Voor niemand bang

Wycliffe recht zijn rug. Hij is niet bang. Hij vecht immers niet voor zichzelf. Hij vecht voor de eer van God en tot nut van de kerk. Hij kan niet langer aanzien dat zoveel mensen zich laten bedriegen. Zij vinden geen antwoorden op hun vragen, omdat ze de Bijbel niet kunnen lezen. Ze moeten maar geloven wat de geestelijken zeggen. Elke dag piekert hij erover op welke manier hij de mensen toch bekend kan maken met de Bijbelse boodschap ...

Wycliffe voelt de nood van de kerk als een zware last op zijn schouders. Bezorgd loopt hij naar het haardvuur om water te koken. Even later warmt hij zijn handen aan de hete kom. Gelukkig trekt de kramp wat weg uit zijn vingers. Met nieuwe moed gaat hij weer achter zijn bureau zitten. Graag wil hij vandaag de tweede helft van zijn stellingen afronden. Liefst nog vóór het donker wordt.

Tijdens het overlezen van het eerste deel knikt hij af en toe goedkeurend. Rustig volgen zijn ogen de regels. ‘Ja, zo is het’, knikt hij.

Dan schrijft hij ingespannen verder:

• Nadat ik geschreven heb over de positie van de paus, wijs ik u op de macht van de Bijbel. U leert dat het Woord van God macht en gezag heeft, omdat de kerk haar dat geeft. Dat is een dwaling. De Bijbel heeft macht, omdat het een boek van God is.

• U leert dat de kerk een groep mensen is die onder leiding staat van geestelijken met een paus aan het hoofd. Daarin dwaalt u. De echte, ware Kerk is een groep uitverkoren mensen voor wie Jezus Christus Zijn bloed heeft vergoten. Hij is het Hoofd van de kerk. Niet de paus.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen