Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerknieuws

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerknieuws

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

BEROEPEN TE:
Genderen: A. Prins te Werkhoven
Vriezenveen: M. Zoetewey te Berkel en Rodenrijs
Linschoten: R.H. Kieskamp te Leerdam
Hillegersberg (part-time): kand. E.H. Zoomers te Zoetermeer

AANGENOMEN NAAR:
Everdingen: kand. W. Groenenboom te Capelle aan den IJssel
Ochten: A. den Besten te Kamperveen
Gen. Syn. Marinepred.: H. Poot te Nw. Stadkanaal
Arnhem: H.J. Ruis te Utrecht
Raalte: H. Bouesma te Bergum
Koudekerke: B. de Haan te Den Helder
Zeist: T. Woltinge te Goor

BEDANKT VOOR:
Kootwijk-Kootwijkerbroek: B.J. van Vreeswijk te Ridderkerk
Wezep: P.J. den Admirant te Kampen

AFSCHEID VAN DS. G.C. DE JONG VAN ZOETERMEER
Na de gemeente Zoetermeer ruim vijf en een halfjaar te hebben gediend, nam ds. G.C. de Jong op zondag 25 maart afscheid van de hervormde gemeente van Zoetermeer wegens zijn vertrek naar Sliedrecht. Als tekst voor de afscheidsdienst had ds. De Jong gekozen Johannes 19:5b: En Pilatus zei tot hen: ziet, de Mens!'
'Stadhouder Pilatus heeft het er maar moeilijk mee. Hij weet zich er geen raad mee: Jezus is bij hem gebracht. Pilatus is er op deze vrijdag voor uit zijn bed gehaald. Al gauw wordt hem duidelijk, dat men wil dat Jezus zo snel mogelijk gedood wordt. Maar Pilatus aarzelt: wat moet hij met die Mens?! Het is voor hem een volkomen onbekende, maar zomaar een doodvonnis...?
Pilatus laat Jezus bij zich brengen voor een verhoor. 'Wat hebt Gij gedaan?' Pilatus zit ermee. Hij zit klem. Hij voelt wel aan dat Jezus onschuldig is. Maar Pilatus moet kiezen: ingaan op de eis van de joden, om hen te vriend te houden, òf handelen volgens zijn opdracht, namelijk: recht spreken. Dàn kan hij deze onschuldige Mens niet ter dood veroordelen. Hij moet kiezen: Jezus vrij, of het volk zijn zin geven. Maar Pilatus wil niet kiezen.
Ik heb u steeds voor de keuze geplaatst: voor of tegen Jezus. Het ging mij in de prediking altijd weer om Jezus alleen. Wat hebt u daarmee gedaan? Kwam u tot de goede keuze? En is die keuze bevestigd in uw leven? Dan komt God daarvan de eer toe! Of hebt u Jezus nog altijd buiten uw leven gehouden? Weet, dat er buiten Christus geen leven is!
Deze houding van Pilatus, die halfslachtigheid, is dat ons leven? Wringen wij ons in allerlei bochten om geen keuze te hoeven doen? Want kies je tegen Jezus, dan krijg je last van je geweten, en kies je voor Hem, dan moet je jezelf prijsgeven. We plegen geen uiterlijk verzet, maar ons helemaal uitleveren? Nee! Maar dan tekenen we ons eigen bankroet! Dan zijn we noch koud, noch heet, en dan zal Hij ons uit Zijn mond spuwen!
Pilatus' houding is halfslachtig. Hij probeert het met Barabbas... maar dat lukt niet. Dan probeert hij het medelijden van de schare op te wekken. Hij laat Jezus geselen en bespotten. Dan komt Pilatus weer, en hij zegt: 'Ik vind in Hem geen schuld.' Daarna komt Jezus uit. Hij komt; daaruit spreekt Zijn koninklijke kracht. Zijn grote gewilligheid. En dan spreekt Pilatus de woorden uit onze tekst: 'Zie de Mens.' Ik stel me zo voor dat het op het plein doodstil is geworden. Aller ogen zijn gericht op Hem. Pilatus wijst naar Jezus, en doet dan een beroep op het erbarmen van de massa: 'Zullen we Hem maar loslaten, die Mens?'
In de woorden van Pilatus worden ons twee dingen getekend: ten eerste: wie wij zijn in onszelf, en ten tweede: wie Jezus wil zijn voor ons.
