Wel Noodzakelijk, Niet Goedkoop!
SGP-Jongeren Over de Nieuwe Navo-Norm
Op 24 en 25 juni wordt in Den Haag de jaarlijkse NAVO-top gehouden. Vanwege de oorlog in Oekraïne en het aantreden van president Trump is er veel druk op de NAVO-lidstaten om hun defensieuitgaven te verhogen. Op de agenda staat daarom het verhogen van de NAVO-norm naar 5% van het bruto binnenlands product (bbp).
De NAVO-norm is de onderlinge afspraak tussen lidstaten over hoeveel zij uitgeven aan defensie. Sinds 2014 geldt als norm dat lidstaten minimaal 2% van hun bbp besteden aan defensie. Deze norm is niet verplicht, landen kunnen ervoor kiezen om hieraan niet te voldoen. Sinds de oorlog in Oekraïne hebben veel landen hun defensie-uitgaven verhoogd. In 2024 voldeden 22 van de 32 lidstaten aan de huidige norm. Ook Nederland voldeed vorig jaar voor het eerst aan de NAVO-norm, terwijl ons land de afgelopen jaren altijd onder de 2% bleef. Inmiddels is mede op initiatief van de SGP een wetsvoorstel aangenomen in de Tweede Kamer waarmee wettelijk wordt vastgelegd dat Nederland moet voldoen aan de tweeprocentsnorm.
Veranderend wereldtoneel
Sinds Rusland drie jaar geleden Oekraïne binnenviel zijn er grote zorgen over de veiligheid van Europa. Vrede en veiligheid zijn niet vanzelfsprekend. Daarom is het van belang dat de NAVO-lidstaten hun defensiebudget verhogen. De NAVO is gebaseerd op gezamenlijke verdediging en solidariteit en de krijgsmachten van de lidstaten werken intensief samen. De lidstaten steunen op elkaar, waardoor het nodig is dat alle lidstaten hun defensie-uitgaven verhogen. Bovendien heeft president Trump scherpe kritiek geuit op Europa omdat hij vindt dat de Europese landen te weinig hebben geïnvesteerd in defensie. Vanwege de internationale veiligheid en de terechte kritiek van de VS ligt een verhoging van de NAVO-norm voor de hand.
Nieuwe NAVO-norm
Het concrete voorstel dat nu op tafel ligt is een verhoging van de NAVOnorm van 2% naar 5% van het bbp. Hiervan moet 3,5% besteed worden aan het leger, de resterende 1,5% mag uitgegeven worden aan ‘defensiegerelateerde investeringen’. Dat zijn zaken die zowel een militair als een burgerlijk doel hebben. Bijvoorbeeld landelijke cybersecurity, of het verstevigen en uitbreiden van infrastructuur. Secretaris-generaal van de NAVO Rutte gaf als voorbeeld ‘het versterken van bruggen zodat tanks erover kunnen rijden’. De nieuwe norm treedt niet in één keer in werking, maar geldt vanaf 2032. In de tussentijd moeten landen met een jaarlijkse stijging van 0,2% hiernaartoe groeien.
Hoe gaan we dit betalen?
Een hogere NAVO-norm klinkt goed, maar heeft alleen zin als we ook echt meer gaan uitgeven aan defensie. Omdat Nederland op dit moment op 2% van het bbp zit, zal het percentage van de defensie-uitgaven door moeten stijgen naar 3,5%. Het Nederlandse bbp is grofweg 1 biljoen euro. Dat betekent dat iedere 0,1% aan extra defensie-uitgaven ongeveer overeenkomt met 1 miljard euro. Een stijging van de huidige 2% naar 3,5% betekent volgens het kabinet dat er 16 tot 19 miljard euro extra aan defensie moet worden uitgegeven. Dat is ongeveer duizend euro per Nederlander.
Niemand heeft zomaar 16 tot 19 miljard euro op de plank liggen, ook de Nederlandse overheid niet. Het zijn bovendien structurele uitgaven, het is dus een jaarlijks terugkerend bedrag. De Nederlandse overheid geeft in 2025 naar verwachting 457 miljard euro uit. Het overgrote deel van dit bedrag wordt besteed aan de zorg, de sociale zekerheid en het onderwijs. De jaarlijkse uitgaven aan het basisonderwijs zijn bijvoorbeeld 16 miljard euro. De politie kost ongeveer 8 miljard euro per jaar. Defensie krijgt nu ongeveer 22 miljard euro per jaar.
Gratis geld bestaat niet, ook niet voor de Nederlandse overheid. Financiële degelijkheid is belangrijk en dat betekent dat we geen rekeningen doorschuiven naar de toekomst. Wanneer we ervoor kiezen dat Nederland 3,5% van het bbp aan defensie moet uitgeven, dan moet de bijbehorende rekening worden betaald. Dat kan op twee manieren: óf we verhogen de belastingen óf we bezuinigen op andere uitgaven. Daarvoor zijn concrete keuzes binnen de Rijksbegroting nodig.
De meeste politieke discussies gaan over een lager bedrag dan 16 tot 19 miljard euro. Het verlagen van het eigen risico kost zo’n 4 miljard euro per jaar. De teruggedraaide btw-verhoging op cultuur, media en sport zou zo’n 1,3 miljard euro opleveren. En het beruchte en inmiddels afgeschafte stikstoffonds bevatte 25 miljard euro, maar wel verspreid over zo’n 15 jaar, wat neerkomt op 1,7 miljard euro per jaar.
Wat zijn de keuzes?
