Jouw vragen
Wil de Heere ook mij genade geven en mijn zonden vergeven? Hoe kan ik dat zeker weten?
Het zijn levensbelangrijke vragen die je stelt. Laten wij aan deze vragen nooit voorbijgaan. In tijden van herleving, als de Heilige Geest rijk en krachtig in de kerk werkt, zijn het juist dit soort vragen die in harten van jongeren en ouderen rijzen. Dat komt doordat de zonden dan levend voor je worden (Rom. 7:9). Ze gaan je wegen. Je gaat er het kwaad van zien. Je beseft ook dat jij degene bent die hebt gezondigd. Je krijgt oog voor je eigen schuldigheid.
Als je gering denkt over de zonden, zegt Maarten Luther, weegt de vraag of het heil voor jou is je ook niet. Dat wordt anders, schrijft hij, als de zonden je gaan wegen en als het je gaat wegen dat de zonden je zo weinig wegen.
Om zekerheid te krijgen over de vraag of de Heere mij Zijn heil wil schenken, is het nodig ons oor te luisteren leggen bij de mond van God, bij de Schriften, bij de Bijbel, het Boek der boeken. Wat zegt God Zelf? Want dat is vast en zeker, nietwaar? Gods Woord is betrouwbaar en „alle aanneming waardig” (1 Tim. 1:15).
Wat Gods Woord ons leert, is dat de Schepper Zelf schepsel is geworden, Christus Jezus. En dat Christus Jezus Zich als echt Mens onder mensen begeeft. Onder zondaren en zondaressen. En wat zien we nu? Dat Hij zulke mensen niet alleen liefdevol en nederig nabij komt, maar ook... roept. Dát. Dat is cruciaal. Christus roept. Ook vandaag.
Christus komt alle hoorders van het Evangelie nabij en laat hun Zijn roepstem horen. Zijn lokroep. Zijn nodiging. En nu gaat het er in je leven om dat je Zijn stem hoort. Zijn roeping. Dat Zijn roeping je hart inneemt. Dat Zijn roeping je tot leven wekt. Dat Zijn roeping kracht doet in je, zo veel dat je ogen krijgt om in geloof op Christus te zien en handen om Christus aan te nemen.
Christus’ roepstem klinkt ook vandaag. Wie roept Hij? Wie doet Hij Zijn heilstem horen? We lezen het in Spreuken 1. Daar lezen we dat Christus als Opperste Wijsheid vele mensen in de poorten van de stad opzoekt en daar Zijn stem verheft. „Gij slechten!” roept Hij uit, „hoe lang zult gij de slechtigheid beminnen, de spotters voor zich de spotternij begeren en de zotten wetenschap haten?”
Hoor je tot wie Christus Zich richt? Tot slechten. Tot spotters. Tot zotten. Niet tot vrome mensen. Niet tot mensen die al een eindje op de goede weg zijn. Niet tot mensen die een streepje voor hebben op anderen. Tot zondaren richt Christus Zich. Tot verloren zondaren. Is je leven niet met deze ”aanspreektitel” getekend? Of klinkt het je al te beledigend in de oren? Ben je te goed om slecht te zijn?
Erken dat je zondaar ben en laat je ervan verzekeren dat Christus het nu juist op zondaren heeft voorzien. Wat is Christus’ boodschap? „Keert u tot Mijn bestraffing”, zegt Hij. „Keert u tot Mij. Wend je tot Mij. Tot Mij. Zaligmaker der wereld. Vriend van zondaren. Ziet, Ik zal Mijn Geest ulieden overvloedig uitstorten; Ik zal Mijn woorden u bekend maken” (Spr. 1:23).
Christus’ roepstem is waar, ook als je er geen kracht bij voelt. Of je er veel bij ervaart of weinig – de waarheid van Christus’ lokroept tot Hem te vluchten, hangt niet af van wat je voelt, maar van wat Hij zegt. Wat uit Zijn mond uitgaat, is vast en zeker.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 oktober 2019
Terdege | 124 Pagina's