Zicht Op De Bijbelse Boodschap

In een viertal hoofdstukken wordt achtereenvolgens ontvouwd: de boodschap van verzoening in het Oude Testament; de oproep tot bekering bij de profeten; hel en hemel in het onderwijs van de Heere Jezus; en het vierde evangelie (Johannes). Het zijn met name de eerste drie hoofdstukken die ons een spiegel voorhouden. Kijkend in de spiegel is de vraag of deze kernthema’s in de Heilige Schrift ook de kernthema’s zijn van ons eigen denken en van ons eigen doen en laten. Deze vraag is vooral urgent voor dienaren van het Woord: zijn de kernthema’s van de Schrift ook de kernthema’s van de prediking? Het is blijvend noodzakelijk om in elke situatie en in elke tijd in de spiegel van de Schrift te kijken om te zien hoe en waarin wij terug moeten naar de kernen van de Schrift.

Dr. De Vries is er goed in geslaagd om vanuit de Schrift deze kernthema’s grondig te bespreken. In het eerste hoofdstuk neemt hij de lezer mee naar het centrale thema verzoening. Verzoening is nodig omdat er verwijdering tussen God en mens heeft plaatsgevonden. Deze verwijdering is het gevolg van de zondeval en maakt het herstel van de verhouding tussen God en mens noodzakelijk. Dit is het kenmerkende van de godsdienst van Israël: de noodzaak en de mogelijkheid van verzoening tussen God en mens, tussen de Heere en Zijn volk (19). Zonder de dienst der verzoening kan het volk niet in de nabijheid van de HEERE verkeren (23). De oud-docent aan het Hersteld Hervormd Seminarie laat in dit eerste hoofdstuk prachtig de relatie tussen de dienst der verzoening in de tabernakel en het voormalige paradijs zien. Dit inzicht maakt het doel van de offerdienst duidelijk: ze beoogt de verbroken relatie tussen God en mens te herstellen (24-27).

Als docent wees dr. De Vries er op dat echte theologie geschiedt op basis van de grondtalen. In dit onlangs verschenen boek worden dan ook dezelfde Hebreeuwse woorden besproken als weleer in de collegebanken. Overigens houdt de schrijver daarbij goed rekening met lezers die het Hebreeuws niet machtig zijn. Terwijl diezelfde lezer toch iets proeft van de Hebreeuwse kernwoorden met betrekking tot het thema verzoening. Aan het einde van ieder hoofdstuk worden enkele lessen naar het nú getrokken. Zo benadrukt de auteur in dit eerste hoofdstuk dat het werk van Christus verstaan moet worden tegen de achtergrond van de oudtestamentische dienst der verzoening (46,47).

Het tweede hoofdstuk behandelt de oproep tot bekering bij de oudtestamentische profeten. Hoe centraal deze oproep is, werd me opnieuw verrassend duidelijk. Enerzijds is de uiteenzetting van de centrale plaats van ‘bekering’ tot bevestiging van de Schriftuurlijk-bevindelijke prediking, anderzijds geeft het opnieuw de blijvende urgentie van de oproep tot bekering aan. De profeten riepen immers voortdurend het volk terug naar de wet van God en gaven herhaaldelijk aan dat de offerdienst niet vanuit zichzelf tot zegen is. Er dient ook daadwerkelijk bekering plaats te vinden (42). Op basis van de wet van God onderscheiden de profeten onder Israël nadrukkelijk het verschil tussen de rechtvaardigen enerzijds en de goddelozen anderzijds (61,62). De rechtvaardigen wordt aangezegd dat het hen wel zal gaan, terwijl de goddelozen voorgehouden wordt dat het hen kwalijk zal vergaan (Jes. 3:10,11). Het verdere van het hoofdstuk wordt gewijd aan de bespreking van iedere profeet afzonderlijk. De auteur geeft steeds min of meer een kort overzicht van de inhoud en daarbij wordt specifiek gelet op het thema bekering in ieder profetenboek.

Het derde hoofdstuk handelt over de prediking van de twee wegen door de Heere Jezus. Het sluit goed aan bij het voorgaande. Nadrukkelijk komt naar voren dat zonder verzoening en bekering mensen de brede weg bewandelen. De smalle weg wordt uitsluitend door hen bewandeld die niet alleen geloven met God verzoend te zijn, maar dit ook in de praktijk richting hun naaste tonen (173). Treffend merkt De Vries op dat sommigen wel zeggen met de ogen van de Heere Jezus om zich heen te kijken, maar op het punt van de twee wegen toch een heel andere weg gaan dan de Heiland voor ogen stond (151). Het onderwijs van de Zaligmaker Zelf ging nadrukkelijk over tweeërlei mensen met tweeërlei eindbestemming. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de vele gelijkenissen van de Heiland waarin twee personen of twee groepen voorkomen: de wijze en de dwaze bouwer (Mat. 7:24-27), onkruid en tarwe (Mat. 13:24-30), een gehoorzame en een ongehoorzame zoon (Mat. 21:28-32), wijze en dwaze maagden (Mat. 25:1-13), een farizeeër en een tollenaar (Luk. 18:9-14), enz. (163). De prediking van de twee wegen – ook aan de christelijke gemeente – is van cruciaal belang. Anders verliest de dood van Christus aan het kruis betekenis (155). Aan de hand van de prediking van Christus wordt in duidelijke bewoordingen de situatie in de hel getekend. De eeuwigheid van de rampzaligheid wordt eerlijk en aangrijpend verwoord. Tevens wordt gezocht naar woorden om de eeuwige heerlijkheid te omschrijven. Volgens onze collega kunnen we het volgende leren: ‘Allereerst dat geen vreugde zo groot is dan de vreugde om de eeuwige heerlijkheid binnen te gaan en niets zo ontzagwekkend als voor eeuwig rampzalig te zijn’ (196).

Het vierde en laatste hoofdstuk gaat over het (taal) eigene van het evangelie naar de beschrijving van Johannes. Met name het onderscheid met de andere drie evangelisten komt aan bod, evenals de onschatbare waarde van dit evangelie voor de theologie.

Onze oud-docent heeft met dit boek opnieuw iets van zijn kennis en kunde gedeeld. Hij heeft het op zodanige wijze gedaan dat niet alleen de academicus, maar ook de theologisch geïnteresseerde lezer de inhoud kan volgen. De onderwerpen liggen de schrijver. In het boek wordt ook aangegeven dat het uitwerkingen zijn van colleges aan het Hersteld Hervormd Seminarie, dan wel van een lezing of artikel in ander verband. Soms is het wel wat zoeken naar de lijn van het betoog en lijkt het snel geschreven te zijn. Een toegevoegde inhoudsopgave met daarbij de sub paragrafen zou behulpzaam geweest zijn. Dit neemt niet weg dat het boek een schat aan informatie biedt en bovenal de kernzaken van de Schrift en van het christelijk leven nadrukkelijk naar voren brengt. De Heere zegene ook dit boek in het midden van de kerk.

Dr. P. de Vries, Zicht op de Bijbelse boodschap; bijdragen over de boodschap van het Oude en Nieuwe Testament (Kampen: Brevier, 2021), 280 pp. € 24,99 (EAN: 9789492433855)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen