�Ten laatste van allen�

Ons teksthoofdstuk is een hooggestemd loflied, waarin de apostel de vruchten der opstanding bezingt. Hij vangt aan met het feit der opstanding te staven door verschillende verschijningen van de opgestane Christus op te sommen, welker verschijningen de waarheid der opstanding onomstotelijk vast moeten doen staan. Petrus, de twaalf discipelen, de vijfhonderd broeders op éénmaal, Jacobus en alle apostelen Ziedaar, een indrukwekkende rij van geloofwaardige getuigen, waarvan het merendeel nog in leven is, wanneer Paulus dit neerschrijft „En ten laatste van allen is Hij ook van mij, als van een ontijdig geborene gezien." Dat was gebeurd op de berg naar Da

Dat was gebeurd op de berg naar Damaskus, toen Paulus nog blazende dreiging en moord, tegen de gemeente van Christus, naar die plaats op weg was om de broeders gevangen te nemen en naar Jeruzalem te brengen voor het gerecht. Toen werd hem door Christus zelf

een „halt" toegeroepen door het: „Saul, Saul, wat vervolgt gij mij." En de leeuw, was een lam geworden. „Heere wat wilt Gij, dat ik doen zal?" In de rechte straat te Damaskus, was hem, na het ernstige gebed, dat hij daar opzond, het gezicht weer gegeven. Niet alleen in tijdelijk opzicht, maar bovenal in geestelijke zin en hij was als een uitverkoren vat gesteld om 's Heeren Naam naar de heidenen te dragen. Een méér onverdachte getuige was 's

Een méér onverdachte getuige was 's Heilands verrijzenis is er niet, waar hijzelf vroeger een felle tegenstander van Christus geweest is. Een Hebreër, uit de Hebreen, uit de stam van Benjamin, naar de wet een Farizeër, zijnde onberispelijk in 't onderhouden der geboden.

Een rijk ontwikkeld man, gestudeerd hebbende aan de voeten van Gamaleël. Een onverdacht, geleerd Israëliet dus. Ach neen, niet dat Paulus zichzelf hierop beroemt.

Hij noemt zich „een ontijdig geborene." Letterlijk staat er eigenlijk „een misdracht". Zo gevoelde hij zich op het ogenblik, dat de Verrezen Heiland zich aan hem openbaarde, en hij blijft zich de minste der apostelen achten, daarom dat hij de gemeente Gods vervolgd had. Lezers, het zal ook voor ons eerst

Lezers, het zal ook voor ons eerst waarlijk Paasfeest zijn, indien wij met ons geestelijk oog de Verrezen Heere hebben aanschouwd, zodat het „ook door mij gezien," eveneens op ons van toepassing is.

Neen, het gaat in de regel niet met zulke schokkende gebeurtenissen gepaard als bij de grote heidenapostel, maar het wezenlijke ervan mag toch niet gemist worden.

Maar hetzij dat wij door een geweldige schok ten leven komen, hetzij dat de Heere een meer geleidelijke weg met ons volgt, door ons iedere dag onder het Evangelie te brengen en te houden, wij moeten met ons zielsoog de Heere Jezus zien. Hem zien als de Middelaar, Die zijn bloed voor ons vergoten heeft als de Levensvorst in wie alle geestelijk leven voor ons ontstoken werd. En is dit werkelijkheid in ons leven

En is dit werkelijkheid in ons leven geworden, dan worden we daar klein en ootmoedig mee Dat is altijd het kenmerk der ware genade. De apostel begint hier ook niet met zijn eigen ervaring op de voorgrond te plaatsen. Hij laat alle anderen voorgaan. „Ten laatste van allen, ook van mij!" Gelukkig, indien we deze ootmoed bezitten, niet midden tussen de anderen heiligen gaan staan, maar een plekje zoeken, achteraan in de rij van Gods gunstelingen, als waren wij met ons zelf verlegen. Ja, gelukkig die mens, die op die plaats het grote, heerlijke en verheven getuigenis mag afleggen. Hij is gezien, gezien tot zaligheid. Gezien in de kracht Zijner opstanding, ook van mij!

Dirksland. C. J. Kesting.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen