Antisemitisme is Antichristelijk
Als Ruth de Moabitische belijdenis doet, dan valt het op dat ze eerst belijdt: ‘Uw volk is mijn volk’, om daarna te belijden: ‘en uw God mijn God’ (Ruth 1:16b). Buiten Israël om was het voor haar blijkbaar niet mogelijk om te geloven in de God van Israël. En laten we dan niet denken dat dit alleen iets was van het oude verbond, want als wij het Nieuwe Testament lezen, dan bevestigt Paulus dit ook in Romeinen 11, als hij ons leert dat gelovigen uit de heidenen, als vreemde takken, ingeënt worden in de edele olijfboom en dat er daarom voor ons heidenen niets te roemen valt, want wij dragen de wortel niet, maar de wortel draagt ons (Rom. 11:18). Met andere woorden, als wij Israël vergeten, dan vergeten wij niet alleen onze oudste broeder, maar we zagen ook de tak af waarop we zelf zitten, want de zaligheid is uit de Joden.
Ruth deed belijdenis en haar belijdenis bestond niet alleen uit woorden, maar kreeg ook handen en voeten. De liefde van Ruth voor Naomi was groot en heeft ons vandaag zoveel te zeggen! Naomi was in tien jaar tijd door een zeer diep dal gegaan en het had haar leven getekend. Toen ze terugkwam noemde ze zichzelf Mara, want zo zei ze: de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan. Alles veranderde echter toen Ruth thuiskwam van de akker van Boaz, overladen met gunstbewijzen van Boaz! Die avond gingen de ogen van Naomi open voor hem die haar nabestaande was en kreeg ze grote en goede gedachten van Boaz. Ruth mocht een middel zijn in Gods hand, om de ogen van Naomi te openen voor Boaz! Is dat misschien wat Paulus bedoelde toen hij schreef over Joden die tot jaloersheid verwekt zullen worden? Lijken wij op Ruth? Heeft het Joodse volk aan ons al kunnen zien, hoe goed het is om te delen in de genade en de heerlijkheid van de meerdere Boaz, onze Heere Jezus Christus?
In onze dagen hebben we behoefte aan christenen die lijken op Ruth, christenen die de meerdere Boaz van harte liefhebben en die Naomi vandaag laten zien hoe goed de meerdere Boaz is, haar familielid. Ik denk aan een ontmoeting van een paar jaar geleden, dichtbij Jeruzalem. Wij gingen in gesprek met een rabbijn en hij zei tegen mij en nog een aantal andere broeders: ‘die Jezus, die jullie belijden als jullie Verlosser, is mijn familie.’
Ruth is vandaag een voorbeeld voor ons als het gaat om haar onvoorwaardelijke liefde tot het volk uit Abraham gesproten. Het volk waarvan God gezegd heeft: het is Mijn oogappel (Deut. 32:10). Israël zou zich vandaag ook Mara kunnen noemen, zeker na 7 oktober vorig jaar. Het land verkeert nog steeds in shock en als we dan vernemen dat het aantal antisemitische incidenten in Europa sinds die zwarte sabbat verviervoudigd is, dan moeten bij ons toch zeker alle alarmbellen rinkelen. Het is ontoelaatbaar dat er openlijk op straat opgeroepen wordt tot vernietiging van de staat Israël. Het is ontoelaatbaar als er opgeroepen wordt om wereldwijd Joden te vermoorden en zelfs opnieuw ovens te bouwen. Het is ontoelaatbaar als Joden in Amsterdam niet meer over straat durven te lopen. Het is dan ook meer dan noodzakelijk om als kerk onze stem te laten horen tegen alles wat ook maar naar antisemitisme riekt. Antisemitisme is ten diepste antichristelijk, want buiten Naomi en haar volk om, zou er helemaal geen Zaligmaker voor ons, heidenen, zijn. Antisemitisme is ten diepste vijandschap tegen de God van Israël. Antisemitisme is antichristelijk, want ook Jezus is als Jood geboren uit een Joodse vrouw.
Vanuit de laatste vergadering van onze generale synode is erop aangedrongen om op te staan tegen antisemitisme en wij willen dan ook als commissie Israël een duidelijk geluid laten horen tegen het antisemitisme dat in onze tijd zo hevig de kop opsteekt. We willen oproepen tot gebed, maar ook kerkenraden aanmoedigen om ook de plaatselijke overheid op haar verantwoordelijkheid te wijzen en wij willen daarbij helpen. We kunnen en mogen niet wegkijken als we horen van bedreiging, mishandeling, uitsluiting en brandstichting. Nog steeds is het waar en het blijft ook waar, wat God tegen Abraham gezegd heeft: ‘Ik zal zegenen die u zegenen en vervloeken die u vloekt’ (Gen. 12:3).
Via de kerkenraden en de contactpersonen zullen we als commissie suggesties doen en voorbeeldbrieven verspreiden die u kunt gebruiken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 2024
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 2024
Zicht op de kerk | 32 Pagina's