Wat ons verbindt
Iedere tijd kent ontwikkelingen die zorgen geven en verontrusting teweegbrengen. Onze mediatijd niet minder. Allerlei uitingen van zonde liggen binnen handbereik. Dat kan individueel geconsumeerd worden. Je hoeft er de deur niet voor uit.
Het leven van alle dag met de vele mogelijkheden heeft grote aantrekkingskracht. Op jong en oud. De één vindt veel genoegen in contacten en gezelligheid, of in vermaak en ontspanning. De ander besteedt al zijn tijd aan werk en het bijblijven op zijn of haar vakgebied. Als vanzelf komen aandacht en tijd voor geestelijke zaken en huisgodsdienst onder grote druk te staan. We worden mensen die opgaan in het hier en nu. Het eeuwigheidsbesef kan zo wijken. En dan ook het zondaarsbesef.
Interkerkelijkheid
Ook is een veelheid aan opvattingen over geestelijke zaken gemakkelijk te lezen en te beluisteren. En dat gebeurt ook. De gevolgen zijn soms merkbaar in catechisatielokaal en huiskamer.
We leven in een open tijd. Interkerkelijkheid is veel sterker aanwezig dan kerkelijk besef. Ontmoetingen tussen jongeren op scholen zijn vaak interkerkelijk. Krant, bladen en ontmoetingsplaatsen dragen daar ook aan bij.
Is interkerkelijkheid fout? Hebben scholen en heeft de krant geen goede dingen in zich? Ongetwijfeld en in meerdere opzichten. Maar het horen bij de plaatselijke gemeente kan zomaar een heel geringe plaats krijgen. Daar ben je echter wel gedoopt en daar word je onderwezen in de leer die naar de godzaligheid is. Het veel aandacht geven aan het behoren tot de plaatselijke gemeente wordt zomaar bekrompen geacht, terwijl dit toch een heel wezenlijke zaak betreft. Het behoren tot deze gemeente is geen toevalligheid, maar dat is het beleid van de Heere. Dat brengt verantwoordelijkheid met zich mee.
Het gaat in deze artikelen over wat ons verbindt. Het is goed om samen zorgen in ernst te bespreken, niet slechts in algemene zin. Maar juist bij het licht van het onfeilbare Woord Gods en de toebetrouwde leer die naar de godzaligheid is. Nodig is elkaar op te scherpen en te wijzen op wat nodig en onmisbaar is. Laat de gemeente met alles wat daarbij hoort ons verbinden. Laat Gods Woord en het ons daaronder stellen ons mogen verbinden aan de troon der genade, bedelend om de Geest der genade en der gebeden.
Een pand toebetrouwd
Het is vanouds eigen geweest aan de Gereformeerde Gemeenten te willen gaan in het spoor der vaderen. Het geestelijke klimaat uit de tijd van de Nadere Reformatie en de puriteinen heeft diepe sporen getrokken in ons voorgeslacht. Eigenlijk werd het hele leven erdoor gestempeld, juist ook het geestelijke leven. De praktijk van het leven was vaak eenvoudig, was getekend door vreemdelingschap naar de wereld. De goede vertegenwoordigers zochten de vreze des Heeren en de verborgen omgang met Hem. Ze wisten in zichzelf verloren zondaren te zijn. Dat werkte blijvende verootmoediging en afhankelijkheid van de Heere en het werk van Zijn Geest. Onderzoek van Gods Woord is daartoe onmisbaar nodig. Bekende predikers schreven er zo onderwijzend over. Laten ook wij ze maar lezen, Hellenbroek en Smijtegelt, Brakel en Comrie. Ds. G.H. Kersten vatte de gereformeerde dogmatiek samen voor de gemeenten. Daarbij verwees hij veel naar Boston, Owen, Calvijn, Brakel, Comrie en anderen. Ds. A. Vergunst bracht de eigenheid van de gemeentekring onder woorden. Hij bedoelde zeker niet kerkisme te bevorderen, want hij zag en legde graag verbindingen naar anderen. Het ging hem om het oprechte, ootmoedige geestelijke leven. Dat wordt getekend in de doorleving van eigen verlorenheid als nood voor ‘s Heeren aangezicht.
Opwas in de genade
Zulke mensen zoeken de geloofsomgangen in Christus te mogen kennen, want daarin ligt het leven gewerkt door de Heilige Geest. In een weg van nadere ontdekking en ontgronding wordt dan wel plaatsgemaakt voor opwas in de genade en kennis van de Heere Christus. De prediking vanuit het welbehagen Gods die Christus als Fundament begeert te leggen, is Schriftuurlijk-bevindelijk van aard. Daarin vormen juist ook de verantwoordelijkheid van de mens en de ernstige aanbieding van Christus wezenlijke zaken, evenals tekening van en opwekking tot geestelijk leven.
Ds. J. van Haaren heeft behartigenswaardige dingen geschreven over deze prediking en de plaats die de kenmerken van het geestelijk leven daarin hebben. Ds. A. Moerkerken trok hiertoe heldere lijnen over de uitleg van Gods Woord naar de zin en mening des Geestes.
Laten zulke sporen ons steeds verbinden aan de leer die naar de godzaligheid is. In afhankelijkheid van de toepassende werkingen van ’s Heeren Geest. Het is ons uitzien om in woorden van vandaag jongeren en ouderen hieraan te binden. Met de bede om de zegen van de Heere.
slot volgt
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 2025
De Saambinder | 24 Pagina's