De aanstelling van de hogepriester
En niemand neemt zichzelven die eer aan, maar die van God geroepen wordt, gelijkerwijs als Aäron. Hebreeën 5 vers 4
De Heere Zelf geeft Israël de hogepriester Aäron. Waar komt hij vandaan? Niet uit Moab of Kanaän, maar uit het midden van het volk. Hij is één met hen. Paulus zegt daarvan in Hebreeën 5: Die behoorlijk medelijden kan hebben met de onwetenden en dwalenden, overmits hij ook zelf met zwakheid omvangen is.
Is dat met Aäron ook zo? Zeker! Als Mozes de wet op de berg Horeb ontvangt en lang wegblijft, vraagt het volk om een beeld. Wat doet Aäron dan? Hij geeft gehoor aan het volk en maakt een gouden kalf. Onbegrijpelijk, vindt u niet? Maar zo leert de hogepriester Aäron zichzelf als een gevallen afgodendienaar en verdoemelijk adamskind kennen. Waarom moest hij zo diep vallen? Het is om zijn leven lang voor God verootmoedigd te blijven. Wat zal het een wonder geweest zijn, dat God zo één wilde oprapen en in de dienst van de verzoening wilde gebruiken. Aäron leert om medelijden te hebben met de zwakheid van het volk. Vanuit de bewogenheid van zijn hogepriesterlijk hart kan hij spreken hoe er ook voor de grootste van de zondaren nog een middel der verzoening is.
Hoe anders is het met Christus, de grote Hogepriester Die de broederen in alles gelijk geworden is, uitgenomen de zonde. Hij is met alle zwakheid van de gevallen mens omvangen. In alles is Hij verzocht. Hij kent de strijd en de benauwdheid van Zijn Kerk en kan daarom een barmhartig, medelijdend en waarachtig Hogepriester zijn. Ook vandaag zoekt Hij het verlorene, leidt Zijn schapen en zal ze van hun afkeringen genezen. Hoe dierbaar is deze Hogepriester Die niet alleen Bedienaar van het ambt is, maar ook Zelf het enige en volmaakte Slachtoffer.
We zien hoe de broers Aäron en Mozes sterk aan elkaar verbonden zijn. Samen staan ze voor Farao. Samen trekken ze door de woestijn. Daarin ligt een heilige les. God verbindt twee dingen die wij nooit mogen ontbinden. Wat heeft Mozes in zijn handen? De wet, het eeuwige gebod van God en zo de openbaring van Gods verbond. Met Mozes alleen is alles kwijt en komt niet één Israëliet in Kanaän. Er is dan immers geen verzoening voor het volk. De Heere geeft echter óók Aäron. Wat heeft Aäron in zijn hand? Een sprengbekken met bloed om in het binnenste heiligdom in te gaan tot verzoening van de zonden. Wat doen Mozes en Aäron in het leven van de Kerk? Mozes komt met de wet en leert u dat u die niet kunt onderhouden, maar aan elk gebod schuldig staat. Dan komt Aäron met het bloed der verzoening en de hitte van Gods gramschap wordt geblust. Zo krijgt de Kerk Mozes en Aäron lief.
Vragen:
1. Waarom moest Aäron zo diep vallen?
2. Welke troost ligt er in de wetenschap dat Christus ook benauwdheid kende?
3. Wat leert ons het laatste vers van Psalm 77?
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 2024
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 2024
De Saambinder | 20 Pagina's