Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag intrededienst ds. J.A. Weststrate te Pretoria (Z.A.) op 26 maart 2014

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag intrededienst ds. J.A. Weststrate te Pretoria (Z.A.) op 26 maart 2014

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op woensdagavond 26 maart deed ds. Weststrate zijn intrede als herder en leraar van de gemeente van Pretoria. Onder de vele aanwezigen waren ds. A. Schultink, ds. M. Krijgsman, student O.M. van der Tang, afgevaardigden van kerkenraden, familie en vrienden van ds. Weststrate. In deze bijzondere dienst werd het orgel bespeeld door een broer van ds. Weststrate.
Tot opening werd Psalm 32:4 gezongen, waarna 1 Koningen 17:8-16 gelezen werd. Na het gebed werd Psalm 65:1 en 3 gezongen. In zijn openingwoord wees ds. Weststrate er op dat Gods raad zal bestaan, ook in het zenden van Zijn knechten. Dat bleek uit de bevestigingspreek. Paulus moest naar Filippi omdat Lydia, de stokbewaarder en de waarzeggende dienstmaagd toegebracht moesten worden.
De volvoering van Gods raad gaat door wegen waar wij met ons verstand tegen zijn en tegen blijven, tenzij de Heere ons doet buigen. Dan wordt het: ’Heilig zijn, o God, Uw wegen’.
Ds. Weststrate schetste de kastijdingen die hij in 2013 ondervonden had, waardoor hij aan Gods voeten terechtkwam en van Terneuzen losgemaakt werd. Het was of de Heere zei: Uw werk is hier geëindigd. Hij verwachtte een beroep, maar niet uit Pretoria. Dat beroep ontstelde hem zeer zodat hij vroeg: ’Heere, wat is dit?’ Het antwoord was Psalm 65:3: Gij hoort het gebed, tot U zal alle vlees komen. Het beroep was biddende uitgebracht en daar zijn verdoemelijke Adamskinderen die toegebracht moeten worden. Ds. Weststrate erkende onwillig te zijn geweest. Hij zocht teksten om het beroep niet aan te moeten nemen, maar het is hem ook een wonder geworden om hierheen te mogen komen. De intredetekst was 1 Koningen 17:8-16, met als kerntekst vers 9m: ’en woon aldaar’.
Het thema: De Heere bepaalt het arbeidsveld van Elia (en ook van Zijn knechten).
De aandachtspunten:
1. De zending naar Zarfath.
2. De ontmoeting in de poort van Zarfath.
3. De onderhouding tijdens het verblijf te Zarfath.

1. De zending naar Zarfath
Elia vertoefde toen bij de beek Krith. Het vloekwoord dat Elia in ’s Heeren naam over Achab uitgesproken had werd toen ook daar zichtbaar. De raven kwamen nog, maar de beek droogde uit. Ook Gods knechten moeten inleven dat ze niet beter zijn dan Achab en zijn volk dat voor de afgoden boog. De profeet Elia moest bij de uitdrogende beek, met de belofte, de dood in. Ds. Weststrate zei dat hij in Terneuzen persoonlijk ondervonden had dat de beek Krith uitdroogde. Hij meende zelfs tot zijn vorige beroep te moeten terugkeren. Die uitdrogende beek was nodig opdat Elia, en dat geldt al Gods volk, niet zou bouwen op de beloften maar op de Belover.
Dan wordt het: ’Doch gij, mijn ziel, het ga zo ’t wil, Stel u gerust, zwijg Gode stil’ (Ps. 62:4 ber.). Wat de Heere gesproken heeft zal zeker doorgaan; maar pas als wij buigen gaat God zorgen. ’Hij draagt zorge voor hen en voor haar goed’ (Ps. 1:4 Datheen).
Elia moest door vijandig gebied naar Zarfath, naar het centrum van de Baälsdienst, naar het hol van de leeuw. Wie gaat daar voor hem zorgen? Een hulpbehoevende weduwe. Kan het wonderlijker? Maar in die beproevingen mocht hij ervaren dat Gods Vaderlijke zorg nooit zou wijken. Niets kon hem scheiden van de liefde Gods. Hij mocht roemen dat de verdrukking lijdzaamheid werkt, en de lijdzaamheid bevinding, en de bevinding hoop. Welke bevinding? De bevinding die leert wie je zelf bent en blijft, maar vooral Wie God is.
Waarom moest Elia naar Zarfath? Omdat het Woord Gods uit Israël weggenomen was. De Heere Jezus heeft dit verklaard in Lukas 4.
Ds. Weststrate merkte op dat Christus naar Egypte moest vluchten en pas na de dood van Herodes wederkeerde.
Elia mocht buigen onder de Heere en ging naar Zarfath. Als je de liefde Gods mag ervaren, dan mag je volgen zonder vragen, ’en in alle landen van Gods weldaden doen vermaan’ (Ps. 118:8 Datheen). Zo kwam het levende Woord in Zarfath waar de satan heerste.

