Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag afscheidsdienst ds. A. Schultink van de gemeente Gouda-Stationsplein 25 februari 2015

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag afscheidsdienst ds. A. Schultink van de gemeente Gouda-Stationsplein 25 februari 2015

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Laat Uw werk aan Uw knechten gezien worden, en Uw heerlijkheid over hun kinderen. En de liefelijkheid des HEEREN onzes Gods zij over ons; en bevestig Gij het werk onzer handen over ons, ja, het werk onzer handen, bevestig dat.
Deze woorden uit Psalm 90: 16 en 17 nam ds. Schultink als uitgangspunt voor zijn overdenking in deze bijzondere dienst.

Het thema was: het gebed van de man Gods Mozes. De twee punten:
1. Gods werk mag gezien worden.
2. Gods werk mag bevestigd worden.


”Mozes was een man die vaak tussen twee partijen heeft gestaan. Hij wordt daarom ook wel de middelaar van het Oude Testament genoemd. Nu is hij hoogstwaarschijnlijk aan het einde van zijn leven gekomen. Hij blikt terug. Er ligt daarom iets van weemoed in deze psalm, die ik vaak heb gebruikt bij een begrafenis. Wat een rijkdom ook en wat een diepte ligt er in.
Het wordt zo duidelijk dat Mozes die onberouwelijke keus heeft mogen maken. Dat getuigt ook Paulus van hem in Hebreeën 11: Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Farao’s dochter genaamd te worden; verkiezende liever met het volk van God kwalijk behandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben; achtende de versmaadheid van Christus meerderen rijkdom te zijn, dan de schatten in Egypte; want hij zag op de vergelding des loons. Alleen door Gods genade kon Mozes die keus maken, achtende de genade Gods meerder dan al het goud van Egypte.
Maar daardoor is hij wel in een aaneenschakeling van verdrukkingen gekomen. Denk alleen maar aan het volk Israël in de woestijn, dat iedere keer in opstand kwam. We lezen over die verdrukkingen in het vijftiende vers van de Psalm: Verblijd ons naar de dagen in dewelke Gij ons gedrukt hebt; naar de jaren in dewelke wij het kwaad gezien hebben.
Wat betekent dat: verdrukking? Weet u wat het is? Als een mens ontdekt wordt aan zijn zonden, dan komt hij in de verdrukking, dan wordt hij in de strijd geplaatst. En dat wil een mens niet. Maar Paulus roemt de verdrukkingen in Romeinen 5: … wetende, dat de verdrukking lijdzaamheid werkt, en de lijdzaamheid bevinding, en de bevinding hoop; en de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest, Die ons is gegeven.

Toen u de tekstwoorden hoorde: Laat Uw werk aan Uw knechten gezien worden, dacht u misschien dat het vanavond over mij ging.
Maar met die knechten wordt al Gods volk bedoeld. En wat is dat werk? Dat is het werk van God: Zijn schepping, maar ook Zijn herschepping. Beide zijn gericht op God Zelf.
Het gaat vanavond niet over mijn werk in deze gemeente, maar over Gods werk.
Mag ik nu een vraag in uw midden neerleggen? Ruim vier jaar heb ik Gods Woord hier gebracht. Wat heeft dat Woord met u gedaan?
Wie is wel eens verslagen naar huis gegaan en het waarlijk te weten: Ik heb tegen een goeddoend en rechtvaardig God gezondigd? Zitten er vanavond mensen in de kerk die de droefheid naar God kennen waarover geschreven staat in 2 Korinthe 7: Want de droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid? Daar begint Gods werk mee in het leven van een mens: droefheid naar God. Er komt een ongekende smart over de zonden. Met alle schroom mag ik zeggen dat ik zulke tobbers wel ben tegengekomen in deze gemeente.
Ook in Huize Winterdijk. En bij zulke tobbers kom ik graag want daar kun je wat aan kwijt.
Vers 16 gaat verder met: … en Uw heerlijkheid over hun kinderen. Dus ook de jeugd zal merken als God aan het werk is. Jullie hebben een gedoopt voorhoofd. Dat betekent dat jullie leven onder de uitwendige bediening van het verbond der genade. Dat is geen geringe zaak! De Heere wil verbondsmatig werken.
Daarom mogen wij niet verstek laten gaan tijdens kerkdiensten of catechisaties.
Nu het tweede punt: Gods werk mag bevestigd worden. Bevestigen wil zeggen: vastmaken. Dat kan alleen maar omdat Christus de dood is ingegaan. Hij heeft Zich doodgeliefd voor Zijn volk. Deze liefde is voor het verstand niet te begrijpen. Ik trok ze met mensenzelen, met touwen der liefde. Van die Borggerechtigheid heeft Mozes ook iets verstaan bij het brandende braambos. Daar heeft God Zich willen openbaren als de eeuwige Verbonds- Jehova.
Hoeveel keer heeft dat volk Israël zich waardig gemaakt om van Gods aangezicht weggedaan te worden? Maar dan gaat Mozes weer soebatten, pleiten voor dat volk. En God toonde zich een lankmoedig God, een genadig God.
Dwars door alles heen. Dat is nu nog zo. Als ik terugkijk naar die ruim vier jaar in deze gemeente, blijft er alleen maar schuld over.
Klamp je daarom niet vast aan een mens, maar klamp je vast aan God en Zijn Woord.
Nu hoop ik één ding. Dat jullie niet gaan dwalen. Wees getrouw aan deze gemeente, zoals God getrouw is. Overal is er wat. Nogmaals, verwacht het niet van de mensen, maar verwacht het van Hem Die de Toevlucht is van geslacht tot geslacht. Laten we daar van zingen uit Psalm 56:5:

