Nederland bij de tijd
Een historische schets en drie adviezen voor een tegengeluid
Iedere SGP’er die in debat gaat met een progressieve collega maakt wel eens mee dat zijn standpunt wordt afgewezen omdat het “niet van deze tijd” zou zijn. Ook binnen christelijke kring wordt het regelmatig gebruikt. Geen sterk, maar wel een veelgehoord argument. In een thema nummer over conformisme en non-conformisme kan dit thema daarom niet ontbreken 1 .
Van het argument gaat namelijk een sterke drang tot conformisme uit. Het redeneert vanuit een historische noodzakelijkheid, waarbij op voorhand al het tegenstribbelen kansloos is. Hoe komt het dat dit argument zo vaak gebruikt wordt? Is het typisch Nederlands? Wat kun je er tegen inbrengen?
Voor een antwoord op die vragen ga ik allereerst te rade bij het invloedrijke proefschrift van James Kennedy over Nederland in de jaren zestig. Dit proefschrift, dat in 1995 verscheen, is nog steeds een veelgeciteerde studie. Kennedy vergelijkt Nederland met de Verenigde Staten, en dat contrast laat zien dat de Nederlandse redeneerwijze afwijkt van het debat aan de andere kant van de oceaan. Het argument wordt vaak gebracht met een claim van universele geldigheid, maar dat valt dus bij nadere beschouwing tegen.
Vervolgens geef ik drie adviezen aan SGP-politici als alternatief voor een ons eventueel conformeren aan het ‘bij de tijd’- frame. Als SGP’ers moeten we, in onze be-hoefte om geaccepteerd te worden, niet een milde versie van hetzelfde frame hanteren. Het tegenovergestelde is veel beter, en zou wel eens op verrassend veel steun kunnen rekenen. De behoefte om bij de tijd te zijn, is namelijk vooral een behoefte van politieke en culturele elites.
Rol Elites Genegeerd
Nederland veranderde in de jaren zestig radicaal van gedaante. Dat ging sneller en grondiger dan veel andere landen in Europa. De geschiedschrijving hierover gaat vaak over de culturele en maatschappelijke verschijnselen die symbool gingen staan voor deze veranderingen. Denk aan de provo’s en hippies in de grote steden en de opkomst van televisie als massamedium. Denk ook aan de introductie en het gebruik van de pil en de daarmee verbonden vrouwenemancipatie, of de stijging van de lonen en het ontstaan van vrije tijd. Dit zijn allemaal relevante fenomenen, maar Kennedy besteedt in zijn studie aandacht aan de in zijn optiek ondergewaardeerde rol van elites in deze verandering.
Opvallend aan Nederland in de jaren zestig is de snelle verandering van een relatief traditionele samenleving in de jaren veertig en vijftig naar een progressief ‘gidsland’ in de jaren zestig. Die verandering ging bovendien op een relatief geweldloze manier. In de verzuilde samenleving die Nederland tot de jaren zestig was, werd goed samengewerkt door de leiders van de verschillende zuilen. In de jaren zestig ontpopten ze zich tot ‘bereidwillige predikers van het modewoord vernieuwing’. 2 De burgemeester van Hilversum, J.J.G. Boot, riep zijn collega’s in 1967 op dat ‘het beste middel om gezagscrisis en revolutie te voorkomen is door goed progressief leiding te geven.’ 3 Waarom deze houding?