In de eerste plaats zien we wie wij zijn in onszelf. Wij zijn die geknakte, bespotte mens! Jezus staat daar in onze plaats, als Middelaar. In die Mens worden wij getekend, ten voeten uit. Hier staat alles in het rechte licht. Dan spatten al onze dromen als een zeepbel uit elkaar. Onze dromen over de mens, die presteert; die zoveel kan, regelt, bestuurt; de mens van vrede, gerechtigheid en liefde. Het zijn dromen! Maar daar staan wij, zoals we werkelijk zijn voor het aangezicht van God. Denken we dan toch nog iets te zijn? Dan zijn we stekeblind! Maar als de Heilige Geest ons de blinddoek van de ogen rukt, zien we Hem, en in Hem zien we onszelf. Dan is er geen houden meer aan!
Ziet u Hem? En in Hem uzelf? U vraagt: ben ik dat? Ja, dat zijn wij, mensen. Weggestoten van de top van eer, in de verlorenheid. Dit heb ik u gepredikt, opdat wij ons niet zouden verheffen. Wij hebben ons vervreemd van onze Schepper. Zie de Mens. Niet als een toeschouwer, maar als een verbrokene van hart. Hier moeten wij gekruisigd worden aan onze hoogmoed. Er is in eigen kracht geen behoud. Geen hulp en heil van ons uit. Eén van mijn leermeesters zei eens: 'Hier komt de duivel openbaar als duivel, in zijn briesende vijandschap; hier komt de mens openbaar als mens, in zijn dodelijke zonde; en hier komt God openbaar als God, in Zijn weergaloze liefde.'
Daarmee kom ik aan mijn tweede punt: wij zijn getekend wat Jezus voor ons wil zijn. Als de tweede Adam staat Hij hier, als Middelaar, in onze plaats. Vrijwillig. Hij is mens geworden, dat blijkt hier. Hij had geen straf verdiend, maar Hij laat Zich geselen en bespotten. Hij vangt de klappen op die wij verdiend hebben. Zo zal Hij ook onder het recht van God door gaan: vrijwillig, omdat Hij ons liefheeft. Hij zoekt u te behouden. Hij wil niet, dat er één verloren ga!
Ziet u Hem zo, met het oog des geloofs? Dragend de doornenkroon, omdat wij ons de kroon van het hoofd hebben gerukt? Dragend de spotmantel, opdat Hij u en mij zou omhangen met het kleed van de gerechtigheid? Met een gegeselde rug, waaruit het bloed stroomt? Dat bloed, dat reinigt van alle zonden. Hierin zien wij Zijn weergaloze liefde; dit geeft ons troost.
Ik heb u Jezus niet gepredikt met de gezindheid van Pilatus, om medelijden op te wekken. Maar ik heb Hem gepredikt opdat u zich gewonnen zou geven. Als de Verlosser en Zaligmaker. Opdat u zou ontdekken: uit mij geen goed in der eeuwigheid. En opdat u in Hem uw heil zou vinden. Want deze Mens is ook, ja in de eerste plaats, waarachtig en eeuwig God.
Er zou heel wat te vertellen zijn vanuit de afgelopen periode. Maar dat doe ik niet. Eén ding is echter zeker: ik heb altijd bedoeld u Christus aan het hart te leggen. Daarom ook deze tekst voor de afscheidsdienst. Ik heb de Kruisbanier mogen opheffen. Zie op Hem! Door Woord en Geest ziet Hij ons aan. Zie Hem, met het oog des geloofs, en leef! Hij is het waard. En voor wie op Hem zien, is er hoop! De toekomst van de Koning wenkt.
Rampzalig is, wie aan Hem voorbij gaat. Maar zalig, als u op Hem ziet, en vraagt: Mag ik bij U zijn?' Hij antwoordt: Ja, Mijn kind!' Uit Hem stroomt het bloed van verzoening, van mededogen. Wie voor Hem neervalt, weet gewis: Niets zal ons kunnen scheiden van Zijn liefde. Lof zij deze Christus.'
Ds. en mevrouw De Jong en hun kinderen werden toegesproken door ouderling A. de Roon, ds. P.C. Pettinga, ds. A. van Vuuren en ouderling J. den Hertog. De gemeente zong hen toe Psalm 122 : 3.

