Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In memoriam ds. J. Spaans 8 augustus 1930 - 12 oktober 2009

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In memoriam ds. J. Spaans 8 augustus 1930 - 12 oktober 2009

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de dankdag in Canada, 12 oktober, 2009, behaagde het de Heere thuis te halen Zijn kind en knecht ds. J. Spaans. Hij werd 79, bijna de leeftijd der zeer sterken. Hij mocht werken zo lang het dag was,maar nu is het voor hem eeuwig dankdag in de hemel.

Tijdens de grote malaise van de jaren dertig werd in een eenvoudig boerenhuisje op de prairie van Zuid Dakota een jongen geboren. Het was 8 augustus 1930. Vader en moeder Spaans gaven hem de naam John. Het gezin groeide uit tot één dochter en twaalf zonen. Doch hoewel de armoede groot was, hadden de kinderen een groot voorrecht, want beide ouders vreesden de Heere, en ze behoorden tot een kleine gemeente waar nochtans verschillende heldere en geoefende kinderen Gods gevonden werden. Alles was getekend door grote soberheid en een leven afgezonderd van de wereld. Maar de Heere werd in eenvoudigheid gevreesd en Gods knechten kwamen er gaarne. Vader Dick Spaans diende er jaren als ouderling. Op negentien jarige leeftijd verliet John het ouderlijk huis en ging naar Grand Rapids. Meerdere jongens deden dat in die tijd, want op het land was niet voor iedereen werk en in de stad wel.
Ook was er een grote gemeente in Grand Rapids, en misschien wel een toekomstige vrouw. Ongetwijfeld hebben de gebeden van vader en moeder Spaans hem vergezeld, dat hij bewaard mocht worden voor de zonde en dat het verblijf daar tot eeuwig heil mocht wezen, ook voor John. Er was namelijk een knecht door God naar Grand Rapids gestuurd. Dat was ds.W.C. Lamain.
En wat gebeurde? Nog maar kort nadat de jonge Spaans was aangekomen zette de Heere hem stil onder de bediening van die dominee uit Holland. Een pijl in eenvoudigheid geschoten trof doel.
Geen wonder dat hij zo hartelijk verbonden was aan die leraar.
Maar bovenal aan de waarheid die Gods knecht brengen mocht.
Het thuisblijven was weinig. Zelfs de Hollandse preken waren tot onderwijs, niet alleen in de tale Kanaäns maar ook de taal van het oude vaderland. Wie had kunnen bevroeden dat één van de laatste dingen die ds. Lamain ambtelijk mocht doen, het bevestigen was van Spaans in het ambt van herder en leraar?
Onder het bestuur des Heeren mocht hij een vrouw ontvangen op 21 jarige leeftijd. Samen kregen ze drie meisjes en twee jongens. In 1956 verhuisde hij terug naar Zuid Dakota, om in de buurt van Stickney te gaan boeren.
Vanaf 1965 mocht hij de gemeente van Corsica dienen als ouderling. De eerste jaren samen met zijn ouder wordende vader. Toen brak het jaar 1972 aan en een dochter verongelukte, met een broer en een meisje van die broer.
Zwaar was het leed en diep waren de wegen die God met hem hield.
Maar de Heere wilde hem onderwijzen en bracht hem onder God.
Het was ontroerend om hem dat te horen vertellen.
Zelf heb ik hem voor het eerst een paar maanden daarna ontmoet.
Toen we zijn huis op de boerderij binnenstapte, was één van de eerste dingen die hij me aanwees een klein zijkamertje. Dat was het kantoor van de Noord Amerikaanse zending. Dit werk had de liefde van zijn hart en vanaf 1966 tot zijn dood is hij lid geweest van dat deputaatschap. De laatste vergadering, die hij leidde, was van de zending.
