Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat ons bond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat ons bond

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van de afkomst van deze Nederlands Hervormde kerk en ook van de wortels van de Bond in deze kerk wilden wij iets zeggen

Bij het vijfenzeventig jarig bestaan van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk is het, dunkt me, goed om dankbaar te gedenken de zegeningen Gods, ons in die jaren beiden in deze kerk en in deze kerkelijke vereniging geschonken. Het is dunkt me goed, om hopend op Gods trouwe bemoeienissen, de blik ook naar de toekomst te slaan, èn voor deze kerk èn voor deze kerkelijke vereniging. Wij zijn ons natuurlijk bewust, dat de Nederlandse kerk niet de enige ter wereld is, en dat ook deze kerk in Nederland niet de enige is. Zoals wij ons ook degelijk bewust zijn, dat binnen deze kerkelijke vereniging niet de hele Hervormde kerk besloten is. Wel heeft deze kerk oude papieren, wel liggen in deze kerk authentieke stukken van belijden en van kerkordeningen.

Van de afkomst van deze Nederlands Hervormde kerk en ook van de wortels van de Bond in deze kerk wilden wij iets zeggen, om dan ook iets te zeggen van wat wij voor deze kerk (en dan ook bescheidenlijk daarin voor onze kerkelijke vereniging) hopen voor de toekomst. Want wie 'kerk' zegt mag altijd hopen, want de kerk heeft altijd toekomst - toekomst voor de eeuwigheid en ook toekomst voor de tijd. Alleen als de kerk haar kerk-zijn verliest (denk aan de zeven gemeenten van Klein-Azië), dan verliest ze haar toekomst èn voor de eeuwigheid, èn voor de tijd. Kerk zijn is een hoge gave maar ook een verantwoordelijke opgave! De kerk in Nederland en in haar de Nederlands Hervormde kerk heeft afkomst. Deze begint niet bij de Reformatie - bij de hèr-vorming. Het woord zegt het al. Voor het eind van de 16e eeuw was er al lang een kerk de kerk. Schoorvoetend, meest door de Zuidelijke Nederlanden (België) heen, brak de Reformatie door. In de Middeleeuwen was er wel een kerk, een langzaam verroomsende kerk. Heel oude kerken, gebouwd op de fundamenten van heidense heiligdommen, vindt u in tal van plaatsen: Elst in de Betuwe, Doornspijk, Westervoort, Aalburg, Hoornaar o.a. De Mariaverering is niet van zo heel vroege tijd. Het monnikendom kwam eerst op in de elfde eeuw. Kerken, die ik noemde, stamden al van 1000 a 1100. In de zesde eeuw lezen wij al van een christin, die om des geloofs wil verbrand werd. In 400 (de tijd van Augustinus) riep Constantijn het Christendom tot Staatsgodsdienst uit. Hij vestigde zijn troon in het niet ver gelegen Trier (waar de troonzaal nog heden de enige Protestantse kerk is). Redenen voor mij om aan te nemen, dat in deze Noordelijke landen al vroeg een Apostolische kerk was. In plm. 800 liet Karel de Grote in deze landen op de scholen leren: de Wet, de twaalf geloofsartikelen, het Onze Vader. Summier begin, als een mostaardzaad. Dan ook zullen onder de Romeinse Legioensoldaten (die hier tot 400 bleven!) zekerlijk christenvoeten gegaan moeten zijn op de Nederlandse bodem. Vandaar mijn veronderstelling, dat ver voor de Reformatie, eigenlijk al van de eerste eeuwen onzer jaartelling af, daar de eerste zwakke symptomen van een, van de Apostolische of christelijke kerk geweest moeten zijn. Ik zou zeggen: ls een mostaardzaad! De HEERE heeft hier al heel vroeg Zijn voetstappen gezet. Daar is de prachtige Middeleeuwse bouwkunst wel een schoon bewijs van. Daar was dus wel degelijk een kerk, die in de 16e eeuw tot Reformatie kwam en kón komen. Reformatie - dat is terugkeer naar de leer der Apostelen, naar de bijbel, naar de bijbelse begrippen. De kerk is een zaak door de eeuwen heen, de kerk is een historische zaak. Jezus is een koning. Die nooit zonder onderdanen zal zijn. Hij is de koning der eeuwen. Hij liet de kerk van het Oude Verbond niet los. Geen profeet scheidde van de kerk en dat deed de Heere Zelf evenmin, noch Zijn discipelen onder het Nieuwe Verbond. De Geest werd daar verwacht en uitgestort. Paulus werd naar Hand. 17 : 20 in een vertrekking van zinnen, geroepen tot het Apostelschap, toen hij was in Jeruzalem, in de tempel. Zodat onze kerkopvatting is en wil Zijn een historische. Wij kunnen niet los komen van de historie der kerk, van de wording der kerk, van de gegevenheden der kerk. En wij verwachten, naar Zijn belofte, wat voor de kerk, die Hij door de eeuwen deed groeien. Onze kijk op de historie der kerk bepaalt mede onze hoop, onze verwachting vóór de kerk. Zij is voor ons: 'des Heeren'. Wij willen graag vóór andere kerken wat goeds denken, en van die wat goeds denken, maar kunnen nooit loskomen van deze historische banden.

