Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

LUISTEREN NAAR WAT NIET GEZEGD WORDT - 3

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LUISTEREN NAAR WAT NIET GEZEGD WORDT - 3

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Schreef ik de vorige keer iets over de taak van de ouderlingen en met name over de aan hen gegeven opdracht om naarstig toe te zien op wat er verkondigd wordt, dit keer wil ik het hebben over de niet-ambtelijke kerkganger, die zich onder de prediking van het Woord zet om te horen wat van Godswege verkondigd wordt. Ik hoop, dat hij zich onder dat Woord gezet heeft met een biddend, heilbegerig hart en dat het hem inderdaad te doen is om een ontmoeting met de Heere in Diens Woord.

Aquila en Priscilla

Hand. 18 vertelt ons van een kerkdienst in Efeze. Er was een nieuwe prediker gekomen, die ze daar nog niet eerder gehoord hadden. Hij is van afkomst uit Alexandrië en op doorreis doet hij Efeze aan. Het kerkbestuur van Efeze geeft hem gelegenheid om in hun synagoge voor te gaan. Ze hebben gunstige berichten over hem gehoord en er lijkt niets op tegen om hem te laten preken. En zo bedient Apollos daar het Woord.

Het maakt diepe indruk. Alleen al de manier van spreken. Dat is nu wat je noemt een welsprekend man. Zijn woordkeus, zijn taalgebruik, zijn voorbeelden... hij boeit van begin tot eind. En dan ook nog zijn vurigheid. En het inzicht dat hij aan de dag legt. Alles maakt diepe indruk. De mensen lopen ermee weg. Geweldig!

Onder het gehoor van Apollos zitten twee mensen, die natuurlijk ook onder de indruk komen. Ook zij hebben respect voor deze prediker en voor wat hij zegt. Maar als Aquila en zijn vrouw Priscilla uit de synagoge weer thuis gekomen zijn en met elkaar nog eens spreken over het gehoorde, zegt de een tegen de ander: Maar heb jij eigenlijk ook niet wat gemist? Was er bij alles wat te waarderen is, ook niet een manco? Is hij in feite niet maar gebrekkig op de hoogte van ‘de weg des Heeren’? Aquila en zijn vrouw hebben geluisterd naar wat is gezegd, maar ze hebben ook gemerkt dat er dingen niet gezegd waren.

Dan zoeken ze contact met Apollos. Ze vragen vriendelijk of ze hem eens kunnen spreken. En als hij daarvoor gelegenheid geeft, vertellen Aquila en Priscilla hem wat ze in zijn boodschap gemist hebben. Het blijkt dat Apollos niet met opzet over die dingen gezwegen heeft. Niet moedwillig heeft hij een aantal zaken verborgen. Hij wist niet beter. Zijn kennis was nog maar beperkt. En hij laat zich dan ook graag nader onderrichten. Hij acht het niet beneden zijn waardigheid om naar die twee mensen te luisteren ook al nemen zij helemaal niet zo’n bijzondere positie in. Integendeel, deze ontmoeting is voor Apollos tot grote zegen geweest en mede dankzij dit nadere onderrricht is hij verder bekwaamd tot zijn taak in Christus’ kerk.

Nu, nog afgezien van de wijze waarop het echtpaar Aquila-Priscilla Apollos nader onderricht gaf en nog afgedacht van het feit, dat ze deze man niet op grond van één preek afgeschreven hebben, duidelijk is in ieder geval dat ze onder de prediking van Apollos ook geluisterd hebben naar wat niet werd gezegd. Gelukkig voor Apollos was het onkunde, waardoor hij over bepaalde zaken zweeg. Het was een onbewust zwijgen. Geen onwil. Geen moedwillig bepaalde zaken verbergen. Dat laatste zou veel erger geweest zijn. Maar dat het onkunde en geen onwil was bleek pas tijdens het gesprek met Aquila en Priscilla. Maar kan dat nu altijd gezegd worden? Dat staat niet bij voorbaat vast.

Alleen genade redt

Welnu, laten we eens nader ingaan op die zaken die gevaar lopen om in de prediking verzwegen te worden. En zulke zaken zijn er! Zaken, die we liever niet horen en daarom ook liever niet zeggen. Het Evangelie bevat immers elementen die ons niet in het gevlei komen en niet ‘naar de mens’ zijn. Niet naar onze smaak zijn. Welke zaken dat zijn?