INTREDE DS. N.P.J. KLEIBERG TE VEENENDAAL-OOST
Woensdag 28 maart werd ds. Kleiberg, gekomen van Oude Tonge, in de Veenendaalse Vredeskerk bevestigd door zijn collega, maar bovenal vriend, ds. A.F. Kaars van Papendrecht. De vakaturetijd van 9 maanden kwam daarmee ten einde en het was dan ook een zaak van grote vreugde en dankbaarheid voor Veenendaal in het algemeen en wijk III in het bijzonder.
Ds. Kaars bepaalde zijn gehoor bij Mattheüs 26 : 63 en 64a, waarbij de klemtoon vooral werd gelegd bij de eerste woorden: 'Doch Jezus zweeg stil.' Jezus zweeg stil op de valse beschuldiging opdat anderen het profetisch ambt konden opnemen doordat de grote Hogepriester het hier op aarde aflegde. De mens verweert zich tegen allerlei beschuldigingen en/of tracht zijn zonden te verkleinen, ook en vooral wanneer de beschuldiging terecht is. Maar de Borg en Zaligmaker, Die alles, weet, alles doorziet en alles weerleggen kan, zweeg op de bewust verkeerd geïnterpreteerde aanklacht.
Deze zeer aansprekende Woordverkondiging had een bijzonder aandachtig gehoor en na het krachtig gegeven antwoord 'ja ik, van ganser harte' mocht Veenendaal een nieuwe herder en leraar ontvangen. Het door de gemeente toegezongen gebed: 'gedenk aan 't Woord, gesproken tot Uw knecht, waarop Gij hem verwachting hebt gegeven', kwam uit het hart en liet reeds iets horen van de verbondenheid van predikant en gemeente.
's Avonds deed ds. Kleiberg intrede in de Oude Kerk. Het oude, stijlvolle bedehuis was geheel gevuld toen ds. Kleiberg na het votum de aanvangspsalm liet zingen: prijs de Naam van onze God. Machtig klonk deze lofpsalm uit de mond van zovelen in een ruimte waar reeds eeuwenlang Gods volk vergaderd wordt. Als tekst noemde ds. Kleiberg het vervolg van de bevestigingsdienst en wel Mattheüs 26 : 65. Toen verscheurde de hogepriester zijn klederen. Een hogepriester beschuldigt de Hogepriester en de 3 aandachtspunten zijn dan: 1. een verscheurd gewaad, 2. een geveinsd gelaat en 3. een Goddelijke daad. Een hogepriester mocht zijn klederen niet scheuren (Leviticus 21), maar hoewel dit wetende overtrad Kajafas dit gebod om ermee aan te tonen hoezeer hij geschokt was door het antwoord van Jezus: 'Gij hebt het gezegd'. Evenwel, het zijn krokodilletranen en er is geen sprake van werkelijke smart. Een waarschuwing voor ons, daar de Heere het hart aanziet. En God zegt: 'Scheurt uw hart en niet uw klederen', maar dat was onbekend terrein voor Kajafas. Het gelaat mocht dan naar buiten verontwaardiging laten zien, het was geen hartezaak. En toch, hoewel door de hogepriester zelf niet begrepen, het was een Goddelijke daad, daar ermee werd aangetoond dat we een aardse hogepriester niet nodig hebben, maar slechts de grote Hogepriester, eeuwig in de hemelen. Even later scheurde ook het voorhangsel van de tempel en wel van boven naar beneden als tweede teken dat het nieuwe verbond daar is, verworven door Hem, wiens bloedstorting van betere dingen spreekt. Na de prediking sprak ds. Kleiberg woorden van dank, allereerst tot zijn vriend van voor lange tijd, ds. Kaars, die hem bevestigde. Verder tot burgerlijke en kerkelijke overheden en afgevaardigden van vele kerkgenootschappen, verenigingen, kerkeraden van andere wijkgemeenten, organisaties en kerkvoogdij. Kern van prediking en dankwoord was de belijdenis: ik begeer onder u niets anders te weten dan Jezus Christus en Die gekruisigd.
Namens classis, breed ministerie van de Ring en Centrale Kerkeraad sprak dr. J. Hoek de nieuwe predikant van Veenendaal hartelijk toe, de toezegging doende hem alle steun te zullen verlenen, hopende samen te mogen werken vanuit Gods Woord.
Dienstdoende ouderling A. v.d. Hoef verwelkomde ds. Kleiberg namens wijkkerkeraad en wijkgemeente. Hij liet uitkomen dat het niet slechts een zaak van vreugde is een predikant te mogen ontvangen, maar vooral een dringende noodzaak. Er is — zoals welhaast overal — een ontstellend gebrek aan kennis en Gods Woord houdt ons voor: Mijn volk gaat verloren, omdat het geen kennis heeft. Op zijn verzoek zong de gemeente haar nieuwe herder en leraar de zegenbede uit ps. 134 staande toe, een bede die duidelijk met overgave werd gezongen.
Na de beide sprekers bedankt te hebben voor hun goede woorden was er de gelegenheid ds. Kleiberg en mevrouw de hand te drukken als teken dat men zich verbonden wist met deze prediker en met de stille of uitgesproken wens: God zegene u en stelle u tot een zegen.

