Boekbesprekingen
Klaas-Dieter Voβ, Das Emder Religionsgespräch von 1578: Zur Genese des gedruckten Protokolls sowie Beobachtungen zum theologischen Profil der flämischen Mennoniten [Arbeiten zur Kirchen- und Theologiegeschichte Band 50] (Leipzig: Evangelische Verlagsanstalt, 2018) 704 p., € 98,00 (ISBN 9783374054350).
Duitse grondigheid en punctualiteit kenmerken de uitstekende dissertatie van Klaas- Dieter Voβ, waarin hij het religiegesprek te Emden analyseert. Nog steeds zijn de zestiende-eeuwse openbare gesprekken tussen gereformeerden en dopers, zoals die in Frankenthal (1571), Emden (1578) en Leeuwarden (1596) hebben plaatsgevonden, belangrijke bronnen voor wetenschappelijk onderzoek. Eind 2018 heeft Voβ (1964) aan de universiteit van Oldenburg zijn ruim 700 pagina’s tellende dissertatie verdedigd waarin zó veel historische gegevens vermeld staan, dat voortaan niemand die het Emder gesprek bestudeert, om zijn onderzoek heen kan. De heldere opbouw van het boek laat zien waarom dat het geval is. In het eerste deel beschrijft Voβ nauwkeurig wat er historisch gezien aan het twistgesprek tussen dopers en gereformeerden te Emden vooraf is gegaan en heeft hij alle biografische gegevens van de betrokkenen van dit gesprek in kaart gebracht. In het tweede deel gaat Voβ de diepte in en analyseert hij aan de hand van de veertien destijds besproken thema’s de opvattingen van mennonieten en gereformeerden. Dit betekent dat de theologische positie van beide partijen over onder andere de menswording van Christus, de rechtvaardiging, de heiliging, de gemeente, doop, avondmaal, tucht en overheid nauwkeurig in kaart wordt gebracht. Mooi is dat Voβ álle uitspraken uit het gehele debat dan meeneemt in zijn onderzoek. Waar mogelijk legt hij verbanden met de debatten van Frankenthal of Leeuwarden. Daarmee is zijn onderzoek een ware goudmijn voor degenen die interesse tonen voor de theologische standpunten van destijds. In het derde deel evalueert Voβ de handschriften en het theologische profiel van de Vlaamse mennonieten en geeft hij ten slotte in deel vier een uitleg over de gebruikte bronnen en archieven. Van dit gesprek blijken namelijk diverse ‘protocollen’ (verslagen) in omloop te zijn gebracht en Voβ analyseert nauwkeurig de verschillen tussen de gereformeerde en mennonitische versie. Daarmee wordt duidelijk dat Voβ ongelooflijk veel werk heeft verzet door al deze handgeschreven bronnen te onderzoeken en die te vergelijken met de gedrukte bronnen. De vele doorhalingen en veranderingen die in de handgeschreven tekst zijn aangebracht, laten overduidelijk
Waarom is de bestudering van zo’n oud theologisch debat nog steeds waardevol? Twee redenen wil ik noemen. In de eerste plaats laat Voβ met dit onderzoek zien, dat relevante thema’s van het verleden nog steeds actueel zijn in het heden. Hoe denken we over het genadeverbond en met wie heeft God dat opgericht? Welke (theologische) positie hebben de kleine kinderen in de gemeente van Christus en wat betekent dat wel of niet voor hen? Wie zich wil bezinnen op dergelijke actuele vragen, krijgt in dit boek daartoe volop gelegenheid. In de tweede plaats is de studie van Voβ een aanrader voor met name voorgangers, die theologisch staan in het gedachtegoed van de Reformatie en de gereformeerde belijdenisgeschriften onderschrijven. Wie de standpunten van de belangrijkste gereformeerde woordvoerder Menso Alting (1541-1612) gaat bestuderen, ziet al snel de overeenkomsten met tijdgenoten als Ursinus (1534-1583) of Datheen (1531-1588), die trouwens de belangrijkste gereformeerde woordvoerder is geweest van het debat te Frankenthal. Zo gaat Alting, evenals zijn gereformeerde tijdgenoten, uit van de gedachte dat de doop waarmee wereldwijd christenen gedoopt worden niet door Christus is ingezet in Mattheüs 28 of Markus 16, maar reeds in Johannes 1:33. Daarmee is Jezus’ eigen doop (en die van zijn apostelen) wezenlijk geen andere doop dan die nu in de gemeente van Christus bediend wordt (445). Ook beweert Alting, evenals zijn tijdgenoten, dat de kleine kinderen der gelovigen niet alleen met Christus gemeenschap hebben, maar ook de belofte van de vergeving der zonden, het eeuwige leven en de Heilige Geest, zodat zij daarom gedoopt behoren te worden. Niet alleen de volwassen gelovigen hebben God als Vader, Christus als Verlosser en de Heilige Geest als Heiligmaker, maar ook de kinderen die tot het genadeverbond en tot de gemeente van Christus behoren (447). Volgens Alting delen de kinderen van de gelovigen zowel in de rechtvaardiging als de heiliging van Christus en zijn ze als levende ranken ingeënt in de Wijnstok Christus (373). Wie daarom Voβ’ studie nauwkeurig bestudeert, zal de theologie achter de gereformeerde belijdenisgeschriften beter gaan verstaan. Aanbevolen dus!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2020
Theologia Reformata | 139 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2020
Theologia Reformata | 139 Pagina's