Het altijd bezig zijn om het voornaamste te vinden!
„Want die Mij vindt, vindt het leven, en trekt een welgevallen van de HEERE".(Spreuken 8:35)
Vinden veronderstelt zoeken naar iets dat gemist wordt of nog ontbreekt. In vers 34 wordt de mens welgelukzalig genoemd, die naar de Opperste Wijsheid, de meerdere Salomo, de Heere Jezus Christus hoort, dagelijks wakende aan Zijn poorten, waarnemende de posten Zijner deuren. Volgens de kanttekenaren: een gelijkenis, genomen van naarstige studenten, die altijd omtrent de leerplaats hunner leraars zijn. Dus begerig om nog ontbrekende kennis te vergaren. In vers 17 is gewezen op het vroeg zoe
In vers 17 is gewezen op het vroeg zoeken. De betekenis van het daar gebruikte hebreeuwse woord is niet alleen het vroeg in de morgen zoeken, maar ook het naarstig of ijverig, het met inspanning zoeken.
Op aarde zijn veel zoekers. Naar kennis, naar rijkdom, naar levensgeluk. In werkelijkheid is elk mens een zoeker naar het verloren Paradijs.
Doch alle zoeken geschiedt niet op de rechte wijze. In het vergaren van wereldse kennis of genot voor het vlees wordt nimmer het ware levensgeluk gevonden. Dit wordt alleen gesmaakt in het kennen van God en de gemeenschap met Hem. Die gemeenschap is verbroken door de zonde. Maar die kan herkregen worden in de Weg, die God ons in Zijn Woord wijst. Dat kan in het luisteren naar het onderwijs van de Opperste wijsheid. Die vermaant om onze wegen te verlaten, onze inzichten prijs te geven en te komen tot Hem, Die de Weg, de Waarheid en het Leven is.
Daarom zegt Hij ook: Die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden. Want die Mij vindt, vindt het leven. Hij mag dit zeggen, want Hij wéét wat zoeken is. Want Hij is van de Vader uitgegaan om met alle inspanning te zoeken wat verloren was. Hij moest daartoe indalen in diepe vernedering, lijden en dood. Hij heeft gezocht, totdat Hij gevonden heeft. En nèg zoekt Hij, door Woord en Geest, in de woeste plaatsen, in de duistere buurten, waar de dood en het verderf heersen, om te vinden.
Wij zoeken, wat voor ons waarde heeft, begeerlijk is. Schoon en goed is. Hij zocht hetgeen in zichzelf geen enkele waarde heeft, wat verfoeilijk en lelijk, hatelijk en vijandig is. Toch heeft het voor Hem waarde, omdat het Hem gegeven is van Zijn Vader. Hij zoekt het om het te bevrijden van het kwade en schoon en goed te maken. Om de Vader heerlijk voor te stellen.
Als Hij dan nu zegt: „Nu dan, kinderen, hoort naar Mij; die Mij vindt, vindt het leven", dan is het om op te wekken tot een vroeg, een inspannend zoeken. Want door Hem en bij Hem is alleen het ware leven te verkrijgen. Vroeg zoeken is jong zoeken. Dan heeft men de meeste en diepste indrukken.
Het is daarom de beste tijd voor dit we^^c. Maar zoeken moet ook geleerd worden. Luister dan naar Hem en let op de voorbeelden van ouders of anderen, die gezocht en gevonden hebben. Neem alle gelegenheid ijverig waar. Deze zijn er vele! Gods Woord lezen, de samenkomsten in 's Heeren huis waarnemen, de catechisaties, het onderzoek van Gods Woord op de vereniging en de omgang met Gods volk. Laat de belangrijkste bezigheid in je vrije tijd dit zoeken zijn. Doe het, biddend om de genade van de Heilige Geest, in Zijn overtuigende kracht.
Om het voornaamste te vinden. Want nergens anders zul je het ware leven in vinden, dan alléén in en bij Hem, Die in Zijn zoeken de dood inging, om arme, allesmissende zondaren het leven te kunnen geven. Het wäre, het gelukzalige leven, waarin een volheid van vrede, liefde en blijdschap mag genoten worden. Dat wordt wel bestreden, fel aangevallen door alle kwade macht, maar nooit meer tenietgedaan, omdat Hij er over waakt. Dat werkt of trekt een welgevallen van de HEERE.
Dat is: verkrijgt gunst en genade van de HEERE. Die in Zijn Zoon dat leven verwierf en er toe roept en nodigt. Die het ook kroont met Zijn gunst. Die immers beter is dan dit tijdelijk leven. Want zij maakt het hart vol.
Heb je lang gewacht, de meest geschikte tijd is nog niet te laat om Hem met inspanning te zoeken. Hij wil Zich nog, al is het ter elfder ure, laten vinden .Welk een verwondering, als er gevonden mag worden. Dan kan de mond niet zwijgen, waar het hart vol is. Dan wordt van Hem getuigd als Filippus tot Nathaniel.
Opdat ook änderen zullen gaan zoeken en mede tot vinders zullen worden. Daarom: zoek de Heere en lééft.
Enkhuizen J. Baai Jens
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1996
Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's