Voor het betalen van de rekening van 16 tot 19 miljard euro zijn heel veel mogelijkheden te bedenken. Vrijwel altijd leidt dit ertoe dat burgers, bedrijven of maatschappelijke organisaties minder geld ontvangen of meer belasting moeten betalen. Het is vooral heel makkelijk om te bedenken waarop we niet willen bezuinigingen, bijvoorbeeld niet op de kinderbijslag, de politie of nog extra op ontwikkelingshulp. Maar als we ook niet op de zorg, het onderwijs of de sociale zekerheid willen bezuinigen én ook niet de belastingen willen verhogen, dan houden we weinig opties over.
Om een idee te geven van mogelijke keuzes, werken we een aantal opties hieronder verder uit, zonder dat we hiermee zeggen dat deze wat ons betreft per se doorgevoerd moeten worden.
Het eigen risico wordt vanaf 2027 niet verlaagd van 385 naar 185 euro, zoals het kabinet nu van plan is. Dit betekent dat de zorgpremie minder hard stijgt en dat burgers en bedrijven hiervoor niet gecompenseerd hoeven te worden via een verlaging van de belasting. Doordat deze verlaging van de belastingen niet nodig is, krijgt de overheid meer geld binnen. Dit gaat om 4 miljard euro per jaar. Het nadeel is wel dat iedereen die gebruikmaakt van zorg een groter deel van de kosten zelf moet betalen.
De stijging van de kinderopvangtoeslag wordt teruggedraaid. Werkende ouders die gebruikmaken van kinderopvang krijgen een groot deel van de kosten hiervan vergoed via de kinderopvangtoeslag. In 2025 geeft de overheid ruim 5 miljard uit aan kinderopvangtoeslag, de komende jaren stijgt dit door naar zo’n 8 miljard euro dankzij de keuzes van het kabinet. Wanneer deze stijging wordt teruggedraaid, levert dit dus ruim 2 miljard euro op. Dit betekent wel dat iedereen die gebruikmaakt van kinderopvang een groter deel van de kosten zelf moet betalen.
Bbp
Het ‘bruto binnenlands product’ (bbp) is een welvaartsmaatstaf voor de totale waarde van alles wat een land in een jaar produceert.
NAVO-norm
De NAVO-norm van 2% van het bbp gaat ervan uit dat alle landen, in verhouding tot hun eigen welvaart, bijdragen aan de gezamenlijke vrede en veiligheid.
Het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting wordt afgeschaft. Dat is de winstbelasting voor bedrijven. Voor het eerste deel van de winst betalen bedrijven 19% belasting, voor het resterende deel 25,8%. Voor het verlaagde tarief is echter geen economische onderbouwing. Het verhogen van het verlaagde tarief van 19% naar 25,8% levert de schatkist jaarlijks 3 miljard euro op. Dit zou wel betekenen dat bedrijven meer belasting gaan betalen over de winst die zij behalen, waardoor het vestigingsklimaat verslechtert.
Zo zijn er nog veel maatregelen te bedenken, zoals bezuinigingen op cultuur, het onderhoud van wegen of het afschaffen van belastingvoordelen voor specifieke groepen. Het verzinnen van zulke maatregelen is niet zo ingewikkeld, het gaat om de politieke moed die nodig is om daadwerkelijk besluiten te nemen. Doordat Nederland stapsgewijs kan toegroeien naar de nieuwe NAVO-norm hoeft er niet in één keer een oplossing gevonden te worden voor het volledige bedrag van 16 tot 19 miljard euro. Maar ook over het betalen van de eerste extra miljarden richting de nieuwe NAVO-norm moeten besluiten worden genomen. Het huidige kabinet laat echter zien hier veel moeite mee te hebben...
Conclusie
De NAVO is essentieel voor onze veiligheid. Het is niet meer dan logisch dat de NAVO-norm wordt verhoogd. De wereld verandert en Europa moet zichzelf kunnen verdedigen. Maar gratis geld bestaat niet en dan wordt het kiezen: waar rolt het geld naartoe? De afgelopen jaren heeft Nederland te weinig bijgedragen aan het bondgenootschap, terwijl we een loyale bondgenoot moeten zijn. Daarom is het goed als Nederland ook gaat voldoen aan de nieuwe NAVOnorm. Dit is echter niet gratis, deze rekening moet wel worden betaald! En dat vergt politieke moed.
Ontwikkeling Defensie-Uitgaven Tussen De Lidstaten
In 2024 haalden 23 van de 32 NAVO-lidstaten de tweeprocentsnorm. Toch zitten er grote verschillen in de defensie-uitgaven van de lidstaten. Net na de val van de Berlijnse muur in 1989 lag het defensiebudget van Nederland op 2,8% van het bbp. Daarna is het budget verder gedaald, in 1993 kwam het beschikbare budget voor het eerst sinds de Eerste Wereldoorlog onder de 2% terecht. In 2000 lag het percentage op 1,46% en in 2014 werd het dieptepunt bereikt van 1,09%. Sinds 2024 haalt Nederland de tweeprocentsnorm met een percentage van 2,06%.
Polen haalt de NAVO-norm al sinds 2019. In 2022 gaf Polen 2,2% aan defensie uit en het jaar daarna 3,8%. Dit jaar heeft de Poolse regering aangekondigd maar liefst 4,7% uit te geven aan defensie. Daarmee geeft Polen op dit moment het hoogste percentage van het bbp uit aan defensie van alle NAVO-lidstaten. De Verenigde Staten heeft sinds de oprichting van de NAVO nooit onder de tweeprocentsnorm gezeten. Aan het einde van de Koude Oorlog gaf de VS 5% uit aan defensie, maar dit is langzaam gedaald. Het laagste was 3,1% in 2000. In 2010 steeg het budget naar 4,9% om in 2013 weer te dalen naar in de 3%. Op dit moment zit de VS op 3,4% ofwel 849 miljard dollar (753 miljard euro).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 2025
De Banier | 32 Pagina's