Kerkelijke autonomie
Er is heel wat te doen op het gebied van het kerkrecht. In de Christelijke Gereformeerde Kerken wordt rond de discussie over de vrouw in het ambt de eenheid van het kerkverband aan de orde gesteld. In onze gemeenten heeft de Generale Synode besloten tot een herziening van de Dordtse Kerkorde en een gewijzigde appelregeling vastgesteld. Dat geldt ook voor de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. In de pers verschijnen regelmatig artikelen over het kerkrecht.
Het grensgebied tussen kerkelijk en wereldlijk recht blijft een boeiend onderwerp. Om te voorkomen dat die grens steeds verder opschuift richting het wereldlijk recht, is het zaak dat de kerk de eigen regels goed op orde heeft.
In n het RD van 24 januari 2020 wordt de lezing weergegeven van mevr. S. van Bijsterveld. Zij is hoogleraar Religie, recht en samenleving aan de Radboud Universiteit. De lezing werd gehouden op 2 december jl. ter gelegenheid van de presentatie van het nieuwe Handboek Gereformeerd Kerkrecht. Mevr. Van Bijsterveld stelt daarin belangrijke zaken aan de orde. Haar inleidende opmerking is al het overdenken waard: ‘Juist als een kerkrechtelijke visie nogal verschilt van wat buitenkerkelijk gebruikelijk is, is het nodig om, intern en naar buiten toe, helder te kunnen maken waarop de eigen visie berust en daarbij de relatie met de geloofsinhoud te leggen’.
Onder druk
Het heeft alles te maken met de kerkelijke autonomie. Die autonomie staat onder druk. Gelukkig zijn er tot vandaag rechterlijke uitspraken die de eigen positie van de kerk respecteren. Bijvoorbeeld met betrekking tot de arbeidsrelatie van een predikant met zijn gemeente. In het algemeen wordt die door de rechter niet beschouwd als een arbeidsrelatie naar burgerlijk recht, maar als een relatie die door het kerkrecht wordt geregeld.
Maar er zijn andere ontwikkelingen die de autonomie van de kerk onder druk zetten. Zowel ontwikkelingen in de wetgeving alsook veranderingen in de maatschappij. Die ontwikkelingen en veranderingen raken ook direct het gemeenteleven. Kerkenra-den worden ermee geconfronteerd. De voorbeelden liggen voor het grijpen. Nieuwe wetgeving over de privacybescherming vraagt van kerkenraden actief beleid om aan die wetgeving te voldoen. Er komt een ‘Wet transparantie maatschappelijke organisaties’ aan. Kort samengevat bepaalt het voorstel dat iemand die een gift van 15.000 euro of hoger geeft, met naam en toenaam vermeld moet worden op een openbare website. Hoewel het wetsvoorstel erop gericht is om geldstromen uit onvrije landen inzichtelijk te maken, worden goededoelenorganisaties en kerken daarin meegesleept.
Terecht dat ook de kerken vrezen dat daardoor de giftenstroom zal verminderen. Dat is echter niet het belangrijkste bezwaar. Ons geefgedrag voor kerk en diaconie mag op zichzelf niet afhankelijk zijn van een dergelijke wet. Al is het wel zo dat het beginsel dat onze linkerhand niet mag weten wat onze rechterhand doet, daardoor wordt aangetast.
Grens
Het belangrijkste bezwaar tegen deze wet zit al opgesloten in de naam: maatschappelijke organisaties. Daaronder vallen ook kerken. Zij worden meer en meer gezien als een maatschappelijke organisatie en op één lijn gesteld met bijvoorbeeld milieuorganisaties.
De eigen plaats van de kerk dreigt steeds meer te worden aangetast. De vrijheid van de kerk om zichzelf naar de eigen regels in te richten, staat op het spel. Niet het minst wordt dat veroorzaakt door het religieuze en levensbeschouwelijke pluralisme. De opkomst van andere religies met de daaraan verbonden problemen raken ook de kerk. Voortschrijdende secularisatie zal met zich mee brengen dat de eigen plaats van de kerk, zoals die ook nu nog door de wet wordt gehonoreerd, steeds minder op begrip hoeft te rekenen.
Het grensgebied tussen kerkelijk en wereldlijk recht blijft een boeiend onderwerp. Om te voorkomen dat die grens steeds verder opschuift richting het wereldlijk recht, is het zaak dat de kerk de eigen regels goed op orde heeft. Dat geeft de burgerlijke rechter de minste aanleiding om zich te bemoeien met kerkelijke conflicten.
Ontwikkelingen
Mevr. Van Bijsterveld heeft gewezen op verschillende ontwikkelingen die de reikwijdte van de kerkelijke autonomie raken. Daarbij is de relatie met de geloofsinhoud een belangrijk uitgangspunt. Om aan die ontwikkelingen het hoofd te bieden kan de kerk proberen allerlei maatregelen te treffen, maar dan juist is het gevaar niet denkbeeldig dat de kerk steeds minder herkenbaar is als kerk.
Het pleidooi van sommigen in de Christelijke Gereformeerde Kerken om te komen tot een herijkte definitie van ‘eenheid’ en van ‘kerkverband’ biedt ruimte om te komen tot een andere interpretatie van de Schrift. Die kant moeten we beslist niet op. De geloofsinhoud, zoals verwoord in de Schrift en de gereformeerde belijdenis, mag niet ter discussie staan.
Voor de kerk liggen er vele uitdagingen hoe met deze ontwikkelingen om te gaan. Het eerste is wel de zorg dat de eigen regels op orde zijn. Daarom is de genoemde aanpassing van de DKO een goede zaak.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 2020
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 2020
De Saambinder | 20 Pagina's