2. De ontmoeting in de poort van Zarfath
Elia zag dat het een weduwvrouw was, maar hij wist niet dat het de aangewezen weduwe die hij daar ontmoette. Zij zag wél dat ze met een profeet sprak. Ze was gewillig om water te halen, maar toen Elia om brood vroeg kwam haar armoede openbaar. Hoe durfde Elia aan deze arme vrouw om brood te vragen?
De Heere gaf hem dit te vragen. Die vraag maakte haar eerlijk. Ze sprak: Zo waarachtig als de HEERE uw God leeft, indien ik een koek heb (vers 12). Daarmee betoonde ze de God van Israël boven alle andere goden te stellen.
En dat temidden van de dode Baälsdienst! Als God een mens levend maakt komt er meteen een trekking naar de levende God. Eerst roepen ze nog naar een onbekende God. Ze komen onder Gods eisende wet en krijgen hun zondig leven terug. Als er één in Zarfath gegrepen wordt gaat de satan briesen. Wat hoort dat volk? Vervloekt is een iegelijk die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet. Dan ontstaat de smeking: Gij Zone Davids, ontferm U mijner. Zo een wil gaan leven tot eer van God, maar ondervindt dit niet te kunnen. Ze leren zich kennen als arm, jammerlijk, blind en naakt, maar hebben toch de begeerte om tot Gods eer te gaan leven. Overal zoeken en nergens iets vinden. Voor deze weduwe bleef er niets anders over dan de dood. Maar toen ging de God van Elia spreken: Zo zegt de HEERE, de God Israëls (vers 14) en mocht ze met de lege hand van het geloof de belofte aannemen. Met Psalm 118:1 kon ze zingen: ’Mijn hart o Hemelmajesteit …’

3. De onderhouding tijdens het verblijf in Zarfath
Wat de Heere beloofd heeft zal Hij doen. Drie jaren werd zij, en hij, en haar huis (vers 16) onderhouden. Hun ontbrak niets omdat Jezus in hun midden was. En, wie Jezus heeft die heeft genoeg. Dan is er zegen in overvloed.
Maar de Heere maakt eerst leeg voor Hij weer gaat vervullen. Dat ondervinden ook Zijn knechten. Dat is de enige weg waardoor God aan Zijn eer komt. Zagen we maar meer dat die getrouwe God en Zaligmaker Zijn Kerk nooit zal verlaten. Hoe vaak zien wij op de omstandigheden. In Zarfath was er drie jaar lang gemeenschap der heiligen. Ze kregen geen voorraad, maar elke dag een beetje. Dat houdt laag bij de grond. Ze moeten bedelaar blijven en ondervinden: als de Heere iets geeft, geeft Hij genoeg. Genoeg om in Zijn kracht te roemen: Mijn genade is u genoeg.
Vervolgens wees ds. Weststrate op Psalm 65:3: tot U zal alle vlees komen. Wanneer komt Hij?
Op Zijn tijd zal de Heere Elia zenden om ze met hemels brood te verzadigen.

Toepassing
Na het zingen van Psalm 105:22 richtte ds. Weststrate enkele woorden tot de gemeente van Pretoria, ds. Schultink als zijn bevestiger en andere aanwezigen. Elia werd gezonden naar Zarfath toen de nood daar het hoogste was. Hij weet zich gezonden naar Pretoria en mag ’in uw huis wonen’. Hij heeft liefde ondervonden en hoopt dat dit zo mag blijven, want waar liefde woont gebiedt de Heere Zijn zegen. Hij noemde enkele kenmerken van een huis: Geborgenheid, saamhorigheid, zorg (ook voor buitenstaanders), huisregels, gebed voor elkaar en onderscheid met de wereld.
Wij dienen ons aan het Woord des Heeren te houden. Hij hoopte te waarschuwen tegen de Baäls van deze tijd. Een herder en leraar is geen therapeut voor allerlei problemen, hij moet vanuit Gods Woord onderwijs geven.
Tot slot werd gezongen Psalm 72:6.
Hierna werd ds. Weststrate toegesproken door M. Krijgsman namens de classis-Zuid.
Hij hoopte dat er in Pretoria velen zouden mogen zijn, zoals de kamerling, die zelf de raadsels niet meer kunnen oplossen. Student O.M. van der Tang las brieven voor van ds. A. Geuze, ds. J. Roos en ds. A. van Voorden. Verder spraken ouderling M.W. Stouten namens de gemeente van Terneuzen, ds. F. Mulder namens de Ger. Gemeente van Randburg en tot slot diaken L.W. Naberman namens de gemeente van Pretoria. Op zijn verzoek werd hun predikant staande toegezongen Psalm 77:7, waarna ds. Weststrate voor de eerste maal als herder en leraar van Pretoria de zegenbede uitsprak.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 2014

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Verslag intrededienst ds. J.A. Weststrate te Pretoria (Z.A.) op 26 maart 2014

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 2014

De Wachter Sions | 8 Pagina's