Een gelukkig mens
WELGELUKZALIG ZIJN DE OPRECHTEN VAN WANDEL, DIE IN DE WET DES HEEREN GAAN. PSALM 119:1
Wat is gelukkig zijn? Op deze vraag worden verschillende antwoorden gegeven. Elke levensovertuiging is een meer of minder overdacht antwoord op deze vraag. Ieder mens streeft naar geluk, wat er ook maar onder verstaan wordt. Sommigen geven er een godsdienstig antwoord op; anderen stellen het geluk in het zicht- en tastbare. Een mens kan zich ook daadwerkelijk gelukkig wanen. Als een bepaald doel is behaald of als een bepaald gevoel wordt beleefd, kan een mens zich inbeelden gelukkig te zijn. Niet alleen drugs misleidt door bedrieglijke voorstelling en beleving van wat gelukkig-zijn is. Men beleeft iets als werkelijkheid, maar het is zinsbegoocheling. Zo is het ook met onze opvattingen, onze ideeën en voorstellingen van wat geluk is: ze zijn bedrog, hoe als werkelijk ze ook beleefd worden, indien ze niet zijn naar het richtsnoer van Gods Woord. Zijn Woord is de enige maatstaf voor het bepalen van wat gelukkig-zijn is.
De dichter van Psalm 119, het abc van de godzaligheid (dat betekent: gelukkig-zijn als gunstgenoot van God, delend in Zijn zegeningen en ontferming, delend in Zijn gemeenschap van liefde), spreekt op gezag van God Zelf en uit de beleving van de zaak zelf, dat die mens alleen en geheel gelukkig is, die oprecht leeft volgens de wil van HEERE. Welgelukzalig: naar Gods oordeel delen in een volkomen zaligheid. Zalig betekent in de Bijbel: gelukkig volgens Gods oordeel. Wat houdt dat in? Die mens wordt door God gelukkig verklaard, want hij/zij deelt in de goedkeuring van God. Waarom? Hij ziet ze in Christus aan; ze zijn met Hem verenigd door wedergeboorte en waar geloof. De Heere Jezus onderwijst Zijn Kerk dat Zijn ware volgelingen doorgaans in de strijd leven zolang zij op aarde zijn. Het geluk van de godsvrees ligt in het onder alle omstandigheden leven onder Gods toegenegen gunst omwille van Christus. Die gunst beproeft soms zwaar en scherp, maar wijkt niet en draagt door. Denk aan Job, Asaf of Heman. Zij gingen de troost verstaan: Mijn genade is genoeg voor u.
Het ware gelukkig-zijn wordt werkelijk doorleefd in het stuk van de heiligmaking: naar Gods beeld herschapen worden door de inwonende Geest van Christus, Die het hart neigt tot de vreze Gods. Doordringt die lust ook ons hart: de Heere God in Zijn Zoon Christus Jezus te dienen, te volgen, te aanbidden?
Wie zal van zichzelf durven zeggen: ik ben oprecht van wandel? Dat houdt in dat de dagelijkse praktijk van je leven toont, dat het je echt ernst is God ootmoedig te dienen in overeenstemming met Zijn geopenbaarde wil. Het Hebreeuwse grondwoord beduidt: geheel, gezond, uit één stuk, onverdeeld. Het is een getuigenis dat we menigmaal lezen in de Schrift over de kinderen van God, want het is vrucht van de ware bekering. Job was oprecht. De kanttekenaar verklaart: eenvoudig, dat is, ongeveinsd in het geloof en vertrouwen op God, en oprecht in de liefde jegens zijn naaste. Hij was geen huichelaar, alhoewel toch een zondaar. Hij was niet dubbelhartig, bedrieglijk. Hij openbaarde zich in zijn zichtbare dagelijkse levenswandel, zoals hij ook in het verborgene door God gekend werd. Oprechten zijn niet zonder gebreken; zij struikelen dagelijks in vele. Door genade zijn ze echter wat ze zijn: wáár voor en door God met hart en leven.
Oprecht worden we gemaakt door de Geest van God, Die het ware geloof met al haar vruchten in het hart werkt. Door het geloof alleen wandelen we met een oprecht hart in de wegen van de Heere. Zo’n hart is daartoe genegen en wil daar ook toe genegen gemaakt worden. Hoe menigmaal stijgt het gebed in deze Psalm op tot God om hem waar van binnen te maken en daadwerkelijk het pad der geboden te doen gaan, daartoe genegen gemaakt te worden. Dat komt voort uit de levensvernieuwende verbondenheid met de ware Wijnstok Die Zijn levenheiligende kracht doet ondervinden. Oprecht zijn is dus: in belijdenis en wandel (leer en leven) begeren te leven, en in beginsel dadelijk te leven, volgens Gods geopenbaarde wil. Leeft het zo voor ons? Het neemt de worstelingen en twijfelingen niet weg; nee gebreken en zwakheid te over, maar toch: Heere, U Die alles ziet, mijn wandel is voor u niet verborgen! Dezulken leggen hun hart gedurig open voor de Heere: is er een schadelijke weg bij mij, Heere, breng mij door Uw tucht en kastijding op de eeuwige weg. Ze laten zich gewillig onderzoeken. Wanneer ze de zonde plaats geven en zich laten verleiden, dan wordt dit beginsel verdonkerd en ze gaan beleven dat ze van binnen verteren en verharden. Door Gods genade zullen ze opnieuw tot boetvaardigheid gebracht worden.
Wat getuigt ons geweten over onze gezindheid ten overstaan van Gods Woord en wil? Is er een eerlijk en ernstig voornemen om naar al Gods geboden te leven? Psalm 119: een betrouwbare toetssteen voor waar geestelijk leven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 september 2020
Kerkblad | 24 Pagina's