‘Onontkoombare’ Internationalisering
Kennedy ziet een belangrijke verklaring in de rol van Nederland als klein land in de wereld. In een paar decennia veranderde Nederland van een grote koloniale mogendheid in een land dat onder druk van met name de Verenigde Staten al haar koloniën had opgegeven. Ook de ervaring van de Tweede Wereldoorlog was bepalend: een klein en neutraal land werd in vijf dagen onder de voet gelopen. Intensieve Europese samenwerking was geen keus, maar een noodzakelijke ontwikkeling. Prins Bernard sprak in 1956: “Maar het is nu eenmaal zo – de hele wereldgeschiedenis door – dat een ontwikkeling naar nieuwe vormen, die eenmaal in beweging is, niet meer kan worden gestopt, om van terugkeer naar de oude situatie maar helemaal niet te spreken. De klok kan niet worden teruggedraaid. Onontkoombaar is ons opgelegd de taak te streven naar meer samenwerking in grotere gemeenschappen.” 4 Dit citaat bevat alle elementen van het denken dat Kennedy beschrijft. Ontwikkeling is niet tegen te houden, het nieuwe is beter dan het oude en verandering is beter dan continuïteit.
Dit ging gepaard met een beperkte waardering voor het eigen land en de geschiedenis. In 1964 werd zelfs door de inspecteur-generaal voor onderwijs voorgesteld alle geschiedenis te verwijderen uit het onderwijsprogramma. Geschiedenis was van weinig waarde in een dynamische wereld. 5 In de jaren zestig ontstond het ideaal van Nederland als gidsland. Nederland zou niet langer achterlopen, maar juist vooroplopen, bijvoorbeeld door stevig in te zetten op ontwikkelingshulp en internationale samenwerking.
Kerken En Politici Als Gids
Niet alleen het buitenland had invloed. De bisschoppen en predikanten in verschillende Nederlandse kerken stonden onder druk om te veranderen, maar leidden zelf ook naar nieuwe wegen. De hoop was dat hervormingen tot een herleving van godsdienst zouden leiden, dat de kerk relevant zou blijven. Goedheid en waarheid lagen niet langer exclusief in een bepaald geloof besloten. In de pogingen om door radicale veranderingen binnen de kerk relevant te blijven, waren er steeds minder redenen om je bij een kerk aan te sluiten. Gewone gelovigen konden het tempo van de vernieuwing van veel kerkelijke leidslieden nauwelijks bijhouden, en het versnelde de secularisatie eerder.
Eén van de redenen waarom religie vaak als niet van deze tijd wordt verklaard, is de nog steeds wijdverbreide secularisatiethese. Die stelt dat als gevolg van modernisering de rol van geloof automatisch afneemt. Het geloof in een God en vooruitgang staan daarmee op gespannen voet met elkaar. Wetenschappelijk gezien is de onjuistheid van deze these, ook voor Nederland, wel aangetoond. 6
Ook politieke gezagsdragers speelden een rol in de grote veranderingen. Rellen in Amsterdam, bijvoorbeeld rondom het huwelijk van prinses Beatrix en prins Claus, waren aanleiding voor beschouwingen over de gezagscrisis waar Nederland in verkeerde. Regelmatig was het standpunt te horen dat absoluut gezag uit de tijd was, en hoorde bij verhoudingen uit het verleden. Het feit dat met name jongeren bij de rellen betrokken waren, gaf aan dat er iets moest veranderen. KVP-minister Marga Klompé zag het zo: ‘Als de jongeren revolteren tegen de samenleving, die eigenlijk nog werkt met verouderde structuren, dan is dat een gezond verschijnsel’. 7 De overwaardering van jong en nieuw ten opzichte van oud en ervaren, die ook onze samenleving kenmerkt, heeft hier zijn kiem.
Tegenbeweging Is Mogelijk
Door het continue gehamer op de noodzakelijkheid en onontkoombaarheid in het Nederlandse debat zou je bijna vergeten dat het ook anders kan. Dat laten de Verenigde Staten, het land waar Kennedy geboren is, zien. Ook daar waren de veranderingen van de jaren zestig, maar kwam er een tegenbeweging op gang en werden ze veel minder als onvermijdelijk gezien. Amerikanen kunnen, anders dan Nederlanders, teruggaan in de tijd. In de Verenigde Staten vormde het gevecht voor een ‘morele wedergeboorte’ of voor het herstel van de American Dream een alternatief tegenover het dominante credo van het ‘bij de tijd blijven’. 8 In het bij-de-tijd-blijven ontbreken dergelijke reële alternatieven. Er gaat een sterke druk vanuit om je te onderwerpen aan de heersende tijdgeest. De Verenigde Staten, hoe gepolariseerd het land nu ook is, laten zien dat alternatieven wel een volwaardig onderdeel kunnen zijn van het publieke debat.