We kunnen denken aan het feit, dat de mens dood is in misdaden en zonden en daardoor geheel onbekwaam tot enig goed, maar wel geneigd tot alle kwaad. We kunnen denken aan het aspect dat uit het zojuist genoemde voortvloeit, namelijk dat een mens wedergeboren moet worden en dat dit zonder uitzondering geldt van allen, ongeacht of ze wel of niet tot het genadeverbond behoren. We kunnen denken aan de soevereiniteit van God, die met Zijn schepselen doet wat Hem behaagt. Die soevereiniteit komt met name uit in het feit, dat God de God der verkiezing is, die vrijmachtig de een verkiest en de ander niet verkiest. We kunnen ook denken aan het aspect dat God de goddelozen rechtvaardigt en niet de godsdienstigen. Kortom, het Evangelie spreekt ons van dingen, die steeds weer en dat met alle klem benadrukken dat alleen Gods genade ons redden kan: Gods onverdiende gunst die Hij aan onwaardigen bewijst

Ligt hier niet juist wat we wel noemen de ‘ergernis’ van het Evangelie? Bedoelt Paulus dat ook niet als hij in Gal 1:11 schrijft, dat het Evangelie dat door hem verkondigd is, niet naar de mens is? Lag hier ook niet de reden waarom veel mensen niet meer met de Heere Jezus wandelden, omdat ze Zijn rede te hard vonden? (Joh. 6:60,66). Toen ze gingen begrijpen, dat alleen genade kan redden, hadden ze geen belangstelling meer voor de woorden van Jezus.

Het is reactie van afkeuring die de brengers van de boodschap in gevaar brengen bepaalde facetten van de boodschap te verzwijgen of op z’n minst niet zo te benadrukken als wel zou moeten gebeuren. En het is op deze punten dat de prediking vaak mank gaat en het Woord der waarheid niet recht snijdt. Hetgeen dan overigens zeer tot schade van het geestelijk leven der gemeente is. Op deze manier gaat een gemeente over een periode van een aantal jaren onkundig worden ten aanzien van verschillende zaken die de Heere toch nadrukkelijk heeft geopenbaard. En niet alleen wordt men onkundig, het gaat niet zelden ook zover, dat men geirriteerd raakt als de onbekende zaken een keer wel aan de orde gesteld worden. Ik zal met u een paar van de genoemde aspecten nagaan.

Verkiezing

God is soeverein. De Bijbel laat daar geen twijfel over bestaan. Die soevereiniteit komt uit in de wijze waarop de Heere alle dingen regeert. Maar terwijl mensen nog wel willen erkennen dat de Heere in de geschiedenis alle dingen doet naar Zijn wil, krijgen ze moeilijkheden als ze ontdekken dat God ook soeverein is in de wijze waarop Hij genade schenkt aan de een of onthoudt aan de ander. En dat, als God genade schenkt, Hij dat dan ook nog uitsluitend doet op grond van Zijn welbehagen, zonder ook maar enigermate in rekening te brengen wat de mens al of niet gepresteerd heeft. Heb ik dan helemaal geen inbreng? Komt er dan niets van mij in aanmerking? Deze gedachten zijn onverdragelijk. En daarom begint er iets in de mens te steigeren als hij deze dingen hoort. Hij wil het zo niet.

Soms wordt dan geprobeerd hier een oplossing voor te vinden die recht doet enerzijds aan wat de Bijbel zegt, maar die tegelijk ook nog iets van de mens heel laat. Dan wordt erkend, dat God inderdaad verkiest, maar dat die verkiezing toch samenhangt met de inspanningen van de mens. Of men laat de erkenning van Gods soevereiniteit in de verkiezing en verwerping samengaan met een houding van ogenschijnlijke onderwerping die in feite niets anders is dan een heimelijk blameren van God voor mijn ongeloof.

Het verzet dat door de leer van Gods verkiezing wordt opgeroepen leidt er dan niet zelden toe, dat de prediker er maar over gaat zwijgen. Hij wil zijn gehoor niet tegen zich opzetten. Wellicht heeft hij zelf dezelfde moeite met deze dingen als zijn gemeente. En dus hoort het volk er nooit meer over. Maar dat op deze wijze de boodschap onvolledig is en dat aan het genadekarakter van het heil geen recht wordt gedaan, wordt niet beseft. Dat op deze manier niet gezegd kan worden wat Paulus tot de ouderlingen van Efeze zei, (Hand. 20:26,27) namelijk dat hij niets had achtergehouden van al de raad Gods, wordt vergeten. Dat de prediker dan ook nooit kan denken, dat hij vrij is van het bloed van zijn hoorders, zal hem ook wel ontgaan. Maar ernstig is het wel. Dodelijk ernstig!

Het is dan ook zeer ingrijpend als bij eerlijk luisteren gezegd moet worden: Ik hoor niets van Gods verkiezend welbehagen. Een belangrijk stuk van de eer die God toekomt wordt Hem dan onthouden. Een belangrijk onderdeel van de leer des heils wordt de gemeente dan onthouden.

Maar dit is niet alles. Was het maar zo....

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 2002

Bewaar het pand | 8 Pagina's

LUISTEREN NAAR WAT NIET GEZEGD WORDT - 3

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 2002

Bewaar het pand | 8 Pagina's