En zo komen wij vanzelf tot de wortels der kerk. De kerk moge geloofsartikel zijn, ook als instituut, als instelling Gods, maar dat hangt wel af van haar geloof, van haar geloofsinhoud en van haar geloofsbeoefening. Een kerk, die geen of geen goede geloofsinhoud heeft, is geen kerk. En een kerk, die wel een goede geloofsinhoud heeft, maar haar niet beoefent, haar negeert, is de naam 'kerk' onwaardig. Nu heeft de Nederlands Hervormde kerk de drieënige God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest tot haar enige en hoge geloofsobject: Hij is haar Stichter, Hij is haar Onderhouder, Hij is het hoge voorwerp van haar geloof, van haar hoop, van haar liefde. Hij is haar lof. De kerk heeft als kenbron de Zelfopenbaring Gods, in Christus, door de Heilige Geest in de Heilige Schrift, in Gods heilig en onfeilbaar Woord. De kerk gelooft in Hem door en naar de Schriften, ofschoon er ook een algemene openbaring is in de natuur en in de geschiedenis. Van dit ontwijfelbaar geloof, uit en naar de Schriften, is te allen tijde belijdenis gedaan, in haar aanbidding, in haar toegewende leven, in haar Hem gewijde hart en leven. Het geloof heeft altijd behoefte getoond uitdrukking te geven aan wat zij van Hem gelooft, ten eerste voor Hem en Zijn engelen, dan ook voor Zijn wereld, in de kerk en voor de kerk zelf, om mee te spreken, mee te getuigen in het choor der gelovigen. Het geloof wil in de lof des Heeren en in de aanbidding en in het getuigenis niet achterblijven: 'Dit zijt Gij voor mij, dit is Hij voor mij!' Dat is de naar binnen gekeerde zijde van het belijden; naar God en naar Zijn heiligen, naar God en naar Zijn gemeente. Maar dit belijden heeft ook een naar buiten gekeerde zijde. Het is een afwerend getuigenis tegen den Boze, maar ook een verdedigend, een nodigend, een winnend belijden tegen degenen, die buiten zijn. En daar hebt ge dan het getuigenis des geloofs, dat haar gestalte gevonden heeft in de 'belijdenis' der kerk. Ze is vanouds vastgelegd in de oud-christelijke belijdenissen der kerkvaders, daarna door Reformatoren en zo is ze overgenomen door de kerk, als haar regel des geloofs, als haar spreekregel, als haar leefregel. En in die rij van hen, die dit geloof ontvingen, die dat geloof mede deelachtig werden, en die daarvan mede getuigenis willen geven, die daaraan hun volle geloof willen geven, die daarop hun enige hoop willen stellen en hun liefde willen wijden, begeren ook wij ons te stellen. Dit geloof is de band, die ons bond; aan die God, aan deze kerk, aan deze belijdenis.

Op een vergadering met de synode, sloeg onze goede professor Severijn met zijn vuist op zijn borst, als hij zeide: 'Dat voelen en gevoelen, wij hier'.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 1981

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Wat ons bond

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 1981

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's