Ik roem in God; ik prijs ’t onfeilbaar woord;
Ik heb het zelf uit Zijnen mond gehoord;
’k Vertrouw op God, door gene vrees gestoord;
Wat sterv’ling zou mij schenden?
Ik heb beloofd, wanneer G’ in mijn ellenden
Mij bijstand boodt, en ’t onheil af zoudt wenden,
Tot U, o God, mijn lofzang op te zenden,
Door ijver aangespoord.


In de toepassing sprak de dominee over vers 1b van Psalm 90: Gij zijt ons geweest een Toevlucht van geslacht tot geslacht. ”Gemeente, dat wens ik u van harte toe: dat u een Toevlucht mag hebben. Jonge mensen, waar vluchten jullie naar toe in deze bange tijd? Ik hoorde pas nog een verhaal van iemand die de watersnoodramp had meegemaakt. Hij moest mensen wakker maken en vertellen dat ze moesten vluchten naar de kerk, want die stond op het hoogste punt van het dorp. Hij kwam bij een gezinnetje en beukte op de deur en de luiken. ”Je moet hier weg, de dijk breekt bijna.” De vrouw des huizes begon te redeneren met haar man of het nu wel echt nodig was. Maar toen ze eindelijk vertrokken, was het te laat. Op weg naar de kerk werden ze door de vloedgolf weggespoeld.
Jeugd, ik heb jullie de Toevlucht aangewezen.
Wie die Toevlucht niet in waarheid begeert, komt om. Dat is de boodschap die ik deze jaren heb proberen te brengen. En dan gaat het niet om mijn werk, het gaat om Gods werk.
Het is voor mij nog steeds een wonder dat de Heere mij, Adamskind, wil gebruiken in Zijn dienst. Maar ik moet wel iedere dag ervaren: Zonder Mij kunt gij niets doen.
Gemeente, we gaan afscheid nemen. De Heere Jezus heeft tegen Zijn discipelen gezegd: Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat ook gij elkander liefhebt. Dat wens ik u ook toe in de komende tijd. En de liefelijkheid des HEEREN, onzes Gods; zij over ons; en bevestig Gij het werk onzer handen over ons, ja, het werk onzer handen, bevestig dat. Amen.

Ouderling A. van Zijverden sprak de dominee nog toe uit Prediker 3. Dat hoofdstuk begint met Alles heeft een bestemden tijd. ”U heeft het zelf ook wel gezegd: Deze vier jaar en vier maanden zijn als rook door de schoorsteen gegaan, zo snel. Dan mogen we de vraag wel stellen: Waarom moest u hier komen?
U heeft in alle eenvoud Gods Woord gepredikt en catechisatie gegeven. En Gods Woord zal nooit ledig tot Hem wederkeren. Het zal of ten oordeel of ten voordeel voor ons zijn.
Daarom is het veertiende vers van Prediker 3 ook zo van toepassing: Ik weet, dat al wat God doet, dat zal in der eeuwigheid zijn; er is niet toe te doen, noch is er af te doen.”
Op verzoek van ouderling Van Zijverden zong de gemeente de dominee staande toe de verzen 6 en 7 van de Morgenzang:

Schenk Uwen zegen bij Uw Woord;
Het rijk des satans word’ verstoord;
Sterk leraars, sterk onz’ overheid,
In ’t werk, door U hun opgeleid.

Troost allen, die in nood en smart,
Tot U verheffen ’t angstig hart.
Maak ons in tegenspoeden stil,
Hoor ons, o God, om Jezus’ wil.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 2015

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Verslag afscheidsdienst ds. A. Schultink van de gemeente Gouda-Stationsplein 25 februari 2015

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 2015

De Wachter Sions | 8 Pagina's