KERKBALANS 90: STIJGING 0,71%
Dit jaar deden 969 hervormde gemeenten mee aan de jaarlijkse actie Kerkbalans. Dat is 70% van het aantal gemeenten, maar zij omvatten samen wel 80% van de hervormden. Twee van de drie gemeenten rapporteerden hun voorlopige resultaten: zoals gebruikelijk een nogal grillig beeld. 60% meldde een stijging van gemiddeld 3,87%, bij 37% was er sprake van een daling van gemiddeld 2,71%, terwijl de overige 4% eenzelfde bedrag aan toezeggingen noteerde als het jaar daarvoor. Met enige voorzichtigheid kan worden geconcludeerd tot een gemiddelde stijging van 0,71%, een percentage dat natuurlijk wel moet worden gezien tegen de achtergrond van de jaarlijkse inflatie van 1,5 tot 2%. Deze cijfers meldde drs. W.H. den Ouden, secretaris van de hervormde commissie Geldwerving, tijdens de vergadering van de generale synode op 15 maart in Doorn. Kerkbalans 90, de 19e keer dat Kerkbalans werd gehouden, was overigens de laatste geldwervingsactie waarvoor drs. Den Ouden medeverantwoordelijkheid droeg. In verband met hun leeftijd treden zowel secretaris drs. Den Ouden als voorzitter ds. J.A.G. van Zanten terug. De nieuwe voorzitter wordt ds. H.J.J. Radstake te Soest, en als secretaris treedt aan ds. H.A. van Til te Rotterdam-Kralingen, die eerder onder meer verantwoordelijk was voor de geldwerving bij het Nederlands Bijbelgenootschap. Beide heren waren ook ter kennismaking op de synodevergadering aanwezig.

Fluctuaties
Nadere bestudering van de stijgende en dalende gemeenten brengt overigens aan het licht, dat beslist niet elk jaar dezelfde gemeenten tot de categorie 'plus' dan wel 'min' behoren, zo lichtte drs. Den Ouden toe. Een langdurige vacature blijkt soms de financiële resultaten van een overigens goedlopende gemeente plotseling negatief te beïnvloeden, evenals 'kwesties' binnen een gemeente. Wisseling van beleidsbepalende mensen, die er weer eens fris tegen aan gaan, heeft grote invloed, ook en vooral in positieve zin; zo waren er 34 gemeenten, die 10 tot zelfs 20% stijging in toezegging konden melden.