De analyse van Kennedy is in tal van domeinen zichtbaar. Een mooi voorbeeld daarvan laat Martin Sommer zien in zijn analyse over onderwijsvernieuwingen. 9 Drie weken lang was hij aanwezig bij de parlementaire onderzoekscommissie Onderwijs onder leiding van oud-minister Dijsselbloem. Daar werd bijvoorbeeld de invoering van het studiehuis in de bovenbouw van havo en vwo besproken. Deze ontwikkeling moest over ‘het veld worden uitgerold’. En de verantwoordelijk staatsecretaris Ginjaar-Maas sprak, op de vraag waarom dat moest worden uitgerold: ‘Dat spreekt toch vanzelf? (...) Als iemand die ouderwetse manier van lesgeven zit te verheerlijken, denk ik wel even aan die ene collega van mij – toen ik nog zelf voor de klas stond – die de klas binnenkwam en zei, ‘pakken jullie je schrift maar’.’ De teneur van deze uitspraak: radicale verandering is nodig, want zo kan het niet langer. Het waarom daarvan hoeft niet te worden uitgelegd. Want, zoals het vroeger ging, kán het niet langer gaan. Aanpakken uit het verleden volstaan per definitie niet. En als je daar een vraag over stelt, sta je de vooruitgang in de weg.
Drie Concrete Adviezen
Hoe hier mee om te gaan als SGP’ers in Raden, Staten en Kamers? Als tegengeluid zou ik voor SGP-politici drie adviezen willen meegeven:
1. Niets ‘moet van deze tijd’. Ieder voorstel bevat vooronderstellingen en onderliggende keuzes, voer dáár het debat over.
2. Herwaardeer als politicus de bestuurders die ‘op de winkel passen’.
3. Bestrijd het schetsen van een karikatuur van het verleden als legitimatie voor een wijziging in het heden.
Het eerste advies illustreer ik graag aan de hand van het abortusdebat. Dit debat, dat in de jaren zeventig beslecht leek ten gunste van de progressieve praktijk, wordt in de Verenigde Staten weer volop gevoerd. Het is zeker niet zo dat jongere generaties, omdat ze meer ‘bij de tijd zijn’, ook voor een meer liberale abortuspraktijk zijn. Dit toont dat, in weerwil van alle druk om je te conformeren, een beroep op tijdloze principes als de bescherming van het leven de tand van de tijd kan doorstaan. Het vraagt soms moed om daarin tegen de tijdgeest in te gaan, omdat in het Nederlandse debat een grote druk is om je te conformeren. Het politiek debat wordt vaak ontweken door een beroep op de stand van de tijden, maar een SGP’er brengt het debat terug naar het beginsel.
Het tweede advies. Eén van de grootste verwijten die een bestuurder kan krijgen, lijkt soms wel te zijn dat hij of zij ‘op de winkel past’. We hebben blijkbaar een sterke voorkeur voor grootse veranderingen. De geest van de Franse Revolutie – pas na chaos en ontworteling is ruimte voor iets beters – is nog steeds aanwezig. Zeker: soms is verandering zinvol. Al decennia is op de Nederlandse krijgsmacht bezuinigd, en een forse herwaardering van ons leger en bijbehorende investeringen zou je als een terechte omkeer kunnen zien. Als het gaat over dit soort kerntaken van de staat, kan een radicale koerswijziging soms heilzaam zijn. Maar juist sectoren waar de taak van de overheid hooguit voorwaardenscheppend is, zoals het onderwijs of het sociaal domein, worden vaak geplaagd door de drift het radicaal anders te doen en zaken aan te passen aan de eisen van de tijd. Laten we bewindspersonen die in dit soort domeinen terughoudender zijn – inderdaad: op de winkel passen - veel meer waarderen. 10 Zeker Den Haag zou je het besef gunnen dat veel dingen die daar gebeuren, hoogstens de randvoorwaarden moeten scheppen voor degenen die het ‘echte werk’ doen. Namelijk die leraar voor de klas of die verpleegkundige in de ouderenzorg. Iedereen daaromheen schept hooguit de kaders, en moet zich voortdurend afvragen of het nodig is om zich er mee te bemoeien.
