachtte, dat hij hier lang zou blijven. Doch evenmin dacht iemand er aan, dat hij hier zou sterven. Op 21 april 1857 overleed dr van Leeuwen, slechts 26 jaar oud.
De gemeente van Herkingen meldde zijn dood met als bijschrift, dat hij was „een man van uitgebreide kunde, vol des geloofs en des Heiligen Geestes, blakende van ijver voor de zaak des Heeren, en in Zijn Heilige Bediening tot in het allerminste getrouw. Veel, zeer veel had de Vaderlandsche Kerk nog van den waardigen man mogen verwachten, maar God, die hem liefhad, nam hem weg".
Van ds C. de Visser, emeritus van Tholen, kon men inderdaad zeggen, dat hij in het harnas stierf. Als rustend predikant nog eens een predikbeurt vervullende, overviel de dood hem terwijl hij aan het preken was. De kansel werd zijn doodsbed. Niet alleen op Tholen, maar ook te Herkingen nam men met deelneming kennis van dit overlijden, want ds De Visser had vijftien jaar in deze gemeente gearbeid. Diverse beroepen in die tijd op hem uitgebracht wees hij af, totdat Tholen hem riep.
Uit Herkingen kwam deze tijding: „Van 1816 ot 1831 was de waardige De Visser met den meesten ijver alhier werkzaam. Na zijn vertrek van hier bleef in onze leeraarlievende gemeente zijne gedachtenis in eere. Tot aan zijn sterven toe had de grijsaard hier vele vrienden, die deelden in zijn lief en leed En dat wij hem ook na zijn vertrek van de aarde blijven gedenken, daarvoor is de zekerste waarborg de opregte droefheid, waarmede de tijding des doods de harten heeft vervuld".
Antwoord op staande voet
Er zouden nog meer predikanten te noemen zijn, wier heengaan men in Herkingen betreurde, maar wij willen er tenslotte één noemen, wiens komst men toejuichte.
Nadat in 1879 ds J. T. Tenthoff naar Koedijk was gegaan, bleef de gemeente dertien jaar vacant. Men beriep verscheidene predikanten, het laatst ds. Lambertus Kan de Beer te Poederoyen. Ds Kan de Beer (van confessionele richting, in tegenstelling met ds Tenthoff, die vrijzinnig was!) moet een eigenaardig man geweest zijn. Hij heeft elf gemeenten gediend —• van 1862 tot 1900 met een tussenliggende periode van zes jaar emeritaat —- maar hij bleef nergens lang. Zo ging hij in 1868 naar Vrouwenpolder, maar deed binnen de twee jaar, januari 1870 intrede te Arnemuiden, vertrok in oktober van hetzelfde jaar naar Scheveningen en werd reeds een jaar later, 12 november 1871 te Westmaas bevestigd.
De kerkeraad van Herkingen hoopte, dat ds Kan de Beer het beroep zou aannemen. Toen hij de gemeente kwam bekijken, was er een kerkeraadslid zo vrijmoedig om te vragen of dominee niet op staande voet kon beslissen. Want — dacht deze broeder — ds Kan de Beer heeft kennelijk wel zin in Herkingen, maar wanneer hij in zijn eigen gemeente terugkomt, ziet hij misschien de nadelen beter en wordt er drang tot bedanken op hem uitgeoefend. Nadat deze vraag gesteld was, haal
Nadat deze vraag gesteld was, haalde ds Kan de Beer tot grote verwondering van het kerkeraadslid een brief uit zijn zak, waarin hij reeds had medegedeeld, dat het beroep naar Herkingen door hem was aangenomen. Nog vóór hij de gemeente had kunnen zien, was zijn beslissing dus gevallen. Onnodig te zeggen, dat men hiermee in Herkingen blij was.
Vier jaar later is ds Kan ds Beer naar Goudriaan gegaan, zijn laatste gemeente. Nadien heeft Herkingen nog 6 maal een predikant zien vertrekken. Opmerkelijk is, dat de laatste vier heengegane predikanten (Addink, Sirag Anker en Klootwijk) alle naar een gemeente in Noord-Brabant zijn gegaan.
Utrecht H. de J.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 augustus 1957
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 augustus 1957
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's