Beleidsplan
In alle nuchterheid moeten wij vaststellen dat het aantal leden van de kerken ieder jaar kleiner wordt. Tegen deze achtergrond is het verheugend dat niettemin de opbrengst, zij het langzaam, blijft stijgen: minder mensen geven toch samen meer geld, aldus drs. Den Ouden. Het is gezien deze ontwikkeling van groot belang dat gemeenten een beleidsplan maken: hoe willen wij gemeente zijn in het jaar 2000? Daarbij moet vooral kritisch worden gekeken naar het aantal kerkgebouwen. De hervormden hebben op 2,6 miljoen zielen 2000 kerkgebouwen, de rooms-katholieken hebben er op 5,5 miljoen zielen 1800, dat is resp. 1 op 1300 en 1 op 2900. Wij moeten niet een defensief be­leid voeren, dat zuchtend en kreunend achter de ontwikkelingen aanloopt, maar een offensief beleid, dat tijdig op de ontwikkelingen inspeelt, aldus drs. Den Ouden.
(Hervormd Persbureau)

TOCH PAASBRIEF VAN HERVORMD SYNODEBESTUUR NAAR GEMEENTEN
We belijden de opstanding van Christus als het hart van het evangelie, willen we niet iets anders van het christelijk geloof maken dan we uit de overlevering van de apostelen kennen, schrijft het bestuur van de hervormde synode in zijn alsnog gereed gekomen Paasbrief aan de gemeenten.
Het synodebestuur (moderamen) gaat in op de betekenis van het Paasfeest. Het stelt een bredere, pastorale handreiking in het vooruitzicht over de bijbelse gegevens over de opstanding en de vragen naar het spreken over de lichamelijkheid van de opstanding. De discussie over dit laatste werd vorig jaar aangezwengeld door de begin dit jaar overleden Leidse kerkelijk hoogleraar prof dr. F.O. van Gennep. De hervormde synode zal een concept voor deze pastorale handreiking, dat wordt opgesteld door haar Raad van zaken van Kerk en Theologie in een later stadium bespreken.

Vrolijk en vreemd
In de Paasbrief staat dat er geen vrolijker bericht is dan de Paasgroet 'De Heer is waarlijk opgestaan'. Het moderamen schrijft: 'Gods werk gaat door. Na de dood van Jezus houdt het evangelieverhaal niet op, maar volgt het getuigenis dat Hij leeft, dat alles wat Hij gezegd, gedaan en geleden heeft volop blijft gelden en zo ook nu nog van kracht is. In Hem is al onze verwachting gegrond. Alle leven leeft van Pasen. God wil leven, licht en liefde'.
Het synodebestuur staat ook stil bij de vreemdheid van het bericht, op de aanvechting die het met zich meebrengt. Maar het verhaal over de opstanding illustreert dat God een nieuw begin maakt, waar mensen aan het einde zijn van hun mogelijkheden en Gods werk buitensluiten, zo is uit de Paasbrief op te maken. In dit nieuwe begin mogen wij delen, zo schrijft het moderamen.

Diepe zin en grote rust
Toekomstgericht leven is mogelijk, doordat in de opstanding van Jezus het einde is opengebroken. 'De doodsnood is omgezet in barensnood. De liefde van God, die nimmermeer vergaat, zal ons vasthouden, ook als wij sterven. En als wij zo spreken over sterven met verwachting, kunnen we ook werkelijk spreken over leven met verwachting. Vanuit deze verwachting krijgt het leven diepe zin en grote rust en kunnen we met vaste hand onze verantwoordelijkheden op ons nemen', aldus het synodebestuur.
De inzet voor vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping krijgt diepe zin doordat deze wereld in Gods Koninkrijk toekomst heeft, stelt het synodebestuur. Dat geldt ook voor het bondgenoot zijn van armen en verdrukten, naasten zijn voor eenzamen; zieken steunen, en bedroefden bemoedigen. Dat motiveert de gemeente de leeromgeving te zijn waar jongeren geloof ervaren en perspectief vinden, aldus het hervormd moderamen.