De dienst in Gods Koninkrijk had hem ingewonnen. God riep tot het zaaien van Zijn Woord. Na veel strijd werd hij in 1980 aangenomen. Voor de tweedemaal verhuisde hij naar Grand Rapids, waar hij als vijftigjarige student de lessen ging volgen van ds. Lamain. Later kwam wijlen ds. A. Vergunst, en toen die stierf werd ds. A.M. den Boer zijn leermeester. Ook bleef ds. Lamain af en toe lesgeven. Drie jaar lang trok hij op met medestudent J. den Hoed.
In 1984 wees de Heere hem op Norwich: “Dit is de weg, wandelt in denzelven.” De gemeente en school zijn sterk uitgebreid, hoewel hemde strijd niet is gespaard.
Hij was gezegend met een ijzersterk gestel en zag tegen reizen niet op. In veel gemeenten, ook in Nederland, en tijdens reizen voor de zending in Nigeria, Haïti en Bolivia heeft hij het Woord Gods gesproken.Het zal niet ledig wederkeren. De landman uit Corsica moest uitgaan om te zaaien.
Het meest in Norwich. Bijna 25 jaren heeft hij daar gearbeid. De datum voor de herdenkingsdienst was al afgesproken voor 11 november. Maar de Heere bepaalde anders. Er was een rouwdienst op 15 oktober.
Aangrijpend was het om de bedroefde gemeente te zien, die in grote getale was opgekomen omdat hun geliefde knecht zou worden uitgedragen. Velen uit naburige gemeenten waren met ons, ja, sommigen kwamen uren reizen uit liefde tot de waarheid en achting voor Gods knecht. De meesten van de medebroeders konden aanwezig zijn, zelfs twee uit Holland. En dan was er een diep bedroefde familie. Maar het was geen droefheid als van degenen die geen hoop hebben. Het troostwoord is waar geworden, dat we samen in de rouwdienst mochten overdenken: “Hij zal ingaan in den vrede; zij zullen rusten op hun slaapsteden, een iegelijk die in zijn oprechtheid gewandeld heeft.”
Aangrijpend was ook het ogenblik toen de kist uit een zijgebouw van de kerk door zijn kleinzonen werd uitgedragen. Daar stond de weduwe, de familie, de herderloze kerkenraad, de broeders in de bediening, en langs de oprit van de kerk, langs de pastorie, naar weg toe stonden de gemeente leden, jong en oud. Langzaam reed de lijkwagen weg met het stoffelijk overschot van een geliefde herder en leraar.
Wanneer ik dit schrijf is het zaterdagmorgen 17 oktober. Dinsdag 20 oktober hopen we in Corsica te mogen zijn, waar ds. E.C. Adams de begrafenis zal leiden. Jarenlang is hij ouderling geweest bij ds. Spaans. Het is de eerste begrafenis in hun nieuwe kerkgebouw.
Daarop hopen we te gaan naar het kerkhof aan de rand van Corsica en hem te leggen op zijn slaapstede, bij zijn dochter, bij zijn ouders, bij zovelen van Gods kinderen.
Daar mag zijn lichaam rusten tot de jongste dag. Maar nu alreeds is het waar: “Zalig zijn de doden die in den Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid; en hun werken volgen met hen.”
De God aller genade en vertroosting gedenke de bedroefde weduwe met de familie; Hij schenke kracht in deze dagen. Hij zie neer op de herderloze gemeente en vervulle de ledige plaats ook in Gods kerk aan deze zijde van de oceaan. Ik mag wel zeggen dat het medeleven en mededragen uit Nederland ons allen goed heeft gedaan. Er wordt nog iets van de liefdesband ondervonden. Het is zo waar ds. Spaans schreef in de laatste meditatie die hij klaar maakte: Jozef leeft nog.

St. Catharines, ds. A.H. Verhoef

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2009

De Saambinder | 20 Pagina's

In memoriam ds. J. Spaans 8 augustus 1930 - 12 oktober 2009

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2009

De Saambinder | 20 Pagina's