Leer Van Het Verleden
De neiging om, ten derde, een karikatuur van het verleden te schetsen om het heden te legitimeren, is een veel voorkomende beleids- en debattruc. In mijn toenmalige baan bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten was ik betrokken bij de decentralisatie van de jeugdzorg. Een ingewikkelde operatie met wat mij betreft een goed einddoel: zorg en hulp aan kinderen dichter bij gemeenten en gemeenschappen neerleggen. Ik maakte toen vaak mee dat wethouders die kritiek kregen op de invulling door gemeenten van de taken ná de decentralisatie, een karikatuur maakten van de situatie voor 2015. Een wethouder vergeleek het met een oude, kapotte auto, die gemeenten aan de praat moesten krijgen. Een kinder- en jeugdpsychiater die daar ook aanwezig was, en al tientallen jaren in dat veld werkzaam was, sprak daar terecht zijn verontwaardiging over uit. Het viel me toen ook op dat er nauwelijks goed studie was gemaakt van het oude stelsel en op welke dilemma’s het antwoord had willen geven. Het gevolg van beperkte interesse in het verleden is dat er steeds nieuwe antwoorden gezocht worden op vraagstukken die nieuw lijken, maar al heel oud zijn. 11 Accepteer daarom als politicus niet op voorhand dat oplossingen uit het verleden niet meer zouden kunnen werken. Reeds bestaande oplossingen hebben zich vaak beter bewezen dan nieuwe plannen en proefballonnetjes.
Non-Conformisten Gezocht
Tot slot. De in de jaren zestig ingezette veranderingen getuigden aanvankelijk van non-conformisme. De bestaande orde, waarin christelijke waarden een belangrijke plaats hadden, moest doorbroken worden. Maar, zo laat Kennedy zien, in de decennia daarvoor hadden de leiders van ons land zich al bekwaamd in het aanvoelen van de tekenen des tijds. Ze werden de wegbereiders van een nieuw conformisme en van een nieuw vooruitgangsgeloof. In het publieke denken is dat paradigma nog steeds dominant. Van SGP’ers vraagt dit een flinke dosis non-conformisme. Heb de moed het debat aan te gaan over achterliggende waarden, met een gezonde waardering voor het historische gegroeide.
Bronnen
1 Voor een andere heldere analyse van dit argument, zie Marin Terpstra, Omstreden moderniteit. Over de gemeenplaats ‘Dat is niet meer van deze tijd’, Nijmegen 2016.
2 James C. Kennedy, Nieuw Babylon in aanbouw. Nederland in de jaren zestig, Amsterdam 1995, 14
3 Kennedy, 16.
4 Kennedy, 61
5 Kennedy, 64
6 Zie Peter van Rooden, Religieuze regimes. Over godsdienst en maatschappij in Nederland, 1570-1990, Amsterdam 1996.
7 Kennedy, 161
8 Kennedy, 216
9 Martin Sommer, Zwevende politici: over de onderbouwing van twintig jaar radicale onderwijsvernieuwingen in: Frank Ankersmit en Leo Klinkers (red.) De tien plagen van de staat, Van Gennep 2008
10 Zie ook het nog immer actuele pleidooi van R.Bisschop en G. Leertouwer ‘Scholen, loop de kantjes eraf!’, Reformatorisch Dagblad, 4 december 2012
11 www.nji.nl/transformatie-jeugdhulp/ geschiedenis-jeugdstelsel
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 2023
Zicht | 96 Pagina's