Oriëntatie op Christus
Het wijst erop dat de verkondiging van de opstanding ons wil omvormen. 'De Heer die alle dingen nieuw maakt, wil ook ons nieuw maken. Daarna worden wij ook opgeroepen ons te oriënteren op Hem, die voor ons de weg is en de wegwijzer. (...) Wanneer we niet steeds weer de dingen zoeken die boven zijn, gaan we ons vanzelf aanpassen aan de huidige gang van zaken.'
Het moderamen verhult niet dat de oriëntatie op Christus leidt tot 'kruiservaring'. 'Het kruis is niet alleen een symbool van ons geloof, maar deel van het gelovige leven. Het kruis was voor Jezus de botsing tussen Hem die leefde door de Geest van God en hen die leefden in de vervreemding van God. Zodra wij ons oriënteren op de Heer, krijgen wij ook te maken met het kruis. Maar juist deze ervaring wijst ons op Hem, die in deze wereld is opgestaan en zo de wereld heeft gemaakt tot het toneel van Gods daden. (...) De Opgestane wekt de hoop in ons, dat het leven in de wereld zinvol is en in de navolging van Hem toekomst heeft.'
De Paasbrief is verstuurd aan kerkeraden en predikanten, met de vraag deze ter kennis te brengen van de gemeente.
(Hervormd Persbureau)

DRIE MAANDEN STUDIEVERLOF VOOR HERVORMDE PREDIKANTEN
De hervormde synode heeft unaniem haar goedkeuring gehecht aan kerkordewijzigingsvoorstellen, die voor elke predikant studieverlof mogelijk maken. Eens in de vijf jaar kan hij of zij drie maanden vrijgesteld worden van het dienstwerk om zich in een onderwerp naar keuze te verdiepen. Het studieverlof kan ook gespreid opgenomen worden, bijvoorbeeld wanneer de predikant een cursus Klinische Pastorale Vorming wil volgen. Na afloop van het studieverlof moet de predikant aan de kerkeraad verslag doen van het verloop van de studie. De algemene studieverlofregeling geldt niet voor hervormde predikanten die niet op een predikantsplaats staan (bijvoorbeeld in de krijgsmacht). Voor hen is van toepassing wat in hun eigen rechtspositieregeling over studieverlof staat.
De kerkordewijzigingsvoorstellen over het studieverlof zullen nu naar de classicale vergaderingen gaan. Wanneer hun overwegingen binnen zijn, brengt de Commissie voor Kerkordelijke Aangelegenheden er haar advies over uit. Met behulp daarvan kan de synode de definitieve tekst van het onderhavige kerkordeartikel, ordinantie 7-19-1, vaststellen. Tijdens deze tweede behandeling stemt de synode ook over de Generale Regeling, waarin de details van de studieverlofregeling staan. In het ontwerp voor de betreffende Generale Regeling wordt voorgesteld het breed moderamen van de Provinciale Kerkvergadering een coördinerende rol te laten spelen.

Geen inspecteur
Tijdens de behandeling van de voorstellen in eerste lezing kwam aan de orde dat sommige predikanten geen behoefte hebben aan studieverlof. Zij zullen niet gedwongen kunnen worden studieverlof op te nemen, evenmin als dat kan met vakantie, aldus ds. P. van den Heuvel, voorzitter van de commissie voor Kerkordelijke Aangelegenheden. 'Daarvoor komt er ook geen inspecteur langs', aldus de KOA-voorzitter. Hij zei stomverbaasd te zijn als hij predikanten hoort zeggen dat zij geen studieverlof nodig hebben.
Synodelid ds. C.L. de Rooij (classis IJzendijke) bleek bang te zijn voor oneigenlijk gebruik van het studieverlof. Hoe voorkom je dat een predikant tijdens het studieverlof pastoraat gaat bedrijven onder Nederlanders in een vakantiekolonie, was zijn vraag. Ds. Van den Heuvel zag niet meteen hoe dit te voorkomen is. Van sancties verwachtte hij weinig. Vraagtekens had hij bij de suggestie van synodeadviseur ds. L. Korevaar, praeses van het college van visitatoren-generaal, om de verslagen van de studieverloven centraal te verzamelen bij de Raad voor de zaken van Kerk en Theologie en de resultaten ten goede te laten komen aan de landelijke kerk.
(Hervormd Persbureau)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 april 1990

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Kerknieuws

